Koen
“Kwinten beweert dat een huis vooral een plek moet zijn waar je je sokken kunt laten slingeren”
Tijdens de lunch op het werk gaat het gesprek over huizen. Een collega vertelt enthousiast hoe de werken aan haar nieuwbouwwoning opschieten. Iemand anders pikt erop in en somt de plannen op voor een grotere keuken en een veranda die tegen de lente klaar moet zijn.
Dan komt een derde collega ertussen, en die klinkt minder opgewekt. Zij bekent dat haar huis oud en vochtig is. Ooit gekocht met de bedoeling het grondig te renoveren, maar door chronisch tijdsgebrek en het kostenplaatje komt het er maar niet van. De toestand van haar huis geeft haar elke dag stress. Hoe slechter het huis wordt, hoe meer ze een echte thuis mist.
Op een werf
’s Avonds heb ik het erover met Ilse. In het begin hebben wij in Frankrijk ook een hele tijd ‘op een werf’ gewoond, dus we weten hoe het voelt. Ilse zegt dat een ‘thuisgevoel’ voor haar toch nooit alleen om bakstenen draait, maar om de ziel die erin hangt. De geur van koffie ’s ochtends en de aroma’s van de tuin op het terras zijn belangrijker voor dat thuisgevoel dan sommige materiële gebreken. Ik knik. Zelf vind ik muziek bijvoorbeeld redelijk onmisbaar.
Kwinten mengt zich, van aan zijn laptop, in het gesprek. Hij beweert dat een huis vooral een plek moet zijn waar je je sokken kunt laten slingeren zonder dat iemand er een drama van maakt. Daarna zet hij zijn koptelefoon terug op, waarmee hij meteen mijn punt kracht bij zet dat muziek ook essentieel is voor het thuisgevoel.
“Koffie aan de ontbijttafel en pannenkoeken in het weekend lijken kleine routines, maar ze maken het verschil tussen een thuis en louter een dak boven je hoofd”
Licht: nog zo’n belangrijke gezelligheidsfactor, vinden we allebei. Als Ilse ’s avonds de woonkamer verlicht met kleine lampen, of af en toe een kaars, spat de cosyness er meteen af. Ook bepaalde rituelen passeren de revue. Ilse zegt dat die een thuis pas echt samenhang geven.
De momenten in de weekends waarop we samen pannenkoeken bakken. De koffie die we liever gezellig aan de ontbijttafel drinken, en niet rap rap aan het aanrecht. De gewoonte om, zelfs in de winter, regelmatig samen de tuin in te lopen om te kijken hoe planten en bomen het doen. Kleine routines, maar ze maken het verschil tussen een thuis en louter een dak boven je hoofd.
Beleving boven bakstenen
Misschien focust mijn collega vooral op wat er niet deugt aan het huis. Het tocht, het voelt oud, het is werk dat ligt te wachten. Ik ga natuurlijk niet beweren dat de staat van een huis er helemaal niet toe doet, maar toch: voor mij is beleving belangrijker dan bakstenen. Misschien moet ik haar daar volgende keer bij de lunch proberen van te overtuigen.
Ilse glimlacht terwijl ik het zeg, en vindt dat ik eindelijk begin te klinken als iemand die het begrepen heeft. Ze herinnert me eraan dat ook in ons eigen huis veel kleine dingen de grootste rol spelen: het dekentje dat altijd klaarligt, de geur van het avondeten die zich door de kamers verspreidt, mijn schoenen die systematisch in de gang blijven staan alsof ik elke dag Sinterklaas verwacht.
“Zelf vind ik dat zelfs rommel mee kan bijdragen aan huiselijke gezelligheid. De stapel tijdschriften die ik nooit gelezen krijg, het mandje met sleutels in de gang of de warboel op het aanrecht”
Thuisgevoel zit vaak gewoon ook in details die je niet meteen opmerkt. Het is de manier waarop een zetel vanzelf jouw zetel wordt, hoe een scheefhangend schilderijtje je stoort in een hotel, maar niet in je eigen woonkamer. Of hoe je huivert van computer- en gsm-gebiep op het werk, terwijl de pieptoon van de wasmachine thuis net geruststellend klinkt omdat je weet: hier draait alles zoals het hoort.
Zelf vind ik dat zelfs rommel mee kan bijdragen aan huiselijke gezelligheid. De stapel tijdschriften die ik nooit gelezen krijg. Het mandje met sleutels in de gang, waarin een kat haar jongen niet terugvindt. Het keukenaanrecht waarvan ik weer eens een totale warboel heb gemaakt als ik kook. Het is misschien chaos, maar het is wel ónze chaos.
Ilse ligt in een deuk als ze me bezig hoort, en raadt me aan om toch maar gewoon de kracht van een goed geplaatste kaars in mijn column te vernoemen. En Kwinten mompelt dat niets het huis gezelliger maakt dan een nieuwe flatscreen. Hij noemt het plechtig de ‘nieuwe haard’ in elk huishouden. Ilse en ik kijken elkaar veelbetekenend aan en besluiten om toch maar gewoon een kaars aan te steken.
Nog meer lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!