“Het begint zacht te regenen, maar we trekken onze jassen niet aan. Want het is nog altijd zomer”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

De pastawedstrijd in ons vriendengroepje gaat lustig verder. Vandaag is de avondlucht grijs en stil, zoals dat alleen op een zomerdag kan, wanneer er onweer in de verte broedt. We zitten binnen, maar de schuiframen staan wagenwijd open. Een zwoele tocht beweegt de linnen gordijnen langzaam heen en weer. In de verte begint het dreigend te rommelen.

Elli en Thomas, die vanavond de spaghetti-scepter zwaaien, vormen de jongste garde van onze vriendengroep. Vanuit Toscane hebben ze hun valies volgestouwd met flessen olijfolie, gerookte pancetta en een pecorino die naar eigen zeggen ‘alle andere kazen doet verbleken’.

We beginnen met een slaatje dat alles in zich heeft om stil van te worden: bloedrode cœur de bœuf-tomaten, suikerzoet, dik en glanzend, kruidig basilicum en schilfers van hun Italiaanse kaas. Het is zo’n gerecht dat je verbluft door z’n eenvoud.

Elli lacht wanneer ik haar vraag of ze zelfs de tomaten uit Italië heeft meegebracht. Natuurlijk komen ze gewoon uit de tuin, want als er überhaupt al een voordeel is aan ‘halfoogst’, dan is het wel dat zelfs in België de tomaten dan superlekker zijn.

De winkels worden plots weer overspoeld door kaftpapier, boekentassen en brooddozen en dat voelt als een koude douche

Het gesprek glijdt al snel naar de tijd van het jaar. Hoe de zomer alweer langzaam van tussen onze vingers glipt. Over hoe de winkels plots weer overspoeld worden door kaftpapier, boekentassen en brooddozen, en hoe dat beeld, elk jaar opnieuw, voelt als een koude douche.

Ilse zucht dat er zelfs al chocoladen sinterklazen in de rekken liggen. Frank stelt grappend voor om een soort guerrilla-groepje op te richten om alles wat niet bij de vakantie thuishoort tot eind augustus uit de winkels te doen verdwijnen. Zijn kinderen hebben het er ook elk jaar lastig mee.

Elli grapt dat zij blij is dat ze geen kinderen hebben, maar dat stuit op luid boegeroep van de ouders rond de tafel. En zo komen de verhalen: over opgeschoten pubers die spullen van een halfjaar oud niet meer willen dragen, omdat ‘niemand dat nog doet’, over veranderen van school en het stressmoment van de klasindeling die pas op 1 september bekend raakt.

Els vertelt hoe haar dochter van elf op voorhand haar schriftjes al geparfumeerd heeft, want ze wil dat die ruiken naar iets leuks, niet naar school. Dat soort kleine verhalen doen de avond voorbijglijden.

Trager leven

En dat leidt dan weer tot verwondering over hoe snel de tijd blijft gaan. Over hoe de zomers korter lijken, zelfs al zijn ze dat niet. ‘Of we zijn gewoon trager geworden’, zegt Elli droog, en Frank vult aan dat het leven sinds corona eigenlijk nooit nog dezelfde snelheid heeft aangenomen.

Meer stiltes, minder plannen, maar ook meer het gevoel dat de dagen als zand door je handen glippen. Ondertussen worden er foto’s bovengehaald van vakanties. Van de grootste sombrero ooit, van kinderen in de zee, van te grote glazen wijn op een te klein hotelterras, van een zonsondergang boven een bergdorp.

En daar ergens, tussen de verhalen door, ontstaat dat gevoel dat altijd in augustus opduikt: een mengeling van weemoed en dankbaarheid. Alsof je weet dat de zomer nu eenmaal voorbijgaat, en je hem net daarom harder probeert vast te houden.

Els staart naar buiten en zucht dat binnen een paar weken iedereen weer in z’n routine zit

De spaghetti, deze keer een variant met pancetta, venkelzaad en citroenzeste, is verrassend lekker. Niemand zegt luid-op dat Thomas en Elli dit jaar de beste saus gemaakt hebben, maar de glimlach van Giulia verraadt dat zelfs zij het met haar Italiaanse roots al weet.

Buiten rolt de donder nu luider, loom en traag. Het ruikt naar regen die nog net niet is gevallen. Ik zie hoe Els naar buiten staart en zucht dat binnen een paar weken iedereen weer in z’n routine zit. Ze zegt het met een zekere rust. Alsof ze weet: september brengt wel weer die vervelende structuur, maar ook lege ochtenden met koffie in stilte.

Wanneer we vertrekken, voelen we het eerste spatje regen. Een zachte herinnering dat het seizoen kantelt. Maar we trekken onze jassen niet aan, uit koppigheid misschien. Of omdat we willen benadrukken dat het nog altijd zomer is.

Nog meer columns lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."