dierbare herdenken

Een dierbare herdenken: iedereen doet het op z’n eigen, mooie manier

Door De Redactie

Als je iemand verliest die je graag ziet, doet dat onnoemelijk veel pijn. Gelukkig kun je in rituelen veel troost en houvast vinden om een dierbare te herdenken. Hoe, vertellen deze lezeressen.

Bieke verloor haar papa toen ze veertien was door een motorongeval

“ Ik liet ‘I will see you again’ op mijn voet tatoeëren. Het klinkt krachtig en hoopvol, helemaal zoals ik het aanvoel”

Bieke (23): “Mijn papa en ik waren twee handen op een buik. Ik was zijn enige dochter, zijn enige kind en we leken erg op elkaar. Mama ging graag op stap, maar papa en ik bleven liever thuis. Samen in de zetel hangen en televisie kijken, dat was ons kleine geluk. En af en toe een toertje op de motor maken. Dan zat ik achterop, en klemde me stevig vast aan hem. Zo ook die eerste zonnige lentedag. Tot plots, als een donderslag bij heldere hemel, het ondenkbare gebeurde. Verblind door de laagstaande zon misten we een verkeerslicht en reden we in op een vrachtwagen.

Als bij wonder had ik enkel een schrammetje, maar papa was op slag dood. Amper veertig was hij. Er was onnoemelijk veel verdriet, maar ik heb van meet af aan veel en goed over het ongeluk en over het verlies van papa kunnen praten. Dat heeft me geholpen bij de verwerking. Na zijn overlijden kreeg ik van mama een hangertje, en voor mijn achttiende verjaardag een ring met zijn vingerafdruk. Die geven met het gevoel dat papa nog altijd dicht bij me is, en dat troost me. Zeker op momenten dat het gemis weer pijnlijk hard opflakkert, zoals toen ik afzwaaide aan de middelbare school, of toen ik besloot duiklessen te nemen en zijn goedkeuring miste. Of als ik bepaalde nummers hoor die me aan papa doen denken. De muziek van André Hazes, ‘Papa’ van Stef Bos. Of een liedje dat ik pas na zijn dood ontdekte, en me heel erg troost: ‘See you again’ van Wiz Khalifa ft. Charlie Puth. De tekst liet ik onlangs op mijn voet tatoeëren. ‘I will see you again’ klinkt krachtig én hoopvol. Net zoals ik het voel.”

Wendy verloor haar mama op 67-jarige leeftijd aan de ziekte ALS

“Nu gaat papa met de kleinkinderen naar Oostende. Ze gaan naar terrasjes waar mama graag kwam, en bakken net als zij pannenkoeken”

Wendy (41): “Maar liefst achthonderd mensen waren op de afscheidsplechtigheid van mama. Ze is altijd onthaalmoeder geweest, kookouder bij de Chiro, en ze was lid van de Gezinsbond… Ze was zo sociaal en geliefd. Je kopje koffie stond al klaar nog voor je de drempel van haar huis over was. Maar mama die zo graag leefde, kreeg in de zomer van 2014 voor het eerst spierklachten. Nog geen jaar later viel de diagnose: ALS. Een keihard verdict, want die ziekte overleef je niet.

Toch hebben we nog twee waardevolle jaren met elkaar gehad, met twee mooie zomers aan zee. Mijn ouders hadden de traditie om met de kleinkinderen een weekje naar Oostende te gaan, en dat zijn ze blijven doen tot het echt niet meer lukte voor mama. Mama was gekend om haar kookkunst én om haar pannenkoeken die de kleinkinderen stuk voor stuk heerlijk vonden omdat ze een beetje vettig waren. (lacht) Die gewoonte – met de kinderen een week naar Oostende – zet mijn vader nu voort. Mama is nooit veraf, ook al is ze er niet meer. Hij doet met zijn negen kleinkinderen dezelfde terrasjes, mama’s foto krijgt een plek in het vakantiehuis en een van de kleinzonen probeert haar ‘vettige’ pannenkoeken te bakken.

Quasi even vanzelfsprekend blijft haar collectie vingerhoedjes ‘leven’. Mama was handig met naald en draad: ze herstelde scheuren, kortte rokjes in, naaide knopen aan. Ze had een vitrinekast vol, en haar verzameling groeit tot vandaag nog steeds aan. Iedereen die naar het buitenland gaat, blijft – ook nu mama er niet meer is – vingerhoedjes meebrengen. Uit Mexico, Parijs, Zeeland… Het zijn in die kleine dingen dat mama verder leeft.”

