
Anne Davis schrijft al 26 jaar elke week in Libelle, goed voor 1350 columns!
Ze schrijft als geen ander hoopvol, knipogend en relativerend over het leven, dat ook haar niet spaart. Ontzettend geliefd is ze, bij onze lezeressen. En dat is helemaal wederzijds, zo vertelt Anne Davis hier zelf.
Over Libelle
Als je ooit een bewijs wilde hebben dat leeftijd niet meer dan een getal is, dan is Libelle het wel. Want het blad heeft helemaal niks van een oude dame, en als ik op mijn tachtigste nog zo bij de tijd, bij de les en open van geest mag zijn als Libelle, dan ga ik dat ook uitgebreid vieren.
Intussen schrijf ik al 26 jaar voor Libelle, en dat is goed voor zo’n 1350 columns. Moeilijk te geloven, en als iemand had gezegd: “Wil jij 26 jaar of misschien nog wel langer elke week een stukje schrijven?”, dan was ik in een hoekje gaan zitten krijsen van pure paniek. Maar daar denk je niet aan als je eraan begint. Toen het me indertijd gevraagd werd, heb ik er eerst vijf geschreven voor ik echt ja zei, om te kijken of ik het wel kon. En voor ik het wist, zat ik aan de tiende, en toen de honderdste, en opeens waren het er duizend.
“Als een stukje klaar is, lees ik het niet meer terug, want ik ben bang dat ik het dan onzin zal vinden”
Als ik terugkijk op die eerste columns, merk ik dat mijn stukjes in de loop der jaren steeds persoonlijker zijn geworden. Net zoals dat gaat bij een vriendschap, denk ik. In het begin wil je natuurlijk alleen je leuke kant laten zien, en je durft je niet goed bloot te geven. Omdat het toch een beetje raar is zoveel over jezelf te vertellen, en over je familie. Best een beetje verwaand ook, om te denken dat anderen daarin geïnteresseerd zijn. Maar je wordt ouder, en je krijgt fijne reacties, en dan durf je langzamerhand wat dieper te gaan. Net als bij zo’n vriendschap.
Het leven als inspiratie
Mensen vragen soms waar ik mijn inspiratie vandaan blijf halen. Dan kan ik alleen maar zeggen: gewoon, uit het leven. Want iedereen beleeft elke dag wel wat, en iedereen heeft een leven vol ups en downs en boeiende momenten en grappige voorvallen, en het enige verschil is dat ik ze opschrijf.
Mensen zeggen soms ook: ik zou best een column over mijn leven kunnen schrijven, of zelfs een boek. En dan zeg ik: dóén. Want alles wat je deelt met de rest van de wereld vindt ergens wel weerklank, en zo niet, dan heb je het in elk geval van je afgeschreven. Of ze zeggen: ik heb zoiets leuks meegemaakt, daar kun jij een column over schrijven. Maar nee, dat kan ik niet, want ik heb het niet zelf meegemaakt en ik schrijf alleen over wat mij echt overkomen is. Dan zeg ik: schrijf die column zelf, mensen gaan er iets aan hebben.
“Mijn columns werden in de loop der jaren steeds persoonlijker. Net zoals dat gaat bij een vriendschap”
Als een stukje eenmaal klaar is, lees ik het niet meer terug, want ik ben bang dat ik het dan suf zal vinden, of volslagen onzin, of verwaand. Of dat ik er spijt van zal krijgen. Als ik dan toevallig toch een column tegenkom, valt het meestal wel mee, want ik probeer aardig te blijven. Alleen één keer heb ik geschreven over een rijke kennis hier in Engeland, die niet met me gedeeld had dat mensen met een zieke man als de hare of de mijne recht hebben op een bepaalde toelage.
En net dát stukje las een vriendin van haar, die in Engeland woont maar veel naar België komt. Ze heeft hem heel tactvol nooit doorgegeven, maar evengoed schaamde ik me diep. Ik kan er nog van wakker liggen, met samengeknepen handen en gloeiende kaken van ellende. Ik had oud en wijs genoeg moeten zijn om te weten dat je beter niks zegt als je niks aardigs te zeggen hebt.
Intussen denk ik dat ik toch wel wat wijzer geworden ben. Met schade en schande soms, en soms omdat ik met wijze mensen ben omgegaan. En soms gewoon omdat ouder worden je niet alleen grijze haren geeft, maar ook een beetje meer gezond verstand.
Lessen die ik leerde door het schrijven van columns
Ik heb dingen bijgeleerd, in de loop der jaren, door het schrijven van de columns, én door na te denken over wat ik meegemaakt heb. En ik probeer ze te gebruiken in het leven:
1. Niet iedereen hoeft je aardig te vinden
Waarom zouden ze? Ik vind zelf ook niet iedereen leuk. Eén op de vijf mensen mag je niet, heb ik gelezen. Dan zijn er vier over die je wel aardig vinden, en dat is best veel.
