
Mijn verhaal: Tamara voelt zich nooit meer zorgeloos sinds een inbraak bij haar thuis
Tamara kreeg twee jaar geleden een dievenbende over de vloer, en is sindsdien wantrouwig en snel ongerust.
Ravage in huis
Tamara (40): “Het is nu bijna twee jaar geleden, maar ik herinner het mij nog alsof het gisteren was… Mijn man Koen en ik kwamen thuis van een etentje, en de voordeur zat geblokkeerd. Eerst vonden we het grappig, we dachten dat we ze zelf klunzig hadden afgesloten, maar al vrij snel volgde een onbehaaglijk gevoel. Via de garagepoort raakten we toch binnen en daar zagen we meteen de ravage. Kasten stonden open, papieren lagen verspreid over de grond en het doodsprentje van mijn overleden collega stak nog uit een lade die ze opengebroken hadden.
Na enkele minuten was de politie er. De agenten waren begripvol, maar ook duidelijk: de kans dat we ooit nog iets van onze spullen zouden terugzien, was zo goed als onbestaande. Het ging vermoedelijk om een dievenbende. Er werden verschillende soorten voetstappen gevonden, maar geen enkele vingerafdruk. Zo was de pakkans heel klein.
Was ik alleen thuis, dan zat ik met een mes op de sofa te wachten tot mijn man thuiskwam
Er bleek heel wat weg te zijn. Onze laptops van het werk bijvoorbeeld, waardoor we in één seconde technisch werkloos waren. Dat was vervelend, maar erger vond ik het dat onze persoonlijke spullen weg waren: ze hadden onze reiskoffers uit onze kelder genomen en gevuld met alles wat ze vonden. Mijn hele juwelenrekje was verdwenen en Koens dure horloge en de zegelring van zijn overleden vader waren weg. Maar ook kleren, handtassen en schoenen hadden ze meegegrist. Koen had geen schoenen meer over, enkel nog het paar dat hij aan zijn voeten had. Ze hadden zelfs make-up gestolen en in mijn lade met ondergoed gesnuffeld.
Alles bij elkaar opgeteld, bleek er voor 15.000 euro gestolen. En het was duidelijk: de dieven wisten heel goed wat waarde had en wat niet, want goedkope spullen hadden ze laten liggen. We namen drie dagen verlof om te zoeken naar onze spullen, reden langs velden in de buurt in de hoop dat de inbrekers iets hadden achtergelaten en schuimden tweedehandssites af. Maar we vonden niets. We reden het hele land rond om bonnetjes en aankoopbewijzen te verzamelen voor de verzekering.
Geen rust
Helaas was het allemaal een maat voor niets: boven stond er een slaapkamerraam in kiepstand en dat was voor de verzekering genoeg om zich terug te trekken en niets uit te betalen. Er zat niets anders op dan de kwestie te laten rusten. Dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik wil niet materialistisch klinken, maar ik heb echt gerouwd om die verdwenen spullen. Mijn trouwring was weg, maar ook aan de rest was ik gehecht. Shoppen is mijn hobby, ik kan jarenlang zoeken naar het perfecte paar oorbellen voor bij mijn outfit. En mijn hart maakt een sprongetje als ik de perfecte jas voor bij een rok vind, bijvoorbeeld. Ik voelde me ontriefd en ik vond het vreselijk dat vreemden in mijn spullen geneusd hadden.
En dan was er nog het mentale luik. Hoewel we een alarm lieten installeren, vond ik geen rust. De eerste nachten waren het ergst. Ik schoot geregeld wakker en lag verlamd in bed, omdat ik dacht dat er iemand in onze kamer stond. Of ik had slapeloze nachten en stond door het raam te staren om te kijken of ik niets verdachts zag. Maar ook overdag was ik op mijn hoede. Mijn man en ik spraken af om op hetzelfde uur thuis te zijn, omdat ik niet meer alleen durfde te zijn. En was hij er toch niet, dan belde ik mijn vader om mij gezelschap te houden aan de telefoon. Of erger: ik zat met een mes in de zetel te wachten op Koen. Bij ieder geluid dat ik hoorde, dacht ik meteen het ergste: het zal toch niet opnieuw waar zijn?!
Hoe hadden de dieven kunnen weten dat we die avond uiteten waren? Werden we in de gaten gehouden? Ik begon mensen in mijn hoofd te beschuldigen
Toen het alarm eens afging, was het helemáál blinde paniek. Mijn hart bonkte in mijn keel en mijn oren suisden, tot ik hoorde dat het vals alarm was. Ik begon ook na te denken over de daders. Omdat die leken te weten waar onze reiskoffers stonden, vroeg ik mij af of het iemand was die al eens bij ons thuis was geweest. Ik begon na te gaan wie er ooit binnen was geweest. Of werden we al een lange tijd in de gaten gehouden? En hoe hadden de dieven kunnen weten dat we die avond uiteten gingen? Ik begon mensen in mijn hoofd te beschuldigen. Ik heb zelfs een keer de politie gebeld omdat ik twee ‘verdachte’ mensen in de straat zag. Het bleken de nieuwe buren te zijn.
Ondertussen gaat het iets beter, maar ik ben nog steeds niet de oude. Er is een tijd voor en na de inbraak, ik zal nooit meer zorgeloos zijn. Ik ben snel ongerust en altijd alert. Zie ik in de winkel iemand iets uit zijn tas nemen, dan denk ik al snel dat die wil stelen. Vroeger vond ik het fijn om nieuwe mensen te ontmoeten, nu ben ik terughoudender en snel wantrouwig.
Ik kreeg veel steun, zo zochten collega’s mee op tweedehands-sites naar onze spullen. Maar er waren ook kwetsende opmerkingen. ‘Ach, ze zullen wel niet opnieuw komen’, of ‘Nu kun je toch fijn gaan shoppen’, klonk het. Net om die reden wil ik mijn verhaal delen. Er gebeuren jaarlijks zoveel inbraken en ik wil andere slachtoffers een hart onder de riem steken. Hen laten weten dat ze niet alleen zijn, als ze net als ik met een bang gevoel blijven zitten.”
Meer openhartige verhalen
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!