Caterine verloor twaalf jaar geleden haar oudste zoon Simon, toen 23

“Op dat smartphone-filmpje van zijn scoutsvrienden zag ik Simon op zijn best. Ik heb het nog honderden keren bekeken”

Caterine (59): “Pinkstermaandag, twaalf jaar geleden. Mijn toenmalige man en ik waren op motorweekend met vrienden in Jersey, toen mijn zoon Simon die avond op zijn motor over een autoweg reed. In de buurt van Gent werd hij gegrepen door een auto en van deze wereld geplukt. Hij reed niet te snel en het parket oordeelde dat hij niet in fout was, maar het was zo’n klap dat hij op slag dood was. Het nieuws bereikte ons door omstandigheden pas de dag erna, en na het schreeuwen, tieren en huilen kon ik alleen maar uitbrengen: ‘Simon is verongelukt. Hij is dood.’ Het was zo onwerkelijk om die woorden uit mijn eigen mond te horen.

Simon was een fantastische jongen: hij woonde net negen maanden alleen en was een zeescout in hart en nieren. Hij was vriendelijk, graag gezien en loyaal aan zijn familie én zijn kameraden van de scouts. Dat merk ik nog iedere keer als we samenkomen om hem te herdenken. De eerste keer was tijdens de afscheidsplechtigheid, tien dagen na zijn dood: daar toonden zijn scoutsvrienden unieke smartphonebeelden op de tonen van ‘Crazy’ van Gnarls Barkley. Ik zag Simon op zijn best: tussen zijn vrienden en ‘zijn’ scoutskinderen, uitgelaten en blij. Die blik in de pure privétijd van je kind krijg je als mama niet altijd te zien. Het maakte ontzettend veel in me los: het rauwe verdriet was intens, maar ik voelde ook erg veel warmte en verbondenheid tussen Simon en zijn kameraden. Dat filmpje heb ik nog honderden keren bekeken. Het is het mooiste geschenk dat zijn scoutsvrienden aan ons hebben gegeven. Het liedje van Gnarls Barkley hoor ik nog vaak op scoutsgelegenheden en is intussen uitgegroeid tot het lijflied van Simon. Dan weten we allemaal: Simon is hier!

Sinds zijn dood heb ik dat gevoel vaker. Zeker wanneer ik een aalscholver zie. Op Simons uitvaartplechtigheid cirkelden er op een bepaald moment drie meeuwen en een aalscholver boven ons hoofd. Nu duikt de aalscholver zo nu en dan nog in mijn leven op. Toen ik besloot te verhuizen naar een plek aan het water – geïnspireerd door mijn zeescout Simon – zag ik een prachtexemplaar neerstrijken op het water. Ik woon hier nu enkele jaren en hij blijft hier in de buurt. Ik zie hem elke dag! Ik voel dat Simon op die momenten erg dichtbij is. Mijn zoon is er niet meer, maar dankzij die aalscholver – en alle andere manieren waarop ik hem herdenk – slaag ik erin om Simon vast te houden in mijn hart.

Ik heb nog altijd contact met Simons vrienden die intussen dertigers zijn en kindjes krijgen. Simons beste vriend gaf zijn zoontje als tweede naam Simon. Dat maakt me zo trots. En ik vernam ook dat sommige van de kinderen waaraan Simon leiding gaf nog steeds zijn herdenkingsprentje op hun nachtkastje hebben staan. Hij was hun held, iemand naar wie ze opkeken. En dat blijft hij. Nu, twaalf jaar verder, weet ik dat je de eerste jaren door een periode van rauw verdriet gaat. Daarna worden de emoties iets minder scherp, iets leefbaarder. Maar wat er nooit verandert, is de onvoorwaardelijke liefde die je blijft voelen voor je kind. De herdenkingen versterken dat bij mij alleen maar, omdat ik telkens opnieuw zie welke impact Simon had en nog steeds heeft door zijn lieve, warme karakter.”

