Positief opvoeden in 6 stappen

Door De Redactie
Kinderen horen niet graag "nee" en je zegt het niet graag. Enkele alternatieven om je grenzen eens anders te stellen!

1. Doe het even voor

Jonas (2) port zijn zusje onophoudelijk. Zijn vader zegt voor de zoveelste keer: “Stop ermee”, maar sommige kinderen kunnen niet stoppen omdat
ze niet weten wat ze dan wél moeten doen. Op zulke momenten kan je beter zelf een voorstel doen, ‘geef je zus maar een kusje’, bijvoorbeeld.
Zo krijgt Jonas een beeld in zijn hoofd van een andere bezigheid. Heel kleine kinderen moet je zelfs helpen bij de dingen die je van hen vraagt. Als je kind de kat slaat, zeg je ‘zachtjes’, en neem je zijn hand mee in een aaibeweging. Na een tijdje zal hij het uit zichzelf doen.

2. Zeg (een beetje) ‘ja’

Je kind zeurt om snoep bij het winkelen. Je zegt: “Geen snoep voor het eten”, met gejengel als gevolg. Probeer die ‘nee’ de volgende keer te
herformuleren als een ‘ja’: “Ja, je mag een snoepje hebben ná het eten, maar laten we nu een appel kopen.”

3. Geef uw kind een keuze

Je peuter speelt met een bal in de woonkamer en je houdt je hart vast voor de vensters. In plaats van te roepen: “Nee! Geen bal in huis”, kan je voorstellen: “Ofwel mag je binnen je bal rollen, ofwel ga je naar buiten en dan mag je gooien – je mag kiezen”. Waarom? Door je kind te laten kiezen, geef je hem het gevoel dat hij controle heeft over de situatie. Vooral kinderen tussen één en drie jaar oud worden op die manier aangemoedigd om kleine keuzes te maken. Maar probeer je kind niet te overrompelen met té veel keuzemogelijkheden. Voor peuters en kleuters zijn twee opties genoeg.

4. Deel in het plezier

Wees geen spelbreker, maar help je kind iets te vinden dat even leuk is als de verboden activiteit. In plaats van je op te winden over de puinhoop die je kind maakt als hij ontbijtgranen op de grond keilt, leid je hem beter af met iets dat even interessant is, zoals zijn favoriet speelgoedje. Door zijn aandacht én de jouwe in te zetten voor iets leuks, help je jezel relaxter om te gaan met de aankomende opruimklus.

5. Leg uit waarom

Leg je kind uit waarom zijn gedrag je stoort. Als hij met zijn armen op tafel bonst, kun je zeggen: “Je doet de tafel pijn als je er zo hard op slaat en daar wordt mama droevig van.” Hoewel het wat vreemd lijkt om te overleggen met een peuter, geef je hem zo wél een snelcursus inlevingsvermogen.

6. Klink resoluut

Kinderen leren de betekenis van het woord ‘nee’ door de intonatie. Je kan je boodschap ook overbrengen met dezelfde intonatie, maar met andere woorden. Gebruik die besliste toon alleen als je kind moet weten dat hij niet met je moet sollen. Je kan zo ook een indringende blik gebruiken om je kind iets duidelijk te maken.

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."