Huisonderwijs: “Huisonderwijs klinkt vaak ideaal, maar de meeste gezinnen kiezen er niet uit idealisme voor”
Zelf je dagindeling bepalen, het tempo van je kind volgen… Het flexibele aspect van huisonderwijs spreekt steeds meer mensen aan. Toch is het belangrijk om je goed te informeren, want er komt veel meer bij kijken dan je denkt. Liesje Vanhoeck, voorzitter van de Vereniging voor Huisonderwijzers Vlaanderen, is duidelijk: “Huisonderwijs is zeker niet vrijblijvend, het wordt goed opgevolgd en gecontroleerd.”
Huisonderwijs
Laat ons beginnen bij het begin: wat is de juiste term, huis- of thuisonderwijs?
Liesje Vanhoeck: “In Vlaanderen spreken we over huisonderwijs. Thuisonderwijs gebruiken ze in Nederland.”
Duidelijk. Weet jij hoeveel kinderen in Vlaanderen huisonderwijs volgen?
Liesje: “Het exacte cijfer heb ik niet meteen bij de hand, maar het gaat om meer dan drieduizend kinderen. Dat klinkt veel, maar eigenlijk is het slechts een heel klein percentage van alle Vlaamse leerlingen. In het lager onderwijs gaat het om nog geen half procent van de leerplichtige kinderen, en in het secundair onderwijs om net geen één procent. Daarbij moet je ook weten dat het merendeel zestien jaar of ouder is, jongeren die vaak in het voorlaatste of laatste jaar van het middelbaar onderwijs uitgevallen zijn binnen het reguliere systeem.”
Door corona hebben kinderen kunnen ervaren hoe het was om thuis les te krijgen. Voor sommigen onder hen had dat verrassend positieve effecten.
Er lijken steeds meer ouders voor huisonderwijs te kiezen. Klopt dat?
Liesje: “Het aantal groeit inderdaad elk jaar. Dat merken we ook binnen onze vereniging: negen jaar geleden zijn we begonnen met zo’n vijfentwintig gezinnen, vandaag zijn dat er al zeshonderd. Corona heeft daar zeker een grote rol in gespeeld. Tijdens die periode hebben veel kinderen kunnen ervaren hoe het is om thuis les te krijgen. Voor een deel van hen had dat verrassend positieve effecten, vooral voor kinderen die op school extra ondersteuning nodig hadden. De druk van het schoolse ritme en de prikkels van een volle klas vielen weg. Ouders merkten dat hun kinderen minder vaak overprikkeld raakten en daardoor beter tot leren kwamen. Dat heeft bij veel gezinnen echt iets in beweging gezet.”
Voor welke kinderen is huisonderwijs een goede oplossing?
Liesje: “Het is een bijzonder diverse groep, zeker ook binnen onze vereniging. Vroeger dacht je misschien: die andere ouders die huisonderwijs geven, dat zijn vast gelijkgestemden, en onze kinderen zullen goed met elkaar overeenkomen. Maar dat blijkt niet per definitie zo te zijn.
Bij onze leden zien we dat het vaak gaat om kinderen die zijn uitgevallen door leerproblemen of ontwikkelingsstoornissen. Ouders botsen op moeilijkheden, gaan op zoek naar oplossingen en komen zo uiteindelijk bij ons terecht.
Het gaat dan regelmatig om kinderen met complexe diagnoses, zoals een leerling met ASS (autismespectrumstoornis) die tegelijk hoogbegaafd is. Sommigen starten in type 9-onderwijs, dat bedoeld is voor leerlingen met ASS en een normale begaafdheid, maar merken na een tijd dat er weinig wordt toegewerkt naar een diploma of getuigschrift. Op dat moment beslissen sommige ouders om het zelf in handen te nemen.
We mogen het niet idealiseren. Ouders die voor thuisonderwijs kiezen, doen dat vaak omdat kinderen zijn uitgevallen in het regulier onderwijs.
Daarnaast zijn er ook kinderen die juist sneller leren dan gemiddeld en zich in de klas enorm vervelen. Zij kunnen overprikkeld raken, met uitbarstingen thuis tot gevolg. Voor hen kan huisonderwijs een uitkomst zijn: het laat toe om in hun eigen tempo te werken en, als het goed gaat, zelfs klassen over te slaan.”
Goed opgevolgd en gecontroleerd
Wat zijn de voorwaarden om aan huisonderwijs te mogen doen?
Liesje: “Dat vind ik heel belangrijk om te benadrukken, want er leeft nog vaak het misverstand dat huisonderwijs vrijblijvend is, alsof de kinderen niets hoeven te doen. Dat klopt helemaal niet. Wie huisonderwijs geeft, krijgt – net als scholen – regelmatig inspectie.
Ook wij krijgen inspectie en de kinderen moeten examens afleggen en worden opgevolgd door het CLB.
Daarnaast moeten ouders elk jaar een document invullen waarin ze toelichten hoe ze het onderwijs aanpakken, welke leerdoelen ze nastreven en hoe de sociale contacten van hun kinderen eruitzien. De kinderen nemen ook deel aan examens om een officieel getuigschrift te behalen. De eerste keer is dat al in het zesde leerjaar, met het examen basisonderwijs.
Bovendien moeten we regelmatig langs bij het CLB, zodat zij kunnen opvolgen hoe het met de kinderen gaat. Huisonderwijs is dus zeker geen vrijblijvende keuze, het wordt goed opgevolgd en gecontroleerd.”
