column marcel

Column Marcel: Over andere, meer competitieve ouders

Door De Redactie

Vooralsnog ben ik geen competitieve ouder. Jullie kennen dat type wel. Het type dat geen drie zinnen uit kan spreken zonder te vertellen hoe ontzettend snel Kareltje kon lopen of hoe vlot de kleine Roos was met haar eerste danspasjes. Het type ook dat slechts met de grootst mogelijke moeite over iets anders kan praten dan het welhaast bovennatuurlijk schone mirakel dat hij en zijn geliefde hebben geproduceerd. Anton was drie maanden toen ie liep, horen jullie me! Fred was een week oud toen ie zindelijk was! Anne-Fleur scoorde haar eerste punt bij hockey na dertig seconden! Tine verliet al pratend de baarmoeder! Els is CEO van een heel belangrijk advocatenkantoor, en ze is pas drie! Zo ben ik dus niet. Vooralsnog, natuurlijk, want wat niet is, zou nog kunnen komen en je moet met alles rekening houden in dit leven. Maar voorlopig ontspring ik de dans en ben ik normaal. Althans, zo zie ik het zelf graag.

“Laat Sammie nog maar even baby blijven. Vanaf de grond, veilig in haar luier, is het leven veel beter”

Sammie is evenwel alles voor mij, werkelijk álles. Ze is mijn lust en mijn leven, mijn yin en mijn yang, mijn grootste geluk. Maar laten we in de naam van de lieve Heer wel realistisch blijven. Als in: het gaat nog wel even duren voordat Sammie met twee woorden spreekt, loopt, fietst of een boek schrijft. Maar, en dit is heel belangrijk: dat geeft helemaal niks. Want Sammie is een baby. En dat mag ze van mij zo lang mogelijk blijven. Als bevriende ouders vragen of ze ‘nu nog niet zit’ of anderszins menen dat ze ‘wat trager dan onze Joris’ is, dan vind ik dat prima. Ik word daar niet boos over of verdrietig of jaloers van. Het maakt mij niet uit. Dus zeg ik: klopt, Sammie kan nog niet zitten en met de tafel van zeven heeft ze ook nog wat moeite. En daarna leg ik uit dat Sammie een baby is en dat ze dat zo lang mogelijk mag blijven.

Want volwassen zijn, geloof mij nu maar, meneer de prestatievader, daar komt een hoop ellende bij kijken. Het lijkt zo leuk, die grotemensenwereld, zeker als je klein bent, maar het is feitelijk een grote verdorven bende. Met veel oorlog en verdriet, veel ziekte en leed. Met belasting en zorgen. Met nare bazen en vervelende collega’s. Met goten die schoongeveegd moeten worden, met borden die afgewassen moeten worden, met schnitzels die gebraden moeten worden. Het grotemensenleven, lieve vrienden, dat is gedoe. Dus beter blijft Sammie zo lang mogelijk zo klein mogelijk. Vanaf de grond, veilig in een luier, is het leven veel beter.

Ik hoorde laatst op een verder nogal saai feestje iemand met moeilijk haar en een lastig gebit tegen iemand met een rode broek zeggen dat hun kleine Waldo nog steeds niet liep. En dat Waldo al een jaar oud was. En dat ie ook niet echt aan het praten was. Ja, hij kon ‘leverworst’ zeggen, want dat vond Waldo lekker, maar iets simpels als ‘papa’ of ‘defibrillator’, ho maar. De rode broek zei: ‘Als ze vier zijn, kunnen ze alles. Maak je niet druk kerel. Chill.’ Ik ben pertinent tegen saaie feestjes en rode broeken, maar ik vind dat de rode broek gelijk heeft. Laat baby’s baby’s zijn, en kleuters kleuters en kinderen kinderen. Vind het niet erg als de kleine in vergelijking met de rest later staat, praat, fietst of wat-dan-ook. Voordat je het weet, kunnen ze alles – of in ieder geval best veel – en verlang je de rest van je leven terug naar de tijd dat die kleine nog niks kon.

MARCEL LANGEDIJK IS… 43 jaar / freelance journalist en schrijver / samen met Carlijn / sinds 2016 papa van dochter Sammie

Lees meer:

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."