Crosne: zo kweek je deze verrassende wintergroente
In de herfst valt er ondergronds best nog wat te rapen (heb je ‘m?) in de moestuin. Zo zijn er naast raapjes ook nog kleine Japanse aardappeltjes die nu oogstklaar zijn. Heb jij ze al gegeten?
Wat is crosne?
Crosne (uitgesproken als ‘kroon’), ook wel bekend als Chinese knolraap, Japanse knol of Japanse aardappel, is een kleine, knapperige wortelgroente die je makkelijk kunt kweken in een winterse groentetuin. De kleine, spiraalvormige knolletjes hebben – eerlijk gezegd – hun uiterlijk niet erg mee: ze doen ons namelijk een beetje denken aan dikke, witte maden.
Maar beoordeel een boek niet op zijn cover, want crosne is lekker! De smaak wordt het best omschreven als een mix van schorseneren en artisjok met een nootachtige ondertoon. De textuur is dan weer te vergelijken met knapperige sojascheuten. Ze zijn ideaal om te stomen, bakken of toe te voegen aan soepen en salades.
Hoe crosne kweken?
Crosne groeit goed in de moestuin. Soms té goed, want de groente blijft zichzelf vermeerderen en is dus een doorlevende groente. Net omdat ze zo klein zijn, is het vaak moeilijk ze allemaal te oogsten waardoor je – als je niet goed oplet – plots een hele lap grond vol hebt staan.
De Japanse andoorn is eenvoudig te telen. Zo kweek je crosne stap voor stap:
1. Kies de juiste locatie
Crosne groeit het best op een lichte, goed doorlatende grond. Een plek in de halfschaduw of volle zon is ideaal. Zorg dat de grond niet te nat blijft, want de knollen kunnen anders gaan rotten.
2. Bereid de grond voor
Maak de bodem los en verwijder stenen en onkruid. Voeg eventueel compost toe om de bodem te verrijken.
3. Plant de knollen
Crosne plant je in het voorjaar, van maart tot april. Je kunt ze planten door kleine knollen of stukjes wortelstok in de grond te steken, ongeveer 10-15 cm diep en met een afstand van 20-30 cm tussen elke plant.
4. Verzorging tijdens de groei
Crosne heeft weinig verzorging nodig. Houd de grond licht vochtig, vooral tijdens droge periodes. Je hoeft niet vaak te bemesten, een jaarlijkse compostlaag volstaat meestal.
5. Oogsten van crosne
Vanaf september tot de eerste vorst kun je de knolletjes oogsten. Graven kan met een spitvork, voorzichtig om de kleine knollen niet te beschadigen. Bewaar ze koel en donker, zo blijven ze enkele weken goed.
Nadat je crosne uit de grond hebt gehaald, week je ze in water om de aarde los te maken. Daarna wrijf je ze met een propere vaatdoek droog.
Lees ook:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!