Koen
“Alles is hier vol licht, lucht, tijd… Dingen waar we thuis altijd te weinig van lijken te hebben”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Maar een paar uur hebben we erover gedaan, van het Gardameer naar een vissersdorp vlak over de grens in Kroatië. We logeren er een week in een pittoresk huisje met blauwgeschilderde luiken, alsof de eigenaar het graag wilde doen passen bij de zee. Het water in de baai blinkt alsof iemand het elke ochtend even opboent, en de hele dag varen bootjes voorbij die nergens heen lijken te gaan.
Na de drukte aan het Gardameer is dit het rustigere stukje van onze vakantie. Geen zwembaden met glijbaan, geen trampolines of rijen mensen aan de gelateria. Wel een oud dorpscafé met twee tafels in de schaduw van een olijfboom, waar je in de koffie je lepeltje kunt doen rechtstaan. Ik hou van de eenvoud. Met een bakker die maar één soort brood heeft en een kruidenier die elke middag dichtgaat zonder zich zorgen te maken of dat iemand stoort.
Het is heerlijk om te zien hoe weinig schermtijd Kwinten hier nodig heeft. Hij lijkt het tempo van de plek gewoon over te nemen
Het is laat in de middag en de cicades tsjirpen luid, alsof ze Ilse absoluut willen afleiden van het boek op haar schoot. Dat heeft ze sowieso alweer dichtgeklapt, want ze kijkt liever naar de zee. En naar Kwinten, die met zijn snorkelbril in het water drijft en af en toe iets roept wat we niet helemaal verstaan. Hij heeft een octopus gezien, denkt hij. Of een kwal. Of een plastic zak in beweging, dat blijft nog onduidelijk.
Het is heerlijk om te zien hoe weinig schermtijd hij hier nodig heeft. Hij lijkt het tempo van de plek gewoon over te nemen. ’s Ochtends drinkt hij koffie met ons op het terras, ’s avonds bakt hij mee vis op de barbecue en tussendoor dommelt hij weg met een boek dat hij vorige vakantie ook al meehad. We ontmoeten weinig mensen, en wie we wel tegenkomen, spreekt óf Kroatisch óf een taal die misschien Kroatisch zou kunnen zijn. Het geeft ons het aangename gevoel dat we echt ergens anders zijn. We kennen hier niemand, en niemand kent ons. En dat is op vakantie soms het allergrootste comfort.
Rust, ruimte en een rode gloed
’s Avonds koken we zelf. Er is dus die barbecue, die eruitziet alsof hij tien jaar geleden al met pensioen mocht, maar hij werkt nog perfect. We leggen er vis op en kruidige worstjes die we in België niet kennen, maar die ongelooflijk lekker zijn. Kwinten dekt de tafel alsof hij wil bewijzen dat hij dat op kot ook doet, en Ilse trekt een lokale witte wijn open waarvan het etiket drie mannetjes onder een grote zon toont. Dat kan geen slecht teken zijn. Tijdens het eten praten we over kleine dingen. Welke baai we morgen zullen verkennen. Of we ergens een bootje zouden kunnen huren. En wie het papieren servet dat voor de derde keer van tafel waait deze keer gaat terughalen.
Later op de avond, als de zon achter een verre rots wegzakt in een wondermooie rode gloed, zitten we nog altijd samen op het terras. De zee is dan niet meer blauw, maar zilver, en we horen stemmen van verderop in het dorp. Ze klinken zacht, als achtergrondmuziek, en dragen bij tot het complete gevoel van rust dat we hier ervaren. Ilse zucht tevreden en zegt dat dit haar favoriete moment van de dag is. En ik begrijp haar. Alles is tegelijk stil en vol. Vol licht, lucht, zout, tijd. Dingen waar we thuis altijd te weinig van lijken te hebben.
Vooral het feit dat we hier weer samen zijn – écht samen, zonder agenda of planning – wat maakt dat alles zo bijzonder voelt
En toch, tussen al die rust en ruimte, is het vooral het feit dat we hier weer samen zijn – écht samen, zonder agenda of planning – wat maakt dat alles zo bijzonder voelt. Niet omdat het perfect is, maar omdat we zelf even nergens anders hoeven te zijn. Kwinten haalt een paar op het strand gevonden ‘slakkenhuisschelpen’ uit z’n broekzak en zegt dat hij ze gaat bijhouden voor thuis. ‘Voor de sfeer’, zegt hij met een ironisch lachje, en kijkt daarbij uitdagend naar Ilse. Die lacht dat het misschien een beter idee is om er een paar foto’s van te nemen en de geur gewoon te onthouden. Kwinten drukt zijn neus tegen de schelpen, inhaleert diep en lacht gelukzalig.
Tegen het einde van de week zullen we zeker weer veel te veel zand in de auto hebben liggen, een eenzame teenslipper inpakken, en thuis ontdekken dat ook Ilses zonnehoed hier op het terras is blijven liggen. Maar dat geeft niet. Alles wat telt, zit dan toch in ons hoofd. En in die ene slakkenhuisschelp die straks gegarandeerd toch in de wasmachine belandt.
Nog meer columns lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!