column Marcel

Column Marcel: over Sammies eerste (onbestaande) stapjes

Door De Redactie

Sammie loopt nog altijd niet. Ik hoef jullie niet uit te leggen dat ze de meest briljante
en bovendien knapste baby van het westelijk halfrond is, maar de jongedame is nu een maand of zestien en het begint zo langzamerhand redelijk belachelijk te worden. Nu ja, dat vinden de mensen om ons heen. Carlijn en ik maken ons eerlijk gezegd niet zo heel druk over haar gebrek aan stappen. Ik heb het al eerder gezegd, namelijk, maar ik zeg het gewoon nog een keer: Sammie mag net zo lang over de grond schuiven als ze zelf wil. Met een beetje geluk kun je je hele leven nog lopen, nietwaar. Ik ben er wel jaloers op, eigenlijk, op dat geschuif. Op sommige dagen lijkt het me heerlijk, een beetje lethargisch over de grond kruipen. Ik moet overigens wel melden dat Sammie al wel staat en loopt achter de felkleurige geluidjes uitbrakende rollator die ze van mijn schoonmoeder kreeg. Maar met losse handjes een blokje rond lopen, nee, dat zit er nog even niet in.

“Het begint belachelijk te worden dat Sammie nog niet loopt. Daartegenover staat dat ze praat. En veel ook”

Daar staat tegenover dat ze praat. En veel ook. Op het bizarre af. Dat zeggen Carlijn
en ik niet alleen, dat zeggen ook de huisarts, Mevrouw Hetty van het Consultatiebureau en diezelfde vrienden die het belachelijk vinden dat ze nog niet loopt. Als zoveel mensen zeggen dat het zo is, dan is het gewoon zo. Eerlijk gezegd vind ik dat praten een stuk handiger dan het lopen. Onze vrienden en familie met even oude of iets oudere peuters beschikken dan wel over een lopend exemplaar, maar daar komt werkelijk waar geen zinnig woord uit. Het pruttelt wat, het murmelt en het huilt – vooral dan het laatste. Dat is logisch, want het is de enige manier waarop die kabouters iets kenbaar kunnen maken. Honger: huilen. Volle luier: huilen. Dorst: huilen. En omdat dat lopen van ze ook niet heel soepel gaat en er zodoende veel gevallen wordt: huilen.

Nee, dan Sammie. Bij zonnig weer vraagt ze zoetjes om haar ‘pun’ (zonnebril), bij regen om de ‘punsjun’ (poncho). Als ze ’s ochtends wakker wordt, wil ze ‘na beneeje’ (naar beneden) en ’s avonds roept ze ‘lekke slapen’ (welterusten). Als ze honger heeft, vraagt ze om een ‘tjam’ met ‘pussapasta’ (boterham met chocopasta) of een ‘banaan’ (banaan). Bij dorst bedelt ze om ‘sater’ (water) en als ze haar luier heeft bezoedeld, jodelt ze vrolijk ‘poeper’ (mama, ik heb gekakt). Als Carlijn en ik mensen begroeten met een welgemeende ‘hoi’, volgt Sammie een seconde erna: ‘hoi!’ Zodra ik naar de schuur loop om de grasmaaier te pakken, roept ze ‘maaien’. En ook heel handig: als ze in een supermarkt of op een terras door een vriendelijke doch onbekende persoon wordt aangesproken, kijkt ze diegene doordringend aan en zegt ze ‘slapen’. Wat inhoudt: ik moet naar bed, sorry, ik heb dus geen tijd voor een gesprekje met jou, jij duivelse bejaarde.

Zeg nu zelf: dat is heel schattig. En ik weet dat ik mild bevooroordeeld ben, maar dit alles lijkt mij bovendien een stuk handiger dan een niet sprekende peuter die continu tegen dingen op botst en bij het minste of geringste omver tuimelt. Om het daarna op een huilen te zetten. Nee, echt, ik vind het prima zo. Laat Sammie maar schuiven.

 

Marcel Langedijk is…45 jaar / freelance journalist en schrijver / samen met Carlijn / sinds 2016 papa van dochter Sammie

Lees meer column van Marcel:

 

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."