Griet verloor haar vriendin Bie (toen 52) aan een hersentumor

“Mensen samenbrengen was de sterkte van Bie. En dat doet ze nu nog steeds tijdens onze mei-wandeling. De sfeer is altijd vrolijk, en zij is all around“

Griet (53): “Haar hartelijke glimlach, haar gave om mensen met elkaar te verbinden, haar inbreng tijdens het lopen, het skiën, onze cultuuruitstapjes… Het was moeilijk om niet van Bie te houden, en de vriendschap die ze gaf, hield onze hele vriendengroep bijeen. Toen Bie zeven jaar geleden ernstig ziek werd en een hersentumor bleek te hebben, was dat voor ons allemaal een zware slag. De tumor kon bovendien slechts gedeeltelijk verwijderd worden, een tijdelijke oplossing. Het jaar daarna ging Bie’s gezondheid snel bergaf en wisten we dat het afscheid nabij was. Desondanks werd dat laatste bonusjaar met Bie memorabel: we hebben zoveel gedaan: naar toneelvoorstellingen en optredens gaan, wandelen, gewoon gezellig samen zijn. Toen ze haar laatste maanden en weken liever niet in het ziekenhuis wilde doorbrengen, hebben wij er als vriendengroep voor gezorgd dat er overdag altijd iemand in de buurt was. Daar reageerden haar familie en kinderen erg goed op. Bie zelf klaagde nooit tijdens haar ziekte en bleef ondanks alle ongemakken opgewekt. Ze was zo sterk en dat gaf – ook ons – veel positieve energie.

Het was een patiënt van Bie – Bie werkte als tandarts – die haar beloofde om de 1000 kilometer Kom op tegen Kanker te fietsen, en wij besloten die te sponsoren door een wandeling te organiseren. Een ‘Bie-zonder-wandeling’ met kunst en poëzie langs het parcours. We wandelen nu al vijf jaar in Bie’s voetsporen, en – behalve de opbrengst voor het goede doel – is het een reden om elkaar allemaal nog eens terug te zien: haar familie, haar kinderen, haar vele vrienden… Samen zijn we met zo’n tweehonderd mensen. Mensen samenbrengen was Bie’s sterkte, én dat doet ze nu nog steeds tijdens deze mei-wandeling. Bij mooi weer zeggen we tegen elkaar: ‘Typisch voor Bie, die altijd straalde’. En bij een regeneditie besluiten we dat Bie een grapje met ons uithaalt. (lacht) Bie is all around, en de sfeer blijft altijd vrolijk en opperbest. Zo’n wandeling organiseren doe je misschien niet voor om het even wie, maar wel voor Bie. Zij had zoveel kracht in zich. Maar we verliezen ook nooit het ruimere geheel uit het oog: deze wandeling maken we voor iedereen die met kanker te maken krijgt.”

Jolien verloor twee jaar geleden haar geliefde ‘vake’, toen hij 68 was

“De slaapmuts die hij droeg tegen koude oren, neem ik steevast mee als ik ergens naartoe ga waar het koud is. Zo zet ik zijn reis verder”

Jolien (19): “Vake – zo noem ik mijn grootvader – was een echte familieman, die graag lachte en mij het gevoel gaf dat ik bijzonder was. Hij was mijn allerbeste vriend, aan wie ik alles kwijt kon en van wie ik ontzettend veel heb geleerd. Toen hij na een hartaanval overleed, was dat voor mij een enorm verlies. Een gemis dat veel mensen onderschatten, denk ik.

Sindsdien gaat er geen dag voorbij zonder hem te vernoemen. Zijn foto staat thuis op de kast, altijd met een roosje erbij. Sinds de afscheidsplechtigheid, waar veel rozen werden uitgedeeld, staat die bloem symbool voor ‘vake’. Ik ga ze geregeld op zijn graf leggen en ik heb er ook eentje in zink laten maken die permanent op vakes plekje op mijn kamer ligt. Aan zijn graf vertel ik hem vaak over de grote en kleine dingen in mijn leven: over de aankoop van mijn eerste auto, een nieuwe uitdaging, een onderzoek in het ziekenhuis. Die zaken deel ik eerst met hem, zoals vroeger. Ik draag ook altijd een bedeltje met zijn vingerafdruk bij me, zijn vingerafdruk staat ook op mijn pols getatoeëerd en de slaapmuts die hij droeg tegen koude oren, neem ik steevast mee als ik ergens naartoe ga waar het koud is. Zo zet ik zijn reis verder.”

Hoe herdenken zij hun dierbaren?

Lien (24): “Bram was een goede vriend van me die uit het leven is gestapt. Tijdens zijn afscheidsplechtigheid mocht iedereen een steentje nemen uit een mandje. Ik draag Brams steentje altijd bij me, in een zakje aan de binnenkant van mijn handtas. En zo gaat Bram altijd met me mee. Het geeft me het gevoel dat ik zijn levensreis verder afleg en het stelt me gerust dat ik iets van hem bij me kan dragen.”