Is het altijd een van de ouders die het huisonderwijs geeft, en heb je daar een specifiek diploma voor nodig?
Liesje: “Als ouder heb je geen specifieke achtergrond of diploma nodig, je mag dus meteen van start gaan. Ik wil wel even benadrukken dat er een verschil is tussen individueel en collectief huisonderwijs. Kijk je naar het collectieve, dan gaat het vaak over privéscholen. Een groepje ouders bijvoorbeeld die zich in een collectief hebben georganiseerd en dan samen huisonderwijs geven.
Ik heb het over individueel huisonderwijs, waar je als ouder – of eventueel grootouder – je kind onderwijs biedt. Het hoeft trouwens niet altijd dezelfde persoon te zijn. Als je kinderen ouder worden en de leerstof van het middelbaar krijgen, is het soms fijn om iemand te vragen die er meer verstand van heeft.”
Jij geeft zelf ook huisonderwijs, hoe pak jij het aan?
Liesje: “Dat hangt een beetje af van de leeftijd. Mijn oudste, die vijftien is, zit in de derde graad via de examencommissie. Mijn middelste is tien en legt dit jaar het examen basisonderwijs af. En dan is er nog mijn jongste van vier, een kleuter.
Voor de twee jongsten hou ik een vrij vaste dagstructuur aan, terwijl mijn oudste intussen grotendeels zelfstandig studeert. We lunchen samen en nemen daarna een halfuurtje de tijd om in het Nederlands te lezen. Dat vind ik belangrijk, want we zijn ooit met huisonderwijs begonnen toen we enkele jaren in de Verenigde Staten woonden. Ik geef het onderwijs hier dus in het Engels verder, maar ik wil dat ze het Nederlands goed blijven beheersen.
We sluiten de dag meestal af met een bezoek aan de academie of door tijd te maken voor andere hobby’s, zo blijft er een mooi evenwicht tussen leren en ontspannen.”
Met de vrienden
Is het voor veel ouders een tijdelijke oplossing?
Liesje: “Zeker. Voor de meeste ouders is huisonderwijs eigenlijk een tijdelijke oplossing. Mijn kinderen zijn zelf nog nooit naar school geweest, maar daarin zijn we echt een uitzondering.
Mijn middelste wilde het onlangs graag eens proberen en had zelfs al een specifieke school op het oog. Helaas was er een lange wachtlijst, waardoor het dit jaar niet gelukt is. Ik sluit zeker niet uit dat hij in de toekomst wél naar school zal gaan.
Tegelijk merk ik dat ze soms een wat rooskleurig beeld hebben van hoe het er in de klas aan toegaat. Natuurlijk lijkt het leuk om elke dag met vrienden samen te zijn, maar ze denken dat het op school de hele tijd lachen en plezier maken is, terwijl het in werkelijkheid natuurlijk ook hard werken is.”
Sociaal contact is belangrijk, maar hoe dat sociale contact eruitziet, verschilt sterk per kind.
Hoe belangrijk is het sociale contact?
Liesje: “Onze kinderen zien hun vrienden dan misschien niet elke dag, ze hebben wél dagelijks contact. Ze bellen of zoomen regelmatig, en dat sociale aspect blijft echt belangrijk. Sinds dit jaar moeten we in onze verklaring ook vermelden hoe we ervoor zorgen dat de kinderen goed geïntegreerd raken in de maatschappij, en dat vind ik een positieve evolutie.
Hoe dat sociale contact eruitziet, verschilt sterk per kind. Sommige kinderen kunnen veel prikkels of sociale momenten moeilijk aan, en dat is vaak net de reden waarom ze op school zijn uitgevallen. Andere kinderen bloeien daar net helemaal van open.
Met onze vereniging proberen we daarom een mooi evenwicht te bieden. We organiseren regelmatig groepslessen en uitstappen, bijvoorbeeld naar een museum of de opera. Daarnaast houden we één keer per maand een tienernamiddag, waar alle tieners welkom zijn om elkaar te ontmoeten.”
Wat zijn voor jou de grootste voordelen, en eventuele nadelen?
Liesje: “Voor mij is het grootste voordeel van huisonderwijs de flexibiliteit. We zijn ermee begonnen toen we in de VS woonden, en we hopen in de toekomst misschien nog eens naar het buitenland te verhuizen. In zo’n situatie is huisonderwijs echt de makkelijkste oplossing.
Natuurlijk zijn er ook nadelen. Soms vind ik het jammer dat ik mijn werk heb moeten opgeven, en dat is meteen het grootste minpunt. Gelukkig biedt de vereniging me een fijne uitlaatklep en de kans om me nuttig te maken. Dat maakt veel goed.”
Heb je nog goede raad voor ouders die huisonderwijs overwegen?
Liesje: “Voor ons staat één ding centraal: goed geïnformeerd zijn. Ik zal nooit reclame maken voor huisonderwijs. Voor ons was het op dat moment de keuze die het beste bij ons gezin paste, maar misschien ziet dat er over een paar jaar helemaal anders uit.
Huisonderwijs klinkt vaak ideaal, maar de meeste gezinnen kiezen er niet uit idealisme voor. Vaak is het een oplossing omdat er simpelweg geen andere optie is die werkt. Begrijp me niet verkeerd: het is fantastisch dat die keuze bestaat, want ik denk dat er geen enkele vorm van onderwijs is die zo universeel is dat elk kind er perfect in past.”
Met dank aan Liesje Vanhoeck, voorzitter Vereniging voor Huisonderwijzers Vlaanderen vzw.
Meer tips voor ouders:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!