Koen

Over onverwachtse gesprekken en nieuwe inzichten

“Het gesprek met de vrouw leert ons dat er een verschil is tussen onze ‘pijntjes’ en haar chronische pijn”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

In een bos bij ons in de buurt ligt nog zo’n bospad met een ‘fit-o-meter’. In de jaren tachtig en negentig waren die bijzonder populair, maar nu zie je er nog maar weinig.

Voor wie het niet kent: dat zijn die routes met houten toestellen waarbij je tegelijk je hamstrings, je doorzettingsvermogen en je zelfbeeld kunt testen.

Het is een stralende dag en tijdens een wandeling besluiten Ilse en ik spontaan om ook eens wat te fit-o-meteren. We zijn net bezig met een oefening waarbij je onder een lage balk moet doorkruipen, wanneer een traag joggende vrouw stopt.

Ze is een jaar of vijftig en begint aan wat op een plakkaat als een ‘rugversterkende oefening’ wordt aangeprezen. Bij haar eerste beweging lijkt ze door haar rug te gaan, en Ilse en ik schieten dichterbij, maar ze zegt dat het wel gaat.

De vrouw vertelt dat ze in de koude, natte maanden soms letterlijk niet meer uit haar zetel geraakt

We raken aan de praat en ze vertelt dat ze al jaren met chronische rugpijn sukkelt. Dat ze in de koude, natte maanden soms letterlijk niet meer uit haar zetel geraakt en dat de dokters haar zachtjes voorbereiden op het feit dat er in de toekomst misschien winters aankomen waarin ze een rolstoel zal nodig hebben.

Ze wuift de gedachte letterlijk weg en lacht moedig dat ze elk jaar opnieuw uitkijkt naar de zomer. Niet dat de pijn dan verdwijnt, maar in de warmte wordt hij wat draaglijker voor haar. Ze rolt met haar ogen alsof ze wil zeggen: kijk me hier weer eens ‘zagen’.

Niet dezelfde pijn

Wij knikken begripvol. Ilse zegt dat ze haar heel goed begrijpt. En het mag dan misschien zo zijn dat vanaf een bepaalde leeftijd bijna iedereen wel ergens met pijn sukkelt, er is toch een groot verschil met wat die vrouw moet ondergaan.

Die ‘bijna iedereen’ klopt echt, zo blijkt wanneer je met vrienden of collega’s praat. Meer mensen dan je zou denken dragen dagelijks pijn met zich mee. Rug, nek, schouders, gewrichten, hoofd, knie, heup, buik: het lijstje is even lang als er lichaamsdelen en organen zijn.

En al die mensen proberen allemaal gewoon door te doen. Ze werken, lachen, doen boodschappen, maken grapjes en zorgen vaak zelf nog eens voor anderen. Dat vind ik bewonderenswaardig.

Zelf sukkel ik al sinds mijn studententijd met nekpijn. Het is zo’n pijn die je niet ziet, maar er altijd is

Ilse en ik hebben, onder meer door twintig jaar te werken in de wijngaarden, ook al wel onze pijntjes. Ilses zwakke plek is haar rechterschouder, die ooit ‘bevroren’ is geweest en waarmee ze sindsdien enorm moet oppassen dat ze zich niet ‘overdoet’.

Zelf sukkel ik al sinds mijn studententijd met nekpijn. Het is zo’n pijn die je niet ziet, maar die altijd op de achtergrond aanwezig is. Ze is er niet met toeters en bellen, maar eerder als een koppige gast op een feestje die weigert te vertrekken.

Door die nek slaap ik zelden door. Eén, misschien twee keer per jaar sta ik ’s morgens op met het gevoel: aha, zo voelt echt wakker zijn!

De rest van het jaar voel ik me onuitgeslapen, soms een tikje duizelig, en razend jaloers op mensen die zonder problemen hun hoofd van links naar rechts kunnen draaien, of zonder verpinken een halfuur aan een stuk schuin kunnen kijken tijdens een vergadering of een avondje bij vrienden.

Een stille vorm van moed

Maar zo’n gesprek zoals dat met deze dame werkt relativerend. Zij leert ons nog eens dat er een verschil is tussen pijn die ons hindert en háár pijn, die het bij wijlen onmogelijk maakt om normaal te functioneren.

Chronische pijn is niet spectaculair. Hij staat niet op je gezicht geschreven. Maar hij vraagt wel een stille vorm van moed. De moed om elke ochtend op te staan met iets wat je liever kwijt dan rijk bent, en toch te zeggen: kom maar, dag, we gaan er samen weer tegenaan.

Soms lacht je lijf je in je gezicht uit, omdat je overmoedig bent en het huis uit wilt

Soms gaat het niet zonder loeiend zware pijnstillers, zegt ze. En dan lacht je lijf je in je gezicht uit, omdat je overmoedig bent en het huis uit wilt. Maar vandaag geniet de vrouw er duidelijk van dat de oefeningen haar goed afgaan.

Als ze klaar is, is haar gezicht helemaal opgeklaard. Ze wenst ons vrolijk een goede dag en loopt, een stukje sneller dan daarnet, verder het bospad op. Onze volgende oefening is een zware balk die je hurkend moet optillen. Ilse en ik schudden tegelijk ons hoofd. Sommige dingen kun je maar beter gewoon vanop afstand bewonderen.

Nog meer columns?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtje

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."