Koen

“Kwinten wil al zijn hele leven een hond. Net nu hij op kot gaat, overwegen wij er eentje te kopen”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Op Facebook zie ik een foto van een dode poes. De persoon die de foto heeft gepost, vertelt dat zij speciaal gestopt is om het diertje van een drukke weg te halen en het in de graskant te leggen. Uit respect voor elk levend wezen. Met het bericht wil ze de eigenaars laten weten dat hun katje dood is, en waar ze het kunnen vinden. Zodat de kindjes ook niet vruchteloos op hun lievelingsdier hoeven te wachten, misschien.

Ik vind het een mooi gebaar van dierenliefde. Hoe vaak ben ik zelf niet achteloos voorbij een dood dier gereden? Te druk verkeer, ergens dringend moeten zijn: altijd wel een excuus om door te rijden. In Frankrijk kenden we een koppel waarvan de man altijd stopte als hij een dier op de weg zag liggen. Hij had er zelfs speciaal handschoenen voor in de koffer liggen. Hij deed dat ook voor wilde dieren die geen ‘eigenaar’ hadden. Voor hem was dat een daad van respect voor het leven. Élk leven.

Het is bijna sarcastisch om te zeggen, met die oorlog in Oekraïne die nog steeds woedt, maar als mensheid hebben we wat dierenrespect betreft toch een hele weg afgelegd. Ik weet nog hoe ik, toen ik nog een tiener was, weleens hoorde vertellen hoe een teveel aan jonge hondjes of katjes gewoon in een zak werd gestoken en in een gat in de grond gegooid. Letterlijk zand erover. Hoezeer een kind door zoiets ook wordt geschokt, toch durft het niet echt te protesteren, want zoiets doen grote mensen nu eenmaal.

Hond op zolder

Mijn ouders hebben, tot ik een jaar of twaalf was, altijd in een appartement gewoond met drie kinderen. Bovendien gingen ze allebei uit werken. Dus behalve voor een kanarie of een hamster was er geen ruimte voor een huisdier, hoezeer mijn broer, zus en ik ook naar een hond verlangden. Tijdens de zomer voor we gingen verhuizen, hoorden we op de gemeenschappelijke zolderverdieping van het appartementsgebouw, waar we vaak gingen spelen als het regende, het gejank van een puppy.

Onze ouders waren niet opgewassen tegen ons gejammer, en dus doopten we onze eerste eigen hond ‘Tim’

Het diertje zat in een doos en was ongelukkig. Als kind vraag je je niet af waarom dat beestje daar moederziel alleen in een doos zit. We gingen gewoon elke dag naar boven, namen het eruit en speelden ermee, beducht voor een deur die ergens open zou gaan, om het dan snel terug in z’n doos te zetten en weg te lopen.

Tegen het einde van de vakantie, vlak voor we zouden verhuizen, werden we toch betrapt. De eigenaar bleek een Portugese straatarbeider, die het beestje ergens had gevonden en gered. Maar hij moest de hele dag werken en wist niet wat gedaan met het hondje. Als we wilden, mochten wij het hebben.

Onze ouders waren niet opgewassen tegen ons gejammer, en dus doopten we onze eerste eigen hond ‘Tim’, en namen hem trots en blij mee naar ons nieuwe vrijstaande huis. Mijn zus was het ‘officiële’ baasje, en Tim was de eerste hond in een lange rij die zou volgen.

Bij mij is het ook altijd blijven kriebelen om opnieuw een hond te hebben. Maar in Frankrijk hadden we die B&B, en niet alle gasten houden van huisdieren, dus is het er nooit van gekomen. En net zoals ikzelf zoveel jaar terug, is het nu Kwinten die al van kleins af aan zit te ‘zagen’ om een hondje. Nu we terug in België wonen, doen we dat voorlopig nog in een huurhuis, maar onze nieuwbouw is bijna klaar en dan… komt het er misschien toch van.

Ik begrijp wat Kwinten bedoelt, maar stel hem gerust dat hij toch telkens in het weekend met de hond kan ravotten

Kwinten vindt het sneu: net nu hij volgend jaar op kot gaat in Leuven, kopen wij een hond. Ik begrijp wat hij bedoelt, maar stel hem gerust dat hij er toch telkens in het weekend mee kan ravotten. Áls de hond er komt, want net zoals in Frankrijk zie ik ook nu nog steeds een hoop redenen om géén hond in huis te halen.

Ilse en ik gaan allebei uit werken. Zij heeft helemaal geen thuiswerkdagen, en ik zo goed als geen. We hebben wel een grote tuin, maar iedereen die van honden houdt, weet dat ruimte alleen niet is wat een hond wil, hij wil vooral ook gezelschap. Dus het wordt nog veel wikken en wegen, maar ik troost me met de gedachte dat, als je niet helemaal zeker bent, het níét in huis halen van een hond ook een vorm van dierenliefde is.

Meer columns van Koen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."