Koen
“Hopelijk kan de boomploffer ervoor zorgen dat onze bomen zich weer helemaal herpakken”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Deze week heb ik een nieuw begrip geleerd: bomen ploffen. Het klinkt als iets uit een strip van Jommeke, maar het is bittere ernst – en tegelijk ook een wonder. Ik zal eerst even teruggaan in de tijd. Drie jaar geleden begonnen Ilse en ik aan het bouwavontuur van ons huis. Niet zomaar op een willekeurige lap grond, maar op een plek die we specifiek kozen omwille van de prachtige oude bomen die er stonden.
Hoe vaak in je leven krijg je de kans om een sprong in de tijd te maken? Zelf een eik planten, dat is goed voor de achterkleinkinderen. Maar met dit geluk hoefden we geen eeuwigheid te wachten: wij kregen instant schaduw, instant een overweldigend gevoel, en ‘aahs’ en ‘oohs’ van familie en vrienden.
Tot er dat eerste jaar al meteen één boom het opgaf. We dachten: brute pech. Maar het tweede jaar volgden er nog twee andere bomen. Toen wezen we naar de extreem natte winter, de wortels die misschien verdronken en gestikt waren. Ach, de natuur is grillig, dachten we filosofisch.
De graafmachines die kriskras door de tuin reden, de vrachtwagens die onder de bomen parkeerden… De grond rond de wortels was zo hard als beton. Daar kan geen boom nog in ademen
Maar ergens knaagde het: zoveel pech, dat leek wel erg veel toeval. En toen kwam de openbaring. Via-via werd ik doorverwezen naar een boomploffer. Ja hoor, dat is een echt beroep. Geen grap. Zijn hart klopt 24 uur per dag voor bomen. Helemaal van aan de kust reed hij naar ons toe, alsof hij een geheime missie had. Hij maakte overal gaten, mat de druk in de grond, en zag meteen wat er mis was. Hij keek me aan met de blik van een huisarts die je cholesterolwaarden bekijkt en zegt: ‘Meneer, hoelang bent u al verslingerd aan worst en goede boter?’
Hij kon niet geloven wat de aannemers tijdens de bouw hadden aangericht. De graafmachines die kriskras door de tuin reden, de vrachtwagens die onder de bomen parkeerden… De grond rond de wortels was zo hard als beton. ‘Daar kan geen boom nog in ademen’, zuchtte hij.
En vandaag is hij er terug, met zijn magische oplossing. Hij haalt zijn plofmachine boven – een soort futuristisch ding dat met perslucht gaten maakt in de bodem. Telkens als hij op de knop duwt, zie ik de aarde even opveren. Alsof de tuin zelf opgelucht ademhaalt. Tegelijk mengt hij lucht, lavakorrels en speciale substraten in de bodem. Een soort wellnesskuur voor de wortels.
Het enige nadeel? Tja, dat boomploffen is niet bepaald goedkoop. Toen ik bij onze kennismaking voorzichtig vroeg hoeveel dat zou kosten, keek hij me aan alsof ik een prijskaartje op een bruiloft probeerde te plakken. ‘Hoe schat je zelf de waarde in van zo’n boom die hier misschien al vijftig jaar staat?’, vroeg hij filosofisch.
Bedankt, bomen!
En nu staat hij hier dus, de boomploffer, en ploffend baant hij zich een weg door onze tuin. Binnen een maand zouden de eerste tekenen van herstel zichtbaar moeten zijn. Hij belooft zelfs terug te komen om te controleren of alles aanslaat. Dat vind ik eigenlijk nog het strafste: een vakman die niet verdwijnt zodra de factuur betaald is.
Ik sta erbij en kijk ernaar, zoals een vader langs het voetbalveld van zijn zoon: hoopvol, maar ook met het besef dat ik er verder niets aan kan doen. Alleen maar duimen dat onze bomen hun tweede adem vinden. En tegelijk denk ik: wat wisten we toch weinig toen we aan ons bouwavontuur begonnen.
Mocht ik drie jaar geleden geweten hebben wat ik nu weet, ik had de bomen een VIP-afsluiting gegeven. Desnoods met toegangspas en security
Je verwacht wat gedoe met aannemers die niet komen opdagen of muren die niet perfect recht staan. Maar dat de natuur zelf mee de prijs betaalt, daar denk je niet aan. Mocht ik drie jaar geleden geweten hebben wat ik nu weet, ik had de bomen een VIP-afsluiting gegeven. Desnoods met toegangspas en security.
Maar kijk, we hebben weer iets bijgeleerd: bomen hebben net zoals wij zowel een stevig houvast als voldoende ademruimte nodig. En als dat evenwicht verstoord wordt, loopt het grondig mis.
Ik hoop alvast dat onze bomen zich weldra weer helemaal herpakken en volop schaduw geven. En mocht dat lukken, dan organiseren we komende zomer een ‘tuinfeest’. Niet om vrienden uit te nodigen, wel om de bomen te bedanken voor het gevoel dat ze ons geven, en voor de natuurlijke airco die ze zijn. En alle vrachtwagens, graafmachines en ander zwaar materieel: die mogen voortaan op straat parkeren.
Meer van onze columnisten lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!