Diëtiste en ex-anorexiapatiënt Leen Seminck reageert op passages uit het boek van Veerle Hegge

Gisterenavond liet Veerle Hegge, de vrouw van Bart De Wever, haar verhaal op de wereld los. Een verhaal van het gevecht tegen anorexia en traumatische gebeurtenissen uit het verleden. Wij legden enkele passages uit haar boek ‘De stem van mijn stilte, wanneer een eetstoornis je leven verlamt’ voor aan diëtiste, ervaringsdeskundige en gedragstherapeute Leen Seminck.

Over de eenzaamheid

“Ik heb ervoor gekozen om alles aan het papier en de lezer toe te vertrouwen. Ook de dingen die zeer pijnlijk zijn voor mij. Gebeurtenissen uit mijn jeugdjaren die me zwaar beschadigd hebben, maar die onontbeerlijk zijn om mijn ziekte te begrijpen. En ook beschrijvingen van hoe de ziekte me kon dwingen tot gedrag dat diep beschamend is.

Ik heb namelijk ervaren hoe de meeste mensen onwetend zijn over wat een eetstoornis bij een volwassen mens precies betekent. Een onwetendheid die zich vertaalt in een gegeneerd vermijden van het onderwerp in mijn bijzijn. Zo werd ik in sociale contacten met de beste bedoelingen toch vaak gekwetst, en voelde ik me soms eenzamer in groep dan alleen.”

Leen Seminck:Een eetstoornis gaat wel vaker hand in hand met eenzaamheid. Dat is niet zo raar. Eén van de functies van een eetstoornis kan zijn: tonen dat het niet goed gaat. Het feit dat iemand dat via z’n lichaam uit en niet via taal, zegt dat het waarschijnlijk al héél lang moeilijk was om te communiceren over wat pijn doet. En zelfs als eenzaamheid vóór de ziekte nog geen rol speelde, dan komt ze wel, want anorexia dwingt de patiënt tot isolement.  Want naar buiten gaan, vrienden zien, dat zou kunnen betekenen dat er onverwacht iets gegeten of gedronken moet worden en dat wekt angst op.”

Over het misbruik

Als kind werd ik het slachtoffer van seksueel misbruik. Dat is invasief en ontwrichtend op een manier die verder reikt dan je met een rationeel weten kan bevatten. Met een kinderbrein is dat niet te snappen, met een volwassen brein al evenmin. Jarenlang zat ik vastgeketend in een totalitaire stilte. In een woordeloos vacuüm waarin de afschuwelijke gebeurtenissen zich voor mij verborgen hielden. Of was het omgekeerd, hield ik mezelf zo goed mogelijk verborgen voor mijn herinneringen? Het woordeloze vacuüm dat om me heen zat leek te krimpen. Ik voelde mij erin verdwijnen. De stem van mijn stilte werd een feit.”

Leen Seminck: “De voedingsbodems voor eetstoornissen zijn heel uitlopend, maar na seksueel misbruik zie je wel vaker mentale problemen op latere leeftijd. Men gaat op zoek naar een copingmechanisme, en een eetstoornis toelaten, kan er één van zijn. Bij ernstig ondergewicht gaan bepaalde hersendelen niet meer werken. Er gaat niet genoeg energie meer naar je hersenen, waardoor emoties worden gedempt, en je de connectie met je lichaam verliest.”

Over de tol van anorexia

“In 2023 kreeg ik de diagnose anorexia nervosa. In die jaren van ziek zijn verloor ik veel. De tol die je betaalt voor een eetstoornis is fysiek, mentaal en sociaal ingrijpend. Ik verloor energie, spontaniteit om etentjes te kunnen bijwonen en die leuke onbezorgdheid rond eetmomenten. Ik verloor geluk, helderheid, maar bijvoorbeeld ook steeds meer van mijn concentratie om me op ingewikkelde pianostukken te focussen.”

Leen Seminck: “Bij een eetstoornis hoort, figuurlijk uiteraard, een dik boek vol regels die zo strikt zijn dat ze je verhinderen te leven. Bij een persoon met een eetstoornis is er een grote angst om in gewicht aan te komen. Denk eens aan hoeveel je dan niét meer kan doen. De anorexiastem fluistert je in: ‘Met een vriendin een koffie gaan drinken, betekent misschien een koekje eten, dus dat gaan we niet doen.’ De eetstoornis wil alles bepalen. In het begin lijkt het de mooiste vriendschap die je al hebt gehad, want ze biedt je controle, houvast en het gevoel dat je het goed doet, maar het is een valse vriendschap, want zoals Veerle schrijft: ze neemt je alles af.”

Over de ochtend dat Veerle wordt opgenomen

“In de auto overheerst bij mij vooral teleurstelling. Ik heb altijd koppig tegen mezelf gezegd dat ik het zelf ging doen. Dat ik zelf het tij zou doen keren. Ik heb het niet kunnen waarmaken. Ik heb ergens een gevoel dat Bart misschien ook teleurgesteld is in mij. Misschien is dat niet het geval. Ik heb hem nooit die directe vraag gesteld. Maar dat heb ik er voor mezelf van gemaakt. Het geeft een extra lading aan de stilte die snijdt.”