Blossom (27): “Wij laten op de verjaardag van de overledene – onze grootouders, maar ook onze huisdieren – een Chinese lantaarn op, met een persoonlijke boodschap eraan. Een fijne traditie waar elk van ons veel aan heeft.”

Peggy (48): “Vroeger stuurden we elkaar veel sms’jes, nu schrijf ik mijn beste vriend een brief die ik verbrand in een pot op zijn graf. De rook die naar boven gaat, is mijn manier om met hem te communiceren.”

Wendy (37): “Ik voelde pas weer innerlijke rust toen een deeltje van mijn grootvaders as in een hangertje aan mijn ketting hing.”

Marleen (58): “Ik herdenk mijn vader en schoonvader iedere week tijdens het afstoffen van hun foto’s, en maak dan een kort praatje met hen.”

Sofie (34): “Mijn vriend zei op zijn sterfbed dat hij zou terugkeren als vlinder. Sindsdien denk ik bij elke fladderende vlinder aan hem. Het is ook een grote troost voor ons zoontje, en de neefjes en nichtjes die hem ook missen.”

Hilde (55): “Mijn pa is begin juli gestorven. Ik heb een klein plantje gekocht en zijn as vermengd met de potgrond. Ik zie hem nu groeien…”

Kathleen (37): “Toen mijn grootmoeder stierf hebben we voor alle achterkleinkinderen een beer gemaakt van moemoe’s kleding. De beertjes stonden op de begrafenis bij haar kist, en hebben nu thuis een mooie plek gekregen.”

Ingrid (55): “Deze middag nog worteltaart gegeten, het lievelingsdessert van een collega die ik vorig jaar verloor.”

Ann (49): “Ieder jaar organiseren we een ‘moeke en vokke-feest’. Iedereen maakt een van ma’s succesgerechten, we spelen spelletjes uit hun tijd, hun muziek staat op en bij hun urne zetten we héél veel foto’s van vroeger.”

Greetje (41): “Toen mijn vader stierf, heb ik een kleine tatoeage laten zetten aan de binnenkant van mijn arm, dicht tegen mijn hoofdslagader. Op dat moment hielp het in de rouwverwerking, omdat ik iets kon dóén. Als ik het nu even niet meer weet of als ik het moeilijk heb, kijk ik naar de tatoeage en stel me de vraag: wat zou ons vokke doen of zeggen? Dat helpt bijna altijd…”

Rouwdeskundige Gerke Verthriest

“Een manier vinden om iemand te herdenken, werkt troostend en steunt je tijdens je rouwproces”

“Als een dierbare overlijdt, dan stopt de liefde voor hem of haar niet. Door die persoon te herdenken geef je die liefde op een andere, meer symbolische manier vorm. Hij of zij blijft in ons leven aanwezig op een zinvolle manier en dat is een bron van veerkracht. Herdenken is voor iedereen anders: je denkt aan iemand, je vertelt over iemand, je praat tegen de overledene of vraagt om raad. Je doet dingen zoals hij of zij het zou gedaan hebben (‘Ik maak hutsepot zoals mijn oma’). Je koestert voorwerpen of plaatsen. Of je neemt eigenschappen over (‘Mijn zieke kind was zo’n vechter, ik wil de moed ook niet laten zakken.’). Of je voorziet een speciaal moment waarop je familie en vrienden uitnodigt om samen iets te doen ter ere van de overledene, zoals een wandeling, een fuif…”

Herdenken we anders dan vroeger?

“We herdenken inderdaad anders dan onze grootouders deden. Toen ging je naar het kerkhof en was er een jaardienst. Vandaag zijn de manieren waarop we herdenken persoonlijker. Het kan belangrijk zijn om te beseffen dat die rituelen mogen veranderen in de tijd. Liet je op de sterfdag van je overleden kind altijd witte ballonnen op, maar voelt dat nu niet meer ‘juist’, of merk je dat de opkomst voor een herdenking kleiner wordt, dan is het zinvol om naar een ritueel te zoeken dat wel klopt. Soms is het moeilijk om een gewoonte los te laten of voel je je daar schuldig over, maar dan is het belangrijk om te zoeken naar wat voor jou een ‘goede’ manier is om de dierbare te herdenken. Het is niets anders dan zoeken naar manieren om iemand graag te blijven zien.”

Uit: Libelle 43/2018 – Tekst: Els De Ridder – Coverbeeld: Getty Images

Lees ook:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."