Annick

“Een halfjaar geleden ging ik voor een wit blad zitten. En nu is mijn boek klaar voor de wijde wereld”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Over het belang van een menselijk ontslag

Ik klap mijn laptop dicht en zucht. Mijn boek is af. Nu het grote werk klaar is, voel ik hoe moe mijn lijf is. Het is niet de eerste keer dat ik een boek schrijf, maar wel de eerste keer dat ik het helemaal alleen doe. Het boek is een pleidooi voor menselijk ontslag. Het vertrekt van mijn eigen rouwproces en is dus heel persoonlijk.

Maandenlang ging ik elke ochtend op mijn eentje aan mijn computer zitten en werkte ik een paar uur flink door. Een strakke discipline die ik maar even heb gelost toen we naar de Provence reisden deze zomer. Verder heb ik alle dagen minstens 4 uur aan het boek gewerkt.

Nu is het manuscript klaar en straks gaat het naar de drukker. Vervolgens gaat het boek de wijde wereld in. Een wereld van opinies en meningen die goed of slecht zullen zijn en waartegen ik me niet kan beschermen. Dat maakt dat ik me nu best kwetsbaar voel. Maar ik heb het ervoor over.

Ik wilde begrijpen waarom ik zoveel pijn had om het verlies van mijn werk

Een halfjaar geleden ben ik begonnen met een idee en een wit blad. Ik wilde begrijpen waarom ik zoveel pijn had om het verlies van mijn werk. Waarom mijn ontslag me zo in rouw heeft gedompeld. En vooral uitpluizen of en hoe je dit kunt voorkomen. Ik werd zo overspoeld door emoties dat ik wilde uitzoeken waar die vandaan kwamen. Verdriet maakt dat ik me machteloos voel. Schrijven is mijn enige verweer.

In de eerste weken na mijn ontslag reageerden er heel veel lotgenoten. Ik luisterde naar hun verhalen, die vaak hard en triest zijn. Ik vulde mijn witte blad met hun getuigenissen, hield zelf een dagboek bij en las alles wat ik vond over het onderwerp. Ik zocht en vond ook een aantal experten die wilden meewerken. En zo zat ik 6 maanden na mijn ontslag op de trein naar Leuven om met een arbeidspsycholoog over de gevolgen van ontslag te praten.

Het was de eerste keer sinds lang dat ik ging ‘researchen’. In die 33 jaar dat ik voor televisie werkte, heb ik oneindig veel voorbereidende gesprekken gedaan, altijd in opdracht van VRT. Nu was ik zelf de opdracht­gever. Het voelde heel vreemd aan en ook heel vertrouwd.

Eenmaal ik bij de uiterst vriendelijke professor zat, ging het helemaal vanzelf. We babbelden bijna 2 uur lang. Ik viel terug op mijn ingebakken ervaring en leerde veel bij. Hij deelde zijn kennis en was ongelofelijk empathisch. Sinds dat gesprek geloof ik echt in het nut van mijn boek.

De gesprekken die ik had met experten zorgden ervoor dat ik dingen die ik soms alleen maar voel en waarvan ik niet weet waar ze vandaan komen, kan kaderen. Het is een beetje zoals je emoties verklaren bij een psycholoog. Ondertussen bleef ik met getuigen praten en merkte ik dat er eigenlijk heel veel mensen te maken hebben met ontslag. Soms zijn ze zelf ontslagen, soms gebeurde het met iemand in hun omgeving.

Elke getuige gaf me de moed en de energie om verder te gaan. Elke expert bevestigde dat het de moeite waard is

Vaak hakt het er hard in. “Ik heb mijn vader één keer in mijn leven zien huilen,” zei iemand, “dat was op de dag van zijn ontslag. Hij is nooit meer de oude geworden.” Een andere getuige begon te huilen toen hij sprak over zijn ontslag, terwijl dat 10 jaar geleden is. Elke getuige gaf me de moed en de energie om verder te gaan. Elke expert bevestigde dat het de moeite waard is.

De laatste week van mijn schrijfproces beleefde ik in quarantaine in de Ardennen. Helemaal alleen in ons huis op het platteland vond ik de broodnodige rust. Ik genoot van de stilte in en rondom het huis. Elke dag stond ik heel vroeg op, maakte een pot koffie en bracht ik de rest van de dag lezend, schrijvend en schrappend door. Er was niets om mij af te leiden, behalve af en toe een telefoontje met het thuisfront.

Ik liep weleens de tuin in, trok hier en daar wat onkruid uit of knipte de bamboe bij. Maar altijd was er iets wat me weer naar binnen dreef, weer achter mijn laptop. Ik had een deadline en die zou ik respecteren. Hoe meer het einde naderde, hoe meer ik begon te schrappen. Ik lachte met mezelf en zei: “Straks hou je alleen nog de titel over.” Het is meer dan een titel. Het is een boek waarmee ik hoop iets bespreekbaar te maken. Maar nu eerst even rust.

Ontdek ook onze andere columnisten:

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."