5 gouden zaai-tips
Nu het moestuinseizoen is aangebroken, kan je je volledig laten gaan. Radijs, sla of spinazie uit eigen tuin? Allemaal beginnen ze als piepklein zaadje, maar met de juiste start groeien ze uit tot heuse smaakbommetjes. Met deze zaai-tips lukt het altijd!
1. Ideale groei-omgeving
Voor je begint te zaaien is het belangrijk dat je grond fijn geharkt is. Denk er ook aan dat zaden makkelijker kiemen in een vochtige omgeving. Giet je grond dus voor je begint te zaaien.
2. Op een rijtje
Kriskras door elkaar zaaien kan perfect, maar soms is het aangeraden om mooi op een rijtje te zaaien. Hierdoor zie je in een oogopslag het verschil tussen onkruid en jouw opkomende scheutjes. Zet er nog een etiket met naam bij en je zit helemaal goed!
3. Met je handen
Haal het zaad altijd uit het zakje. Wanneer je de zaadjes in je handen neemt, heb je er meer voeling mee en kan je gerichter zaaien. Als je rechtstreeks vanuit het zakje zaait, riskeer je namelijk dat je te onregelmatig en dik zaait.
4. Genoeg ruimte
Bedenk dat elk zaadje uitgroeit tot een plantje. Eén radijszaadje moet dus voldoende plaats krijgen om te kunnen ontwikkelen tot een dik knolletje. Hoe diep de zaden in de grond moeten, hangt af van hun grootte. Dikke zaden mogen tot 4 centimeter diep, terwijl fijn zaad nauwelijks bedekt moet worden.
5. Verdeel en heers
In plaats van in één keer het hele zakje op te zaaien, kan je beter om de paar weken enkele rijtjes zaaien. Op die manier verspreid je de tijd waarop de groenten geoogst kunnen worden, waardoor je langer kan smullen van die verse vitaminen.