Mijn verhaal
“Inmiddels zijn we lichamelijk zo van elkaar vervreemd dat ik niet meer weet hoe hij aanvoelt. Ik weet niet meer hoe hij ruikt, hoe zijn lippen smaken…”
Door De Redactie

Marieke en Mark zijn gelukkig getrouwd, maar een vreselijke diagnose bracht een einde aan hun fysieke relatie…

Nooit een knuffelaar

Marieke (64): “Mijn man Mark, nu negenenzestig, praat vaak heel open over zijn ziekte, althans toch naar anderen toe. Zelfs zijn impotentie houdt hij daarbij niet verborgen. ‘Gelukkig zijn er genoeg andere manieren om elkaar te beminnen, toch?’ wordt er in zo’n gesprek dan vaak gezegd. Dat beaamt Mark volmondig.

Op zo’n moment voel ik een pijnscheut door me heen trekken. De verhulde waarheid is dat hij mij met geen vinger meer aanraakt. Ik zou al zo gelukkig zijn als hij zijn hand eens op de mijne zou leggen. Maar het fysieke contact, dat is volledig verdwenen met die vreselijke diagnose die twaalf jaar geleden ons leven op z’n kop zette.

We genoten van elkaar en van het leven. Ook in bed hadden we het meer dan goed

We waren toen tien jaar samen en we hadden het heerlijk. We hebben zoveel meegemaakt samen, zowel pieken als dalen, maar we genoten van elkaar en van het leven. Ook in bed hadden we het meer dan goed. Mark was alleen niet zo’n knuffelaar. Van huis uit was hij dat niet gewend, ook van zijn ex had hij het niet geleerd. Zo heeft hij zijn moeder pas voor het eerst een kus gegeven toen wij al samen waren. Ik daarentegen ben opgegroeid in een warm nest en stápelgek op knuffelen. En ook al gebeurde het dan alleen op míjn initiatief, Mark knuffelde altijd wel met mij mee.

Die vreselijke diagnose

Zijn kanker werd puur bij toeval ontdekt. Toen Mark griep kreeg en we toch bij de dokter waren voor een bloedonderzoek, drong ik erop aan dat hij zich ook op prostaatkanker zou laten testen, omdat ik wist hoe belangrijk dat was eens boven de 50.

Al snel bleek er iets grondig mis en er volgde een biopsie. Op de dag van het verdict weigerde Mark om naar het ziekenhuis te gaan, dus ben ik in zijn plaats gegaan. De arts mocht mij de uitslag eigenlijk niet vertellen, maar begreep dat het niet anders kon. Dus hij zei het toch: Mark had kanker en moest zo snel mogelijk behandeld worden.

Die dag begon mijn eenzaamheid. Huilend ben ik naar huis gereden, een rit van een uur. Ik voelde dat ons leven voorgoed zou veranderen. Mark onderging een operatie, kreeg radiotherapie en een hormoonbehandeling. Er was ons verteld dat de kans op blijvende incontinentie en impotentie hoog was. Gelukkig kwam het weer goed met de incontinentie.

Hij gaf aan vanaf nu ook niet meer te willen knuffelen. Hij kon het niet meer, en daarmee uit

Maar toen we na maanden eindelijk weer eens probeerden te vrijen, lukte dat niet. Ik wist van de arts dat daar iets aan te doen was, met medicatie of een injectie. Maar Mark wilde daar niets van weten en dat maakte me zó verdrietig. Nog erger was dat hij aangaf vanaf nu ook niet meer te willen knuffelen, want dat lag voor hem in het verlengde van seks. Hij kon het niet meer, en daarmee uit.

En inderdaad: hij heeft me nooit meer aangeraakt. Hoe ik ook heb gehuild en gesmeekt. Hoe vaak ik hem ook heb proberen uit te leggen hoe belangrijk een arm om mij heen voor mij is, of een lieve knuffel. Maar ik kreeg het hem niet aan zijn verstand. We hebben zelfs gesproken met een bevriend psycholoog. Op dergelijke momenten zei Mark ja, maar in de praktijk kwam er niets van terecht. Zelfs in bed mocht ik niet meer dichtbij komen, als ik toenadering zocht kroop hij meteen weg.

Fysieke troost

Ik voelde me steeds eenzamer worden. Er is veel gebeurd de afgelopen jaren: mijn dochter overleed, ik kreeg zelf ook kanker en ben een borst verloren. Enige tijd daarna overleed mijn schoondochter. Vreselijke dingen, waardoor ik wel iets anders aan mijn hoofd had, maar wat bleef het pijn doen dat Mark mij nooit eens fysiek troostte, me stevig vastpakte en ik in zijn armen kon uithuilen.

Ik zie de man die ik nog altijd intens liefheb, naar wie ik nog steeds verlang en tegelijk ook zo hard mis

Inmiddels zijn we lichamelijk zo van elkaar vervreemd dat ik niet meer weet hoe hij aanvoelt. Ik weet niet meer hoe hij ruikt, hoe zijn lippen smaken. We slapen elke nacht naast elkaar. Soms lig ik wakker, dan kijk ik naar hem en zie de man die ik nog altijd intens liefheb, naar wie ik nog steeds verlang en tegelijk ook zo hard mis. Omdat ik weet dat het nooit meer zal gebeuren.

Eén keer heb ik een affaire gehad, zeven jaar geleden. Ik dacht toen dat ik me gelukkiger zou voelen als ik dat wat ik thuis niet kreeg, ergens anders zou vinden. Maar ik voelde me er ontzettend schuldig over. Tijdens een woordenwisseling heb ik het Mark verteld. Het raakte hem enorm, hij moest huilen. Maar zei uiteindelijk dat hij het begreep, dat hij me fysiek inderdaad niets te bieden had en dat ik dat dus maar elders moest zoeken.

Zolang hij er maar niets van zou weten, was het oké voor hem. Z’n gelaten reactie deed me vreselijk veel pijn. Het was niet wat ik wilde horen. Ik wílde helemaal geen ander, ik wilde Mark. Ik probeer te accepteren dat de situatie nu eenmaal zo is. Want buiten dit aspect zit het goed tussen ons. We doen veel leuke dingen, delen dezelfde interesses en zijn dikke maatjes. Dus het is niet anders.

Heel soms, als hij weer laconiek tegen vrienden heeft gedaan over zijn impotentie, confronteer ik hem er nog weleens mee. Dan haalt hij zijn schouders op. Het is absoluut niet bespreekbaar en dat zal het ook nooit worden.”

Nog meer straffe verhalen uit het leven gegrepen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."