2. Of je nu arm bent of rijk, iedereen maakt zich zorgen over geld
Die kennis die de tip van de toelage niet doorgaf, is schatrijk, maar denkt dat ze ooit niet genoeg zal hebben. Ik vermoed dat zelfs Elon Musk af en toe ligt te piekeren nu hij zoveel verloren heeft. En het leven is duur en sommige mensen kunnen écht niet meer rondkomen, en hebben recht om zich zorgen te maken. Ikzelf merk dat ik rijker ben geweest dan nu, en armer dan nu, maar dat alles wat met geld te maken heeft, me nog altijd een knoop in mijn maag geeft.
3. Wat voor jou bestemd is, gaat niet aan je voorbij
Zo vertelt het verhaal van Mulla Nasruddin, die wist dat de Dood hem zou komen halen. Hij vluchtte naar een andere stad… en kwam daar de Dood tegen. Maar ook met goede dingen is het zo. Als je een droomhuis ziet, en alles zit tegen, en je denkt: ik geef niet op, het is voor me bestemd, dan lukt het vaak toch. Een beetje vertrouwen kan wonderen doen.
4. Alles wat je meemaakt, is een levensles
Er zijn momenten geweest waarop ik dacht: het leven is oneerlijk. Waarom moet mij dit nu weer overkomen? Maar later kijk ik er dan op terug en zie dat het een stap was naar iets anders, en dat ik ervan geleerd heb. Soms is zo’n les keihard, maar ik vond wiskunde ook keihard en ik heb toch een voldoende gehaald op mijn eindexamen. Al ben ik intussen het meeste weer vergeten.
5. Je kunt naar boven kijken, of naar beneden. En allebei is het nuttig
Als je iemand ontmoet die je bewondert, of als je iets wilt bereiken dat moeilijk is, kijk dan omhoog en doe je best om datzelfde te bereiken, of meer zelfs misschien. Maar soms, als je ontevreden bent en jezelf best zielig vindt, is het goed om naar beneden te kijken, naar mensen die het moeilijker hebben dan jij. Met een beetje geluk kun je zo iemand dan een hand geven en een stukje mee naar boven trekken. Anders helpt het al als je beseft dat je het zelf nog zo slecht niet hebt. Omhoog of omlaag kijken, het heeft allebei zin. Het enige wat je niet moet doen, is je ogen sluiten voor wat er om je heen gebeurt. Daar word je alleen maar eenzaam van.
6. Als je moet kiezen tussen doen en niet doen, ga dan voor dóén
En je eerste gedachte is meestal de juiste. Ik heb de beste beslissingen in mijn leven genomen door mijn intuïtie te volgen en in het diepe te springen. Natuurlijk heb ik weleens spijt gehad. Maar lang niet zoveel spijt als wanneer ik voorzichtig aan de kant was blijven staan, en kansen aan me voorbij had laten gaan.
7. Beter geluk dan gelijk
Ik heb midden in een ruzie ooit gezegd: “Zullen we het laten rusten en opnieuw beginnen?” en ik heb er de beste vriendschap van mijn leven mee gered. Ook sorry zeggen kan wonderen doen. Ik denk dat ongelijk bekennen belangrijk is in elke relatie. Het betekent ook dat je de sorry van de ander kunt aannemen, er een zoen op kunt geven en hem in de prullenbak kunt gooien.
8. Beter een goede buur én een verre vriend
Natuurlijk hebben we goede buren nodig. Er zijn er zeker drie in onze dichte buurt die de echtgenoot al eens van de grond hebben geraapt omdat hij gevallen was. Wankel zijn is een uitstekende manier om je buren te leren kennen, hebben we ondervonden. Er is ook de buurvrouw die ons Indiaas eten komt brengen en er is Tich van vier huizen verder, onze persoonlijke engel.
Maar de verre vrienden, die zijn even belangrijk. De vriendinnen in België, die berichtjes sturen en er altijd zijn. De vriendin van de zoon in Japan, die ons helemaal warm maakt met haar liefde voor de zoon. Mijn metekind, altijd weer, en haar gezinnetje. Er zijn de collega’s van Libelle, die zomaar een bos rozen sturen omdat ze vinden dat ik een opkikker kan gebruiken.
En ook de lezeressen van Libelle zijn vriendinnen geworden. Er zijn er die ik persoonlijk ontmoet heb, er zijn anderen die me mailen en laten weten dat ze meeleven. Die de echt-genoot misschien niet van de grond kunnen oprapen als hij valt, maar die mij wel oprapen als ik het soms moeilijk heb. Goede buren en verre vrienden, ze maken je leven compleet. En ook: ze geven stof voor columns. 100 jaar Libelle zullen mijn columns niet halen, maar op naar de 81, dát moet lukken.