Hannelore

Uit het hart van Hannelore: “Hoe goed je ook omringd bent, verdriet verwerken, doe je alleen”

Hannelore Bedert (38) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (12) en Polly (6). Ze verloor in 2019 haar man Stijn. 

Ligt het aan het vallen van de bladeren? Aan de kortere dagen? Voel ik de herfstblues? Of sluipt er dit jaar gewoon veel weemoed in mijn hoofd? Mijn gemoed zit geregeld diep onder nul dezer dagen. Ik doe mijn uiterste best om vrolijk te zijn, want dat is de enige manier om dat sombere gemoed tegen te gaan, maar ik merk dat het alsmaar meer energie vraagt.

Na een slapeloze nacht sta ik op, kijk in de spiegel en recht mijn rug. Alsof ik vooral niet wil toegeven dat het oké is om mijn hoofd eens te laten hangen. Vrienden zeggen dat ik redenen te over heb, gezien ik zoveel in mijn eentje draag, maar ‘mijn situatie’ minimaliseren, ik ben er goed in geworden. Hoewel ik best weet dat het oké is om het even niet meer te weten, om om hulp te vragen.

“De enige reden waarom mijn verdriet wat meer in de schijnwerpers staat, is omdat ik er hier over schrijf. Voor de rest is mijn verdriet niet kleiner of groter dan dat van een ander.”

Ik zeg het zo vaak tegen anderen, maar let er te weinig op bij mezelf. “Niets móét”, zeg ik tegen mezelf, maar ik handel er niet naar en loop mezelf achterna. Om mij heen zie ik hetzelfde, zelfs bij mensen die er niet alleen voor staan. Vrienden hebben moeite om uit hun bed te komen, leeftijdgenoten slepen zich door de dag, bij de vraag: “Hoe gaat het?”, vloeien er bij velen tranen. Is het de herfst? Of de leeftijd? Of heeft corona toch meer schade toegebracht aan onze mentale gezondheid dan we durven toegeven?

Op de radio hoor ik een interview met een oudere man die zich smalend uitlaat over mijn generatie. Dat we geen ruggengraat hebben, dat we bij de minste tegenslag steen en been klagen, dat we geen harde werkers zijn. Hij spreekt over zijn eigen geluk, over vrouw, kinderen en kleinkinderen. Verbouwereerd over het feit dat hij zo kortzichtig praat over het leven van anderen, zet ik de radio stil en denk: hij zou eens in mijn schoenen moeten staan.

Ook als reactie op mijn columns hier hoor ik het af en toe. Mensen die verontwaardigd zijn dat ik het alleenrecht op verdriet lijk te hebben. Absurd is dat natuurlijk. De enige reden waarom mijn verdriet wat meer in de schijnwerpers staat, is omdat ik er hier over schrijf. Voor de rest is mijn verdriet niet kleiner of groter dan dat van een ander. En bovenal: net als zovelen moet ik het in mijn eentje verwerken. Want daar komt het op neer: hoe goed je ook omringd bent, verdriet verwerken, doe je alleen. Ook al schrijf je erover in columns.

En dat vraagt onnoemelijk veel energie. Omdat het geen taak is die je snel even kunt afwerken, het is veeleer een sluimerende hoofdpijn. Je leert ermee leven en er zijn – gelukkig – dagen waarop je er niks van merkt, maar helemaal weg is het nooit. En dat is oké, maar ook heftig. En daar heeft niemand zich dus mee te bemoeien.

“Niemand heeft een oordeel te vellen over hoeveel ruimte iemand nodig heeft en hoeveel tijd een mens moet krijgen om iets te verwerken”

Waarom doen mensen dat toch? Altijd maar oordelen over wat een ander meemaakt en hoe die moet omgaan met wat hem of haar overkomt? Er bestaat geen handleiding voor het omgaan met tegenslag, pijn of verdriet. Niemand heeft een oordeel te vellen over hoeveel ruimte iemand nodig heeft en hoeveel tijd een mens moet krijgen om iets te verwerken.

Waarom kunnen we niet gewoon allemaal meningloos zijn, zo nu en dan? Eens niet oordelen over een ander en hoe die zijn of haar leven moet aanpakken? Gewoon zwijgen en ieder z’n leven laten leiden. Pas advies geven wanneer iemand daarom vraagt. Waarom hebben we het daar allemaal zo moeilijk mee?

Wat zou ik het bovendien zelf ook graag eens zijn. Meningloos. Heerlijk lijkt me dat. Helemaal niks te zeggen hebben. De stekker uit het stopcontact en zwijgen. Niets zeggen, gewoon, omdat niemand iets vraagt. Niets zeggen, gewoon, omdat je geen mening hebt. Geen nieuws, geen verantwoordelijkheden, geen zorgen. Enkele dagen zonder bereik, zonder input, zonder nieuwsberichten, zonder deadlines. Niemand die je verwacht, niemand die iets van je wil.

Misschien moet ik dit jaar in winterslaap gaan. En als dat écht niet kan, zet mij de komende tijd dan maar gewoon op een open veld, aan een kampvuur, met wat boeken, een platenspeler, een dekentje en mensen die ik graag zie. En een warme chocolademelk. Met slagroom. Echte. En laat mij daar maar een tijdje zitten. Meningloos.

Lees meer van Hannelore Bedert:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."