Domino spelen met koekjes, leuk!
Zo speel je het spel
Een dominospel bestaat uit 28 rechthoekige ‘stenen’, die elk in 2 ‘velden’ onderverdeeld zijn. Op elk veld vormen ogen een cijfer van 0 tot 6. Bedoeling is dat je de stenen aan het begin van het spel omgekeerd legt, zodat de cijfercombinaties niet te zien zijn. Elke speler mag 7 (als je met z’n tweeën speelt) of 5 (als je met z’n drieën of vieren speelt) stenen kiezen. De speler met de hoogste dubbele steen (2 x 6 of 2 x 5 enzovoort) legt deze open, als begin van het spel, en daarna leggen de andere spelers om de beurt met één van hun stenen aan, aan de stenen die er al liggen, telkens twee dezelfde cijfercombinaties tegen elkaar aan: een 4 tegen een 4, enzovoort. Wie niet ‘kan’, mag een steen uit de voorraad nemen, tot 3 keer toe, tot hij kan leggen. Anders is de beurt voorbij. Wie als eerste al zijn stenen kwijt is, heeft gewonnen.
Zo bak je de koekjes
1. Doe voor ± 32 stuks 600 gram zachte boter in de mengkom van de keukenrobot en meng er eerst 250 gram poedersuiker door en daarna 750 gram bloem. Verpak de deegbal in plastic folie en laat 30 minuten rusten in de koelkast.
2. Verwarm de oven voor op 180°C. Rol het deeg 1/2 centimeter dik uit op een met bloem bestoven werkvlak en snij er ± 32 rechthoekjes uit van 10 x 5 centimeter. Tussendoor rol je de resten deeg opnieuw tot een bal die je uitrolt om nieuwe koekjes uit te steken.
3. Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat en druk in het midden een gleuf . Een compleet schema van een dominospel vind je onderaan. Druk vervolgens de verschillende cijfercombinaties met smarties of rozijntjes in de koekjes. Bak de koekjes 15 à 20 minuten in de oven en laat ze afkoelen op een rooster.