Koen

“Een glimlach in een winkelrij, een gesprek dat warmte achterlaat: rond kerst is alles wat zachter”

We zijn allemaal een beetje onderweg, zo in de drukte vlak voor kerst. Sommigen van ons vliegen naar de sneeuw of warmere oorden, anderen rijden naar familie of vrienden. En een paar, zoals ik vanochtend, schuiven aan in de rij van de ‘Wild- & Gevogeltehandel’, die door de mensen in de buurt al decennialang koppig gewoon ‘de poelier’ wordt genoemd.

Het is een uur of tien en de winkel zit propvol. Mensen met nummerkaartjes in hun hand, dikke jassen, dampende adem. Buiten is het grijs, binnen is het warm. De typische mengeling van drukte en gezelligheid die geen maand zo typeert als december.

Ik spreek mezelf moed in met de boodschap dat ik tijd in overvloed heb, en dat wachten in december sowieso anders aanvoelt dan wachten in april

Ik zucht. Twintig wachtenden voor mij. In deze winkel betekent dat: minimaal een halfuur aanschuiven. Maar ik spreek mezelf moed in met de boodschap dat ik tijd in overvloed heb, en dat wachten in december sowieso anders aanvoelt dan wachten in april. Alles is zachter. Mensen glimlachen sneller. Alsof er iets in de lucht hangt dat ons een beetje milder maakt.

Tussen het vele zwart en grijs van de typische winterjassen valt me onmiddellijk een kleurrijke blikvanger op. Het is een vrouw met een feloranje doek, die ze als een soort ruime sjaal om haar schouders en haren draagt. Als we tijdens het vooruitschuifelen naast elkaar komen te staan, glimlacht ze breed en zegt zacht, bijna fluisterend: “Bent u niet die van Libelle? Van die stukjes?” Ik moet lachen. “Die inderdaad.”

We raken aan de praat. Over de drukte. Over het feit dat ze al lang achter het fornuis had willen staan, maar dat haar oudste zoon, die normaal de boodschappen deed, zich vandaag een beetje pips voelde. Tijdens het wachten vertelt ze dat ze nog maar twee jaar in België is en dat ze – naast de lessen – haar Nederlands oefent door Libelle te lezen. Want daar leest ze ‘echte’ taal, die toch anders is dan die van de leerboeken.

Kerstgevoel

Ik hoor mezelf vragen of zij en haar familie ook kerst vieren, maar ik wikkel het in zoveel voorzichtige woorden dat ik bijna struikel over mijn zinnen. Ze lacht meteen, warm en vrij. “Meneer, wij vieren álles wat er te vieren valt. Kerst, Pasen, Nieuwjaar… de kinderen willen het allemaal. En het is gezellig. Waarom zouden we dat niet doen?” Geen grote woorden in haar antwoord, alleen een soort nuchtere vanzelfsprekendheid die ontwapenend werkt.

Ze vertelt verder. In de school gaat het enkel nog over kerst. Haar kinderen komen thuis met knutselwerkjes, verhalen en liedjes. De jongste wil een ster op zijn kamer omdat dat moet voor een echt kerstgevoel. Ze besluit glimlachend dat zij kerst misschien wel méér vieren dan veel andere mensen.

Ik word er een beetje stil van. Niet omdat wat ze zegt me verbaast, maar omdat het zo eenvoudig en menselijk klinkt. Alsof feestdagen geen bezit zijn, maar kansen. Momenten die we mogen lenen van elkaar.

We wensen elkaar fijne feestdagen, en zij vraagt lachend of ik zeker de groeten aan de Libelle-redactie wil doen. En weg is ze

We schuiven langzaam vooruit. Iemand houdt de deur open voor een oudere man. Een peuter raakt zijn wantje kwijt en drie volwassenen duiken tegelijk naar de grond om hem op te rapen. Als ze tegen elkaar botsen, begint de hele winkel te lachen. December maakt mensen onhandig, maar vriendelijk.

Even later is de vrouw met de sjaal aan de beurt. We wensen elkaar fijne feestdagen, en zij vraagt lachend of ik zeker de groeten aan de Libelle-redactie wil doen. En weg is ze, met een zak gevogelte en een glimlach die langer blijft hangen dan de winkelgeur.

Wanneer ik naar buiten stap met mijn eigen bestelling, merk ik dat het nog altijd grijs is, maar dat het me niets kan schelen. Misschien is dat wat kerst echt doet: het feest tilt ons even boven onszelf uit. Niet met grote gebaren, geen ingewikkelde overtuigingen, maar met kleine menselijke momenten. Een glimlach in een winkelrij. Een gesprek dat ik niet had verwacht. Een verhaal dat warmte achterlaat.

En terwijl ik naar huis wandel, denk ik aan wat die vrouw zei. Dat alles wat gevierd kan worden, het vieren waard is. Dat kerst geen grenzen kent, maar elke deur op een kier zet. Misschien is dat wel het mooiste wat zo’n feestdag doet: hij maakt ons, al is het maar voor één dag, allemaal een beetje familie van elkaar.

Nog meer columns

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes.

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."