6 tips voor een mooie strijk
Strijken, you hate it or you love it. En toch moeten de plooien glad gestreken worden. Met deze tips gaat het vlot en snel.
-
Strijken gaat vlotter als je kleding nog licht vochtig is. Heb je een stoomstrijkijzer? Handig, dan maak je hiermee je kleren wat vochtig. Heb je dat niet? Spuit dan met een plantenverstuiver wat water op je kleren.
-
Droog je kleding als het kan aan de wasdraad. Bij goed weer hang je je kleren buiten. Als je je kleding droogt in de droogkast, haal dan onmiddellijk de gedroogde was uit de machine en leg mooi plat in een wasmand.
-
Last van bruine vlekken op je gestreken kleren? Dan zitten de stoomgaatjes van je strijkijzer verstopt. Maak regelmatig de gaatjes schoon met een doek gedrenkt in azijn. Vermijd kalkaanslag door je strijkijzer met gelijke delen kraantjeswater en gedemineraliseerd water te vullen. Gebruik nooit enkel gedemineraliseerd water. Dat kan je ijzer beschadigen.
-
Lachen mensen je soms uit omdat je zelfs keukenhanddoeken strijkt? Laat ze maar lachen! Strijken bestrijdt motten en bacteriën.
-
Zet een strijkijzer nooit rechtstreeks op een T-shirt met print. Dan kan de print aan je ijzer blijven kleven. Draai je T-shirt om of leg een handdoek of zakdoek op de print bij het strijken.
- Strijk eerst de kleren die een hoge temperatuur verdragen. De delicate stofjes spaar je tot op het eind. Draai de temperatuur van je strijkijzer lager (of schakel het uit) en strijk ze allemaal op het einde. Of doe het omgekeerd. Terwijl je strijkijzer opwarmt, strijk je eerst de delicate kledingstukken op een lagere temperatuur en achteraf alles op hogere temperatuur.