column marcel

Column Marcel: Over stiekem dromen van een huis met een tuintje

Door De Redactie

Dan volgt nu een kleine openbaring: ik twijfel weleens. Best regelmatig, eigenlijk. Je zou het gezien mijn baard, twee tatoeages en verder ook alleszins bijzonder stoere voorkomen misschien niet zeggen, maar het is zo. Met name op zondag.

Je kent dat gevoel denk ik wel: weekend voorbij, werkweek voor de boeg, wellicht nog even een klein wijntje met je geliefde en een opwekkende film op Netflix, maar wat overheerst is toch vooral twijfel. Bij mij dan, althans.

“De laatste elf maanden twijfel ik. Wil ik kleine Sammie wel laten opgroeien in De Grote Stad, in Amsterdam?”

Die twijfel is groots en meeslepend. De zin van het bestaan, zo diep gaat dat. Waarom leven wij, wat is het doel. Maar ook: hoeveel calorieën zitten er in een zak bolognesechips.
Dat soort dingen. Even over die chips: eet er iemand weleens ‘een handje’? Die term vind je altijd op calorieëntellersites en dan valt het inderdaad reuze mee met de transvetinname, maar wie – zeg me wie! – heeft er in godsnaam genoeg aan een handje? Chips moeten op! De hele zak! Enfin. Dat soort ellende, daar twijfel ik dus over.

De laatste elf maanden is daar een ander punt van twijfel bijgekomen. Deze twijfel heet: wil ik de kleine Sammie laten opgroeien in De Grote Stad? In ons geval Amsterdam, maar het had natuurlijk gerust Brussel of Parijs of Londen kunnen zijn. Ik ben niet van de Alles-wat-niet-tot-de-grote-stad-behoort- is-per-definitie-minder-beweging, maar het is wel een heel leuke stad, Amsterdam. Er zijn grachten, musea, restaurants, cafés, parken en veel van onze vrienden wonen er ook. Daar staat evenwel veel negatiefs tegenover. Het wemelt er bijvoorbeeld van de conceptstores, slowjuicezaken en koffiebarretjes. En van mensen die naar dat soort zaken gaan. Als je niet weet wat een conceptstore of slowjuicezaak is: fantastisch, hou dat zo.
Verder is het er schreeuwend duur, in die grote steden. Veel van onze vrienden kochten net voor de crisis een acceptabele woning voor een enigszins acceptabele prijs, maar Carlijn en ik waren toen nog onze vorige relaties aan het afronden – we zijn ook maar mensen – waardoor wij tot op heden nog zijn veroordeeld tot de gruwel die De Vrije Sector Huur heet. Daar hoef je verder niet veel van te weten, behalve dan dat het betekent dat onze jaarlijkse huur het bruto nationaal product van een middelgroot Afrikaans land met gemak overstijgt.

Ook niet leuk: het is er lawaaierig. Zo wonen we in een appartementencomplex waar ieder weekend wel een andere buur een feestje viert. Waardoor wij tot vier of vijf uur ’s ochtends last hebben van dansende, schreeuwende, feestende mensen. Tot slot is het druk in Amsterdam en dat maakt de kans dat je tegen volslagen gestoorden aanloopt groter dan in, ik zeg maar wat, Sint-Job-in-’t-Goor. Carlijn wordt bijvoorbeeld minimaal twee keer in de week verbaal lastiggevallen tijdens de dagelijkse boodschappen met Sammie, en het aantal malen dat we bijna aan flarden werden gereden door scooterjeugd zijn niet meer te tellen.
Onze vrienden – de Amsterdamse – zeggen dat we niet zo moeten zeuren. Dat dat erbij
hoort. Ze zeggen: leven in de grote stad is een feestje.

Maar sinds Sammie twijfel ik. Sinds Sammie voel ik stiekem iets voor leven in een kleine stad of misschien zelfs een dorp. In een huis met een tuintje. En iets meer ruimte. Voor heel veel minder geld. Zodat we bolognesechips light kunnen kopen. Want dat scheelt 60 calorieën. Per handje, maar toch.

MARCEL LANGEDIJK IS…43 jaar / freelance journalist en schrijver / samen met Carlijn / sinds 2016 papa van dochter Sammie

Nog meer Marcel over…

 

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."