Annick

Over blijven genieten van het goede leven

“Mama en ik wandelen aan haar tempo de helling op naar het strand. Ik voel aan alles hoe blij ze is”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Het leeftijdsverschil tussen mijn mama en Lucie is tachtig jaar. Ze zien elkaar weinig, want mijn mama woont boven Antwerpen, Lucie in Wevelgem en wij in Brussel. Maar nu gaan we vier dagen samen naar Zeeland.

Mama kijkt er enorm naar uit om tijd door te brengen met Lucie. We rijden door uitgestrekte vlaktes, hier en daar staat een boerderij, er grazen paarden en schapen in de wei. In de verte zwiepen een hoop grote witte windmolens. De zon schijnt hard voor de tijd van het jaar.

Lucie zit te zingen op de achterbank. Ik zit naast haar, mama zit vooraan naast Walter. De bungalow die we huren, staat in een bungalowpark met allemaal soortgelijke ietwat oudere woningen. Ik ben meteen verliefd op de sfeer die er hangt.

Lucie kiest de onderkant van het stapelbed en wijst het bed aan de andere kant van het nachtkastje aan Momo toe. Gezellig kletsend installeren ze zich

Er is ook veel ruimte, het huis is retro en het is zeer rustig in het park. De perfecte plek voor ons gezelschapje. Ons huis telt drie slaapkamers, Walter en ik nemen die met het dubbele bed. In elk van de andere slaapkamers is een enkel bed opgemaakt.

Maar dat is niet naar de zin van Lucie en haar ‘Momo’, zoals ze wordt genoemd door haar klein- en achterkleinkinderen. “Wij gaan samen slapen”, klinkt het uit twee monden.

Momo wil graag de kamer met haar achterkleindochter delen om lekker samen wakker te worden, en Lucie vindt het altijd prettig als er iemand bij haar op de kamer slaapt. Lucie kiest de onderkant van het stapelbed en wijst het bed aan de andere kant van het nachtkastje aan Momo toe. Gezellig kletsend installeren ze zich.

Na het uitpakken gaan Walter en ik op verkenning met Lucie. Zij wil naar het strand. Hier staan geen huizen of flatgebouwen aan het strand, hier is geen dijk om op te flaneren. In Zeeland is het strand puur natuur.

We beklimmen een steile trap tegen de duinen en zien de zee. Onze kleindochter trekt meteen overmoedig haar schoenen, kousen en lange broek uit en trippelt het water in, maar ze schrikt van de temperatuur en loopt snel weer terug. Het is zonnig, maar er staat een strak oostenwindje.

We hebben grote knutselplannen en rapen een zak vol schelpen. Nog even de strandbar testen en terug naar huis. “We gaan terug naar Momo!” Lucie houdt het gezelschap graag samen, en vindt het maar niks dat Momo alleen thuis zit.

Wanneer we binnenkomen, doet Lucie uitgebreid verslag. Momo bewondert de schelpen- oogst en ze gaan aan de slag met waterverf. Momo vraagt of het strand ver is. Ze is echt niet meer goed te been, maar wel koppig en heel fier.

Ze heeft een rollator die ze nooit gebruikt, behalve bij ons in de Ardennen. Ik heb haar kun-nen overtuigen om hem nu ook mee te nemen. “Naast de trap is een helling voor fietsers,” vertel ik haar, “je zou die wel op kunnen met je rollator. En op het strand liggen houten planken, helemaal tot aan de strandbar.” Dat ze mee tot op het strand zou kunnen, had ze niet verwacht. “Good, good”, zegt ze blij.

Samen naar het strand

Dus vertrekken we de volgende dag met ons vieren naar het strand. Lucie huppelt voorop met Walter in haar kielzog. Ik wandel aan het tempo van mama. Traag gaan we de helling op. Boven pauzeren we even en dan bolt de rollator wat sneller naar beneden.

“Ik steek mezelf bijna voorbij”, zegt mama met haar droge humor. Ik voel aan alles hoe blij ze is. Lucie wijst de dingen aan: “Hier is het strand, Momo. Daar is de zee. En daar is het terrasje.”

Ik geniet van deze plek en van mijn gezelschap, maar waar ik nog het meeste van geniet, is om mama te zien genieten

Over de houten planken stappen we tot op het terras. We vinden een heerlijk plekje uit de wind en in de zon. Walter en Lucie gaan een kasteel maken en nog wat schelpen zoeken. Ze zetten zich op een plek waar we hen kunnen observeren.

Mama en ik drinken een alcoholvrij biertje. Ze sluit af en toe haar ogen in de zon, kijkt glimlachend naar haar achterkleinkind en lijkt alles diep in te ademen. Lucie komt met veel lawaai het terras opgelopen en geeft haar mooiste schelp aan Momo. “Die ga ik altijd bijhouden”, zegt Momo.

We bestellen nog een drankje en wat borrelhapjes erbij. Ik geniet van deze plek en van mijn gezelschap, maar waar ik nog het meeste van geniet, is om mama te zien genieten. Dit is het goede leven. Op je vijfde blij zijn om samen op een terras in de zon te zitten, en op je vijfentachtigste nog steeds.

Nog meer columns lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!


Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."