Zorg voor zelfvertrouwen bij je kinderen
Kleine verantwoordelijkheden.
Misschien ligt de oorzaak van het verdwijnen van dat zelfvertrouwen wel in het feit dat, eens kinderen naar school gaan, ze meer verantwoordelijkheden krijgen. Faalangst kan in de weg komen staan en zo raakt je kind ontmoedigd om nieuwe dingen te doen. Kleine verantwoordelijkheden thuis kunnen dat verhelpen. Als het kind ziet dat het in staat is om een taak wel te doen slagen thuis, zal de angst minder groot zijn op school.
Laat je zoon of dochter dus bepaalde taken alleen doen. Kleren klaarleggen voor de volgende dag, de planten water geven, sokken sorteren en opplooien, de eigen boterham samenstellen, de auto wassen..
Geef het gevoel dat hij of zij volwassen behandeld wordt.
De kleine leuke verantwoordelijkheden zijn al een stap in de goede richting, maar ook de basisdingen van het volwassenleven aanleren kan een boost in het zelfvertrouwen geven. Als jullie gaan winkelen, laat je kind dan alle dingen die je nodig hebt halen. Jaag je niet op aan het feit dat er niet zo efficiënt zal gewinkeld worden als jij gewoon bent (je zal meerdere rayons meer dan 2 keer moeten doorlopen). Je kind zal enorm trots zijn als hij of zij het tot een goed einde bracht.
Focus op de talenten.
Doordat je kind vooral angstig is rond alles wat het niet zo goed kan, is het belangrijk om net te focussen op de talenten en aspecten waar jouw kind wel goed in is. Heeft het een aanleg voor taal? Ga dan naar de bibliotheek en stimuleer het lezen zo veel mogelijk. Is jouw kind eerder sportief, schrijf het dan in in een sportclub. Denk maar eens wat het doet met jezelf als je ergens goed in bent, je bent trots op jezelf en voelt je goed. Het kan een optrekker zijn in de mindere momenten om te weten dat je toch nog andere dingen hebt waar je goed in bent.
Positief complimentjes geven.
Met complimentjes moet je niet overdrijven, kinderen weten sowieso dat hun ouders enthousiaster zijn over wat ze doen dan iemand anders. Maar de manier waarop je een complimentje geeft is wel belangrijk. Zeg geen dingen in de aard van “waauw, wat ben jij toch een braaf en lief meisje”, geef specifieke opmerkingen zoals “Amai, wat zou ik toch zonder jou moeten doen, je hebt die sokken enorm goed en snel opgeplooid”. Even laten weten dat ze iets goed doen zal meer opbrengen dan te focussen op wat ze minder goed doen. Ook bij opmerkingen op slechte dingen is het belangrijk om toch te zeggen dat je hen graag ziet (dit is zeker een uitdaging!)