Wie het schoentje past…

Baby’s

• Een baby die nog niet stapt of nog maar enkele stapjes zet, hoeft geen schoentjes aan. Babyvoetjes hebben vrijheid nodig omdat de ligamenten en spieren zich nog moeten ontwikkelen. Kousjes en soepele leren slofjes kunnen wel!
• Ook de voetjes van een kruippak dienen voldoende ruimte te bevatten. Als voetjes te strak zitten of de teentjes te lang opkrullen, kan dat leiden tot een holvoet.

Eerst schoentjes

• Zorg voor een stevige hielcontour die de hiel van de voet goed omsluit. Zo kan het hielbeen minder makkelijk naar buiten of naar binnen wegschuiven. Ook bij sandalen kies je beter voor een paar die de tenen bloot laten, maar de hiel stevig omsluiten!
• Een zool moet soepel zijn achter de tenen, maar mag niet plooien in de midvoetzone en zeker niet onder de hiel! Om na te gaan of jouw schoenen hieraan voldoen, neem je de schoen met beide handen vast aan tip en hiel. Plooi de schoen en kijk of hij op de juiste plek buigt.
• Met veters kan je de schoentjes over de hele lengte aan de hoogte en de breedte van de voet aanpassen. Geef je toch de voorkeur aan velcro? Geen probleem, maar dan moet de velcro wel voldoende worden aangespannen.
• Koop je kinderschoenen niet te klein (7 à 15-tal mm speling aan de tenen) en niet te smal (een voet zet uit door de druk van het lichaam). Maar koop ze ook niet te groot want dan gaan de voetjes schuiven.

Oudere kinderen

• De regels die je hanteert om het ideale eerste kinderschoentje uit te kiezen, kan je ook hanteren bij grotere kinderen.
• Vanaf een bepaalde leeftijd kiezen kinderen graag zelf hun schoenen. Modieus en trendy, maar niet altijd ongevaarlijk. Jongens kiezen vaak voor sneakers waarvan ze de veters laten loshangen of ze laten ze verslijten tot ze helemaal kapot zijn. Meisjes kiezen dan weer voor een hoge hak. Niet alleen de tenen, maar ook de knie, de heup en de rug lijden daaronder.
• Slijten de schoenen van je kinderen snel op dezelfde plek? Dan kan je misschien best even langs bij een specialist.

Bron: Euromut