Koen

“Het lijkt wel alsof die maanden van rust en energie bijtanken er nooit geweest zijn”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Over hoe routine het weer overneemt

“Welkom terug”, zegt een glimlachende bedelaar aan het station als ik een muntje in z’n beker drop. Hij maakt een zwaaigebaar. Goedgeluimd wandel ik verder naar het werk. Die bedelaar zit daar elke dag op dezelfde plek. In de zon, in de kou, in de regen. Af en toe gooi ik wat geld in zijn beker, maar ook niet élke keer. Het voelt raar aan dat zo iemand, die dagelijks duizenden mensen ziet passeren, jou eruit pikt en merkt dat je een tijdje bent weggeweest. Of zou hij dat gewoon tegen iedereen zeggen? In dat geval heeft hij een lucratieve job in de reclame of verkoop gemist.

’s Middags heb ik het erover met een collega. Zij zegt dat ze ook wel een soort persoonlijke band heeft aangeknoopt met een aantal mensen die op haar weg naar het station om hulp vragen. Ze gooit niet zomaar wat geld in bakjes, maar zegt er altijd vriendelijk goeiedag bij, of knikt even. Ze vertelt dat ze tijdens haar voorbije vakantie ook dat eventjes bewust heeft losgelaten en niet de hele tijd heeft omgekeken naar bedelaars in de steden waar ze kwam. Want vakantie betekent voor haar dat ze echt van álles afstand wil kunnen nemen, niet alleen van het werk, maar ook van de grote en kleine miserie in de wereld. Daarom leest ze dan ook geen kranten.

Ze kijkt me bijna schuldig aan als ze het vertelt, maar ik begrijp wat ze bedoelt. Ik vertel dat ik ook niet élke dag geef. Het mag geen verplichting worden. Maar als ik aan vanochtend denk, is het wel ongelooflijk mooi hoe zelfs mensen die in totale armoede op straat leven een soort normale alledaagse sociale omgang kweken, en dat je dan tegen wil en dank, gewoon door voorbij te komen en eens iets te geven of goeiedag te zeggen, begint deel uit te maken van hun kennissenkring.

Het is ongelooflijk mooi hoe zelfs mensen die in totale armoede op straat leven een soort normale alledaagse sociale omgang kweken

De collega zegt dat ze dat ook aan haar kinderen leert: niet over mensen heen kijken, maar écht naar hen kijken en eens knikken, ook al zijn haar spruiten nog te klein om geld te geven. Ik vind dat een mooie gedachte.

Binnenkort vertrekt Kwinten naar Leuven om te studeren. Ilse en ik beseffen dat het feit dat hij daar zelfstandig zal wonen en zijn eigen boontjes moet doppen, hem enorm gaat doen groeien, ook als mens. Stiekem hoop ik dat hij ook af en toe, al heeft een student elke cent zelf broodnodig, eens iets in een beker gooit.

Voor de zoveelste keer denk ik eraan hoe snel zijn schooltijd is omgevlogen. Hogere studies leken al die tijd zo enorm ver weg, iets voor ‘later’. Het is geen al te originele uitspraak, maar de tijd vliegt. En wat is ook de zomer dit jaar weer omgevlogen. De werkroutine heeft haar plaats alweer helemaal opgeëist en alles loopt opnieuw alsof die maanden van rust en energie bijtanken er nooit geweest zijn.

‘Voor je het weet, is het Kerstmis’, stond in de mail. En in de winkels zag ik al chocolade sinterklaasjes

‘Voor je het weet, is het Kerstmis’, was de aanhef van een mail die ik vanochtend in m’n mailbox vond. Bij het lezen schoot ik in de lach en dacht eraan dat we éérst nog langs de Sinterklaas-in-september moeten passeren. Ik geloof dat ik thuis zelfs al zo’n sintfolder tussen de stapels reclame zag, deze week. En in de supermarkt liggen ook al veel te vroege chocolade figuurtjes.

We beginnen ons langzaamaan ook al wat ‘winterser’ te gedragen, met meer stoofpotjes dan barbecues en Ilses dekentje dat al klaarligt, ’s avonds voor de tv. Het heeft natuurlijk ook allemaal wel iets gezelligs, die korter wordende dagen en het knusse binnenhuisgevoel, maar geef mij toch maar de warmte en de zomer. Op de een of andere manier zorgen die lange dagen voor meer evenwicht. In het voorjaar en de zomer heb je gewoon veel meer tijd om dingen te doen.

Vanaf pakweg november tot in februari vertrek je in het donker naar je werk en is het alweer donker als je terug thuiskomt. Nee, ik zou meteen tekenen voor daglicht dat het hele jaar door om zes uur ‘s ochtends begint en duurt tot tien uur ’s avonds. Dan leef je meer. Ik denk terug aan de beer die ons een paar weken geleden in Yosemite de stuipen op het lijf joeg. Die denkt nu waarschijnlijk ook: als er geen lekkere toeristen meer opdagen, dan kruip ik maar eens in mijn hol en begin ik aan mijn winterslaap.

Meer van onze columnisten:

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."