
Linda ging acht keer mee naar Afrika met Artsen Zonder Vakantie
Linda (67): “Ik heb Belgische ouders, maar ik ben geboren in Belgisch-Congo. Mijn vader had er een job en ik heb er mijn kindertijd doorgebracht. Ik was toen al zorgend: was er iemand ziek, dan wilde ik die beter maken. En toen ons hondje werd aangereden, spalkte ik zijn pootje.
Een job als verpleegster was me toen al op het lijf geschreven, en een paar jaar nadat we opnieuw naar België waren verhuisd, behaalde ik mijn diploma aan de verpleegschool in Antwerpen. Apetrots was ik, zeker toen ik mocht beginnen in het operatiekwartier.
Een lang gekoesterde droom
Ik bouwde mijn leven uit in België, met een lieve man en twee schatten van kinderen, maar de liefde voor Afrika bleef. We hebben er zelfs nog enkele jaren gewoond toen de kindjes klein