Annick
Over de geboorte van een kleinzoon
“Over 75 dagen zie ik Artie. Mijn hoofd is een kalender geworden en in mijn hart tikt het verlangen”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Het is 2.40 uur en ik ben klaarwakker. Ik ben opgebleven tot 1 uur en daarna met mijn gsm in mijn hand in bed gaan liggen. Alert, want Romeo en Claire waren naar het ziekenhuis vertrokken, en onze kleinzoon kon elk moment geboren worden.
Ik lag te luisteren, te wachten. Niet echt zenuwachtig, maar met een raar, onbekend gevoel. Ik moet toch even in slaap gesukkeld zijn, want nu, om 2.40 uur dus, zie ik een bericht van Romeo: er is een kerngezonde jongen geboren, en ook met Claire gaat alles goed.
“Hier lig je dan,” zeg ik tegen mezelf, “kersverse grootmoeder.” Er juicht iets in mij, en van slapen komt er die nacht niet veel meer in huis. Ik lig eindeloos te woelen en me in te beelden hoe dat ventje er zal uitzien, wetend dat hij er is, en dat alles goed is.
Grootmoeder worden is duidelijk goed voor heel wat nostalgie. Ik ben in oude fotoalbums gedoken en heb kiekjes opgesnord
De laatste weken ben ik veel bezig geweest met de nakende geboorte, die veel herinneringen terugbracht aan mijn eigen zwangerschappen en de geboortes van mijn kinderen. Grootmoeder worden is duidelijk goed voor heel wat nostalgie. Ik ben in oude fotoalbums gedoken, heb kiekjes opgesnord van baby Romeo en die doorgestuurd naar Australië.
Zwangerschappen hebben zo hun eigen ritme. Eerst leek het superlang te duren voor de baby er was, toen ging het plots heel snel en op het einde was iedereen keihard aan het aftellen en aan het verlangen om dat kindje te ontmoeten.
Ook ik, kersverse oma. Ik heb mezelf voorbereid op een digitale ontmoeting, voor zover je daarop voorbereid kúnt zijn… We hebben er veel over gepraat, maar ik weet natuurlijk nog altijd niet hoe ik straks zal reageren als ik kleine Artie – want zo heet hij – voor het eerst op een scherm zal zien.
En dan gaat de telefoon
Ik tel de uren af naar Romeo’s telefoontje. We hebben afgesproken dat we alles op hun ritme doen – zij bepalen het moment waarop het past om even te bellen. Wanneer je in andere tijdzones leeft, is het soms een heel rekenwerk om elkaar te treffen.
Sinds de wintertijd hier, is het bij hen in Melbourne tien uur later. Dat weet ik, omdat Romeo een klok installeerde op mijn screensaver, zodat ik nu altijd zie hoe laat het is in Australië en in Marokko – met Milo lopen we nu weer gelijk. Wanneer ik opsta, is het daar al bijna avond.
En dan gaat de telefoon. Ik zie een zeer gelukkig kijkende Romeo en Claire, zij nog wat bleekjes, en een wolk van een baby met pikzwart haar die in haar armen ligt te slapen. Zoveel geluk in één beeld.
Arthur ‘Artie’ is er, en hij zal ontzettend graag gezien worden. Een kindje dat alle kansen zal krijgen en zich veilig zal voelen in een bad van liefde. Ik smelt ter plekke.
Tijdens onze tweede videocall maak ik onze eerste gezamenlijke foto: een pienter kijkende boreling, groot op het scherm, en in een klein kadertje rechts onderaan Walter en ik, met een smile die niet groter kan zijn.
Heel af en toe voel ik een steek, wanneer ik eraan denk dat ik Artie anders waarschijnlijk wel al eens had kunnen vastpakken
En zo begint de relatie met ons kleinzoontje op afstand, met heel veel foto’s en videocalls. Foto’s die ik allemaal in een mapje opsla en waar ik tijdens de dag heel vaak naar kijk. Ik stuur ze apetrots rond naar mijn vriendinnen, en wanneer Reinhilde komt, heeft ze er al twee laten afdrukken en ingekaderd. Artie staat dus al te pronken op de schouw.
Omdat we veel contact hebben, en ik toch vind dat ouders in die eerste fase van hun nieuwe leven geen hopen bezoek moeten krijgen, blijf ik me voorlopig alleen maar blij voelen. Maar heel af en toe voel ik toch een steek, wanneer ik eraan denk dat ik Artie anders waarschijnlijk wel al eens had kunnen vastpakken.
“Wanneer ga je naar daar?”, vraagt een vriendin. “Over vijfenzeventig dagen”, zeg ik, zonder te hoeven nadenken. Ik ben al weken aan het aftellen, eerst naar de geboorte, nu naar onze eerste ontmoeting met Artie.
Over zevenentwintig dagen komt Milo naar België. Over vijftig dagen vliegen wij naar Marokko, om hem daar te bezoeken. En vijfentwintig dagen later stappen we op het vliegtuig naar Melbourne, waar we zesendertig dagen zullen blijven. Mijn hoofd is een kalender geworden en in mijn hart tikt het verlangen.
Nog meer columns lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!