
Je eigen kruidentuin aanleggen: zo doe je dat stap voor stap
Is het al bij je opgekomen dat je echt niet elke lente weer nieuwe potjes kruiden hoeft te kopen? Met ons stappenplan leg je een duurzame kruidentuin in de volle grond aan, waar je elk jaar weer van kunt genieten…
Plannen voor een vaste kruidentuin? De nazomer is een prima moment om er een aan te leggen. De grootste hitte is voorbij, de bodem voelt nog lekker warm aan en de eerste herfstbuitjes dienen zich aan. In de lente start je meteen met een volle kruidentuin waar je honderduit van kunt plukken, en met planten die elk jaar terugkomen. Hoe je er aan begin, welke kruiden er in aarden en hoe je ze verzorgt? Tuinexperte Laurence legt het haarfijn uit.
1. De geschiktste plek voor je kruidentuin
Een beetje zon, een beetje schaduw
Leg je kruidentuin dicht bij je keuken of terras, zo hoef je nooit ver te lopen om te plukken. Net als groenten hebben kruiden zon nodig om te groeien en lekker te smaken. Voor mediterrane soorten geldt: hoe meer hoe liever! Rozemarijn, tijm, salie, oregano, hysop, bonenkruid, kerriekruid… hebben écht minstens 8 uur zon per dag nodig. Maar de blaadjes van groene kruiden zoals bieslook, dragon en munt worden op een te hete plek net taai en bitter. Hoe los je dat op? Plant mediterrane kruiden aan de zuidzijde en groene kruiden aan de noordzijde van je tuintje, zo profiteren ze van wat extra schaduw. Of zorg dat je kruidentuin deels in de schaduw ligt.
Zet mediterrane kruiden en groene kruiden nooit door elkaar, ze hebben verschillende behoeften qua water en zonlicht.
2. De juiste grootte en vorm
Als je er maar goed aan kunt
Maak je kruidentuin niet te groot, je moet hem ook nog onderhouden: 2 m² is al een goed begin. Reken voldoende ruimte per plant, want sommige kruiden groeien flink uit!
- 15 cm: bieslook, tijm
- 30 cm: de meeste kruiden: oregano, citroenmelisse, munt, dragon, pimpernel
- 50 cm: rozemarijn, salie
- meer dan 50 cm: grote kruiden zoals lavas, mierikswortel en doorlevende kervel
Rond, vierkant of nog anders?
Een rechthoek of vierkant is makkelijk aan te leggen en overzichtelijk – denk maar aan die mooie abdijkruidentuinen. Maak de vakken niet breder dan 1,2 m zodat je er van alle kanten makkelijk aan kunt. En zet er een rand rond van zo’n 10 cm hoog, zo onderhoud je je tuin het makkelijkst.
Een ronde kruidentuin oogt speels en avontuurlijk. Vertrek vanuit het midden en volg de vorm van een slakkenhuis. Leg er paadjes met 10 cm houtsnippers tussen, zo hou je je voeten droog.
Een kruidenspiraal is slim en veelzijdig. In een spiraalvormig verhoogd bed kun je elk kruid precies inpassen volgens z’n behoeften. Boven en op de zuidflank is ideaal voor mediterrane kruiden, beneden en aan de noordkant kun je je groene kruiden kwijt. Reken op 1,5 m diameter en 50 à 70 cm hoog en boord de randen af met restjes klinkers of bakstenen of met blokken hout. Door in de hoogte te werken spaar je ook plaats uit!
3. De ideale bodem voor je kruidentuin
Voor een rijke oogst
Salie, rozemarijn, tijm, oregano en andere mediterrane kruiden groeien het best op lichte, goed doorlatende grond. Op zware bodem zoals klei overleven ze een natte winter niet. Meng wat grind of lava door zware grond voor een betere drainage. Plant deze kruiden op een verhoogd bed, een heuveltje of helling, en lieft tegen een zuidmuur – noordoostenwind is absoluut te mijden.
Dat ‘slecht’ stuk grond vol puin en steenafval? Die ongebruikte zandbak? Allebei een gedroomde plek voor mediterrane kruiden.
Voor groene kruiden is elke normale tot wat zwaardere grond prima. Op arme (zand)grond blijven ze echter klein en valt er minder te oogsten. Meng in dat geval tot een derde bodemverbeteraar onder de aarde en strooi elk jaar een laagje (max. 2 cm) compost bovenop. Hou de bodem vanaf de lente bedekt met mulch.
4. De vaste toppers voor je kruidentuin
Voor volle grond of in pot
- Mediterrane kruiden: tijm, salie, rozemarijn, oregano, hysop, bonenkruid, lavendel, kerrieplant, olijfkruid…
- Groene vaste kruiden: munt, citroenmelisse, bieslook, Chinese bieslook, pimpernel, dragon…
- Kruiden die ’s winters naar binnen moeten: citroenverbena, ananassalie, laurier, citroengras, gember en kurkuma. Deze hou je in pot.