Leen Seminck: “Opgenomen worden is een heel grote stap, en vaak komt daar een gevoel van falen bij. Alles was toch perfect onder controle? Ik had een vaste structuur, wist tot op de gram wat ik at en niet at, en nu blijkt dat opeens niet meer gezond te zijn? Bij tieners hoor ik dat ze het zo erg vinden dat ze mama of papa verdrietig maken. Bij volwassenen gaat het dan over: hoe ver is het gekomen dat ik verzorgd moet worden? Dat ik dit niet onder controle kon houden?

Veerle heeft het gevoel dat ze haar man teleurstelt, maar dat is interpretatie, het invullen van andermans gedachten. De meeste mensen met een eetstoornis zijn daar heel goed in. In therapie vraag ik hen dan: ‘Stel nu dat het waar is? Is dat zo erg? Je omgeving mag toch verdrietig, teleurgesteld, bang zijn… Dat hoort bij iemand graag zien.’ Een goede oefening voor een patiënt is om te leren denken: ik mag hem zorgen geven, hij is mijn man. Dit is iets waar al mijn collega’s actief mee werken: het erkennen en accepteren van gevoelens. De gevoelens zelf zijn meestal niet het probleem, het wordt pas lastig wanneer je ze probeert te onderdrukken of weg te duwen.”

boek vrouw bart de wever veerle hegge anorexia
© Ann De Wulf

Over hoe moeilijk anderen het vinden om erover te praten

“De eetstoornis, mijn opname, het blijven moeilijke onderwerpen om buiten de veilige muren van een opname te bespreken. Als ik daarvoor één reden naar voren mag schuiven, dan zou ik zeggen, omdat het niet iets louter lichamelijk is. Ook al is dat misschien het enige zichtbare voor de omgeving.

Mensen hebben schrik om iets verkeerds te zeggen, vermoed ik. Dat kan ik begrijpen. De vragen zijn onwennig en bevinden zich daardoor in de taboesfeer. Maar het is nodig dat we ze leren te stellen. Zwijgen mag dan als de gemakkelijkere optie overkomen, het is zeker geen mogelijk onderdeel van een oplossing om door die taboesfeer te geraken. Integendeel, ik denk dat het net averechts werkt.”

Leen Seminck: “Rond mentale problemen hangt nog altijd een zwaarder taboe dan rond een gebroken been of kanker. Mensen weten vaak niet hoe ze moeten reageren, wat ze wel of niet mogen vragen. Daarom is een belangrijk onderdeel van herstel om open te leren communiceren over wat je zelf voelt én wat je van je omgeving verwacht. Kleine opmerkingen als: ‘Eet toch gewoon een boke meer’, of ‘amai, jij bent al goed bijgekomen’, kunnen, hoe goedbedoeld ook, heel kwetsend zijn en zelfs een terugval naar die ‘veilige’ eetstoornis uitlokken.

Mensen met een eetstoornis moeten leren benoemen wat zulke reacties met hen doen. Bijvoorbeeld door in een groep te zeggen: ‘Ik wil wel vertellen hoe het met me gaat, maar weet dat goedbedoeld advies soms moeilijk valt.’ Of ‘als jullie mij er niet naar vragen, voelt het alsof ik onzichtbaar ben.’ Het is een vorm van zelfzorg en zelfrespect, nog zoiets waaraan we heel hard werken in de praktijk. Bij tieners stel ik soms voor een brief te schrijven als dat helpt om zich veiliger en duidelijker uit te drukken.”

Over de eerste avond thuis na de opname

“Het was donker en regenachtig toen ik thuis aankwam, alsof het weer met mij de afspraak gemaakt had dat het de gevoelens en gedachten die in me leefden zou versterken. Misschien past zwaarte ook wel. Dit besef van thuis alleen verder te moeten herstellen, dat me de woorden beneemt, viel me zwaar. Ik heb dit nog nooit gedaan. Ik weet dus ook niet hoe het eruit zal zien.

Er is ook het gigantische besef dat ik na zes maanden opname mijn eetstoornis ook terug mee naar huis heb genomen. Het was mooi geweest als ik die daar in Tienen had kunnen achterlaten. Een echt droomscenario, maar zo werkt het jammer genoeg niet.”

Leen Seminck: “Ik begrijp dit gevoel heel goed. Na de opname begint het pas. Mensen denken: je bent nu thuis, je bent nu genezen, maar het is een proces van maanden en jaren. En onderschat ook hier niet dat het om een volwassene gaat, iemand die niet zomaar thuis op de bank kan ploffen. Er moet veel: wassen, plassen, zorgen, plannen. Er is geen energie meer over om de eetstoornis aan te pakken, terwijl je die wel nodig hebt. Vergelijk het met uit het ziekenhuis komen met een gebroken been. Eens thuis, is dat been nog even gebroken.

Na een opname is het fysieke herstel gebeurd. Er is één pijler hersteld, maar  de rest nog niet. Je hebt je doel in het leven niet terug. Je moet nog je controledrang leren loslaten, assertief leren communiceren, aan je sociaal herstel werken en je lichaamsbeeld herdenken. Dat heeft allemaal tijd nodig.”

In Libelle van volgende week, 25 september, brengen wij een exclusief en pakkend dubbelgesprek met Veerle en Peter Adriaenssens, die haar begeleidt in haar strijd.  

Benieuwd naar het boek?

Veerle Hegge, ‘De stem van mijn stilte, wanneer een eetstoornis je leven verlamt’, Pelckmans, € 24,50

Meer lezen:

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."