Hannelore

Uit het hart van Hannelore: “Ik haal diep adem en trek mijn trouwjurk aan. Ik laat het gevoel toe”

Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (6). Ze verloor in 2019 haar man Stijn. 

Mooie herinneringen

Vorige week haalde ik mijn kleerkast leeg. Alles lag op mijn bed en ik maakte op een strenge manier stapels. De boel opkuisen – of ‘ontspullen’ zoals het tegenwoordig zo hip wordt genoemd – kan deugd doen, weet ik. Rust in huis en hoofd, zoiets. Kleren die ik al te lang niet meer gedragen had, zou ik tweedehands verkopen, andere verdwenen in een grote zak om later naar de kringwinkel te vertrekken. Ik had de muziek luid staan in mijn slaapkamer en ik had er pret in, het voelde alsof ik met het ordenen van mijn kleren ook mijn gedachten wat op een rijtje kreeg.

“Helemaal achter in een schuif vond ik het jurkje waarmee ik bijna negen jaar geleden ‘ja’ zei tegen Stijn”

En toen werd alles stil. Helemaal achter in een schuif vond ik een jurkje, diep weggestoken onder kledij. Het jurkje waarmee ik bijna negen jaar geleden ‘ja’ zei tegen Stijn, het jurkje waar ik twee jaar later al niet meer in paste, toen de zwangerschapskilo’s er voor de tweede keer aan bleven plakken. Ik had het diep weggestoken. In de kast én in mijn hoofd.

Onderuitgehaald worden door voorwerpen, geluiden of foto’s die me aan Stijn doen denken, ik heb het niet zo vaak meer als in het begin. Tijdens de eerste twee jaar kon een lied op de radio, een stem die op die van Stijn leek, een fietser met dezelfde jas en hetzelfde kale hoofd, of een foto me compleet van mijn stuk brengen. Alsof iemand z’n handen op mijn keel zette en ik als een vis naar adem moest happen. Nog steeds kan zoiets gebeuren, maar het komt minder frequent voor. En het komt minder hard binnen.

Toen ik vorige week een man in de winkel zag met hetzelfde geruite hemd als wat Stijn zo vaak droeg, voelde ik dat het geen pijn meer deed. Die gewaarwording was tegelijkertijd mooi en pijnlijk. Maar terwijl ik daar met het witte jurkje in mijn handen stond, hapte ik als een grote walvis op het droge naar adem. Vijf minuten later, zittend op de rand van mijn bed, kon ik het trillen van mijn handen doen ophouden.

Gek, dacht ik, maar zo gek is het natuurlijk niet. Zo’n tastbaar ding als een trouwjurk krijg je niet elke dag in handen, al zeker niet als je hem zo diep weggestoken hebt. Twijfelend legde ik het jurkje op de stapel ‘nog even bij te houden’, voelde dat de korte opstoot van verdriet voorbij was en sorteerde lustig verder. Het jurkje werd bedolven onder andere kleren en verdween opnieuw uit het zicht.

’s Avonds staan Polly en ik in de badkamer onze tanden te poetsen. Polly houdt niet van tandenpoetsen, tenzij ik meedoe, dus poets ik heel vaak mijn tanden. Tegenwoordig staan we ook gezellig buik- en beenoefeningen uit te voeren, terwijl we poetsen, om geregeld ons evenwicht te verliezen en dat heel grappig te vinden. Terwijl Polly mij glunderend aankijkt in de spiegel, haar mondje vol tandpasta, haar rechterbeen, net als dat van mama, zijwaarts omhoog zwierend, bedenk ik me wat een grappig beeld het moet zijn. En hoe ik de laatste tijd geniet van sport, een gevoel dat me tot voor enkele maanden compleet vreemd was.

Sinds ik − omwille van pijn onder mijn knie – een strikt dieet volg en dagelijks aan het sporten ben, vliegen de kilo’s eraf, maar vooral: het pijnvrij zijn én me beter in mijn vel voelen, heeft duidelijk een grote impact op mijn leven, want de donkere maanden lijk ik veel makkelijker te dragen dan de voorbije jaren. Omdat ik me beter voel, lijken verdriet en gemis er niet zo heftig in te hakken. In de spiegel lach ik terug naar Polly. En naar mezelf.

“Ik haal het jurkje uit mijn slaapkamer, ga voor de spiegel staan en trek het over mijn hoofd”

Nadat ik Polly in bed heb gelegd, haal ik het witte jurkje uit mijn slaapkamer, ga voor de spiegel staan, haal diep adem en trek het over mijn hoofd. Omdat er kilo’s verdwenen zijn, valt het jurkje zonder problemen over mijn lichaam. Het zit me zelfs beter dan op onze trouwdag, merk ik. En ik laat het gevoel toe. Terwijl ik voor de spiegel sta en mezelf in het witte stuk stof zie, laat ik de tranen even keihard lopen. Het lucht op. En wanneer alle tranen eruit zijn, hang ik het jurkje aan een kapstok, tussen andere kleren in de kast. Nooit meer weggestoken achteraan in een schuif, maar zichtbaar nu. Als een warme herinnering aan een wondermooi moment.

LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."