- Robuuste kruiden die je doorgaans ook in de moestuin aantreft, kun je ook in een wat grotere kruidentuin kwijt. Denk aan doorlevende selder (lavas of maggi), doorlevende kervel, doorlevende prei (oerprei), zuring, doorlevende ui (Egyptische ui), doorlevende spinazie (‘Brave Hendrik’) en doorlevende venkel – een topwaardplant voor de koninginnenpage, die haar eitjes op het loof legt, waarna jij geniet van een wondermooie rups… Al deze forse kruiden groeien het liefst uit de felle zon of in lichte schaduw, in voedzame grond die niet uitdroogt.
Wees voorzichtig met mierikswortel, die durft te woekeren. En plant munt in een pot die je ingraaft, om hem in toom te houden.
En nu aan de slag!
1. Zaaien of planten?
Eenjarige kruiden zaai je, dat is het goedkoopst, maar van vaste kruiden heb je doorgaans maar één plant per soort nodig; die kun je beter als plantje kopen. Gebruik je veel bieslook, zaai daar dan wél een rijtje van. Koop altijd biologische kruidenplanten en -zaden, o.a. bij Ecoflora, De Verwildering, De Bloemerij, Kruiden Claus, Les Semailles…
2. Plekjes open laten
Laat wat plaats tussen je vaste groene kruiden en zaai er in de lente basilicum, peterselie, dille, koriander, kervel… of eetbare bloemen zoals komkommerkruid en Oost-Indische kers tussen.
3. Water doseren
Net zoals in de siertuin geef je ook in de kruidentuin liever geen extra water. Planten moeten op eigen kracht kunnen overleven. Heb je je tuintje net aangelegd en volgt er een erg droge periode, hou je dan aan dé waterregel: veel in één keer. Een halve liter per kruid per week is een prima maatstaf. Vergeet niet: hoe meer water, hoe waterachtiger de smaak!
4. Voeding beperken
Hoe rustiger je kruiden groeien, hoe meer smaak ze hebben. Op een normale tot voedzame grond hoef je geen extra voeding te geven. Op arme grond help je je groene kruiden in de lente met een handje biologische korrels voor de kruiden- of moestuin.
5. Groei boosten
Staan je citroenmelisse, pimpernel of bieslook er aan het einde van de lente verlept bij? Knip ze tot 5 cm van de grond af, geef water met een scheut vloeibare voeding en er volgt al gauw een nieuwe flush verse groene, malse blaadjes.
6. Slim knippen
Hoe meer je oogst, hoe meer je je kruiden stimuleert om verse jonge blaadjes aan te maken. Maar knip slim! Als je altijd alleen de bovenste topjes knipt, wordt je struik vanbinnen te vol en verstikt ze zichzelf. Knip, zeker bij tijm, bonenkruid, hysop, kerrie, salie, rozemarijn en citroenverbena, geregeld een tak tot diep in de struik af. Snij boven een paar blaadjes, dan vormt zich daar een nieuwe vertakking.
7. Laten bloeien?
Prachtig, een kruidentuin in bloei. Maar… kruiden die beginnen bloeien worden hard en bitter. De gulden middenweg? Knip de helft van de bloemen af, oregano, tijm, salie, lavendel en bieslook zitten namelijk bomvol nectar voor vlinders en bijen.
De nodige klusjes
Hoe hou je jouw kruidentuin het jaarrond mooi?
- Knip de bloemen van citroenmelisse meteen na de bloei af, voor ze zich uitzaaien en woekeren.
- Hou salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid en kerriekruid compact door ze twee keer per jaar te snoeien, in april en meteen na de bloei.
- Splits of scheur snelle groeiers als munt, citroenmelisse, oregano en dragon elke 2 tot 3 jaar.
- Haal citroenverbena, ananassalie, laurier en citroengras voor de eerste vorst naar binnen.
- Wikkel laurier bij strenge vorst in een vliesdoek.
- Hou munt in toom door de uitlopers bovenaan af te knippen zodra je ze ziet verschijnen.
- Pak beestjes aan! Gaatjes in de munt zijn het werk van het glimmende blauw munthaantje; vang het met de hand. Het rozemarijnhaantje is dol op – juist – rozemarijn! Je ziet het kleurrijk gestreepte kevertje makkelijk zitten; pluk het weg. Check in één moeite door je lavendel ook even. Bladluizen? Ze kunnen geen kwaad, maar je wilt ze natuurlijk niet in je salade. Spuit ze geregeld met de tuinslang van je kruiden.
Kleur in je kruidentuin!
Wist je dat er van veel kruiden ook erg mooie bonte of gekleurde soorten bestaan? Zo heb je witbonte munt, goudgele citroenmelisse, paarse en driekleurige salie, bronzen venkel, kleurrijke tijmsoorten… Chinese bieslook, met plattere blaadjes en een lichte looksmaak, bloeit dan weer met verrassend grote witte bloemen. Probeer zeker ook de verfijnde Spaanse salie (Salvia lavandulifolia) en de Syrische ‘za’atar’ Origanum syriacum.
Meer tips:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!