mijn verhaal down
518478199

Mijn verhaal: Via een NIP-test ontdekte Eva dat ze een downkindje kreeg

Door De Redactie

Eva (42): “ We hadden alle hoop al opgegeven. Jarenlang probeerden we zwanger te geraken. Tevergeefs. Tot zo’n vijf jaar geleden. Toen die ene zwangerschapstest positief bleek, schreeuwden we het letterlijk uit van geluk. Zonder enige hulp bleek ik plots dan toch zwanger. Enkele dagen later wenste ook de gynaecoloog ons proficiat. Vijf weken zwanger was ik. En alles leek prima in orde. Ik herinner me nog dat Paul me vreemd aankeek toen de gynaecoloog heel voorzichtig over extra testen en een vruchtwaterpunctie begon. ‘Je ziet er zo ongelofelijk goed uit’, zei hij even later in de auto. ‘Ook ons kindje stelt het prima, daar twijfel ik niet aan.’ Maar omwille van mijn leeftijd was ik vastberaden. Dus maakte ik een afspraak voor een NIP-test waarmee je kunt nagaan of een kindje een chromosoomafwijking
heeft. Eerder pro forma. Ook ik was ervan overtuigd dat alles in orde was.

Tot enkele dagen later de gynaecoloog me opbelde. Of we konden komen? Hoe eerder, hoe beter. Het klonk niet goed. En dat voorgevoel werd nog diezelfde avond bevestigd. Ons kindje had een verhoogde kans op het syndroom van Down. Vanaf de vijftiende zwangerschapsweek was een vruchtwaterpunctie mogelijk. Dan zouden we het met zekerheid weten. Totaal van de kaart reden we naar huis. Paul was muisstil. En ik huilde om deze onverwachte barst in ons geluk. Zo lang al verlangden we naar een kindje. Nu gingen ze ons dit geluk toch niet ontnemen? Toen ik enkele weken later de vruchtwaterpunctie onderging, was ik opvallend rustig. Alsof ik me al had verzoend met het allerergste. Intussen wisten we al dat het een meisje was. We gaven haar een naam. Ze hoorde al helemaal bij ons. En dat gevoel bleef toen het uiteindelijke verdict viel. Ons dochtertje had het syndroom van Down.

“Wat doen jullie jezelf aan? hoorde ik anderen denken als ik zei dat ons dochtertje meer dan welkom was”

Of we de zwangerschap dan toch niet beter afbraken? vroeg de gynaecoloog ons. Wel vier keer kwam hij erop terug. ‘Bespaar jezelf en jullie kindje het leed’, ging hij verder. Ik wist niet wat ik hoorde. Het ging niet om zomaar een kind. Het ging om onze dochter. Paul en ik hadden steun verwacht maar kregen die niet. Ook onze omgeving reageerde niet zoals we hadden gehoopt. Wat wilden we onszelf aandoen? Hoe konden we zo’n kindje geboren laten worden? En eerlijk, heel even begon ik ook te twijfelen. Maar toch bleef mijn moedergevoel overheersen. Ik was er zo van overtuigd dat Julia mij had gekozen om haar mama te zijn. Hoe kon ik haar dan in de steek laten? Het was aan mij om voor haar te zorgen en haar lief te hebben. Bewust kiezen voor een kindje met een beperking stoot op zoveel onbegrip. Alsof een kind met een handicap per se een ongelukkig kind is. Voor Paul en mij was het duidelijk: ons dochtertje was meer dan welkom.

Julia werd enkele maanden later geboren. Haar oogjes zaten dichtgeknepen en waren nog gezwollen van de bevalling, en ze stonden een beetje schuin. Ze was prachtig. Onze dochter naar wie we zo lang hadden verlangd. En natuurlijk lag ik na de bevalling met gemengde gevoelens in dat ziekenhuisbed. Paul en ik wisten dat we voor een moeilijker parcours stonden dan de meeste prille ouders. Bovendien voelden we dat ook het weinige bezoek dat we kregen vaak erg onwennig was. Snel even kijken naar de baby om het dan over iets helemaal anders te hebben. Niemand zei ons hoe mooi ze was. Alsof enkel Paul en ik dat zagen. Ik verlangde zo naar huis. Lekker met ons drieën. Geen vervelende blikken of nare opmerkingen.

Julia is nu vier. Ze gaat naar de gewone kleuterschool. Een pienter meisje met heel veel vriendinnetjes. Als ik mijn kleine meisje tussen de andere kinderen zie lopen, ben ik trots. Julia is een gelukkig kind. En wij zijn gelukkige ouders. Ze leerde ons dat je bepaalde dingen in het leven niet in de hand hebt. Ook al zal ze een andere weg gaan dan de meeste kinderen, toch ben ik zo blij dat ik haar op de wereld heb gezet. Julia heeft al zoveel harten geraakt. Ze doet ons lachen. Haar kusjes zijn de zachtste ter wereld. ‘Mama is lief’, zegt ze me vaak terwijl ze haar armpjes om me heen legt. Om dan snel weer over te gaan tot de orde van de dag en verder door het leven te dansen. Ja, mensen kijken al eens als ik met haar door de stad wandel. Intussen heb ik geleerd die blikken te negeren, maar het blijft moeilijk. En kwetsend. Omdat Julia het mooiste is dat ons is overkomen. Natuurlijk denken Paul en ik aan de toekomst. Wat als Julia volwassen is? Hoe lang kunnen we voor haar zorgen? Maar niemand heeft een glazen bol. Dus kunnen we maar beter genieten van elke dag. Het is oké om anders te zijn. Ook dat heeft Julia ons geleerd.”

(Tekst: Barbara Claeys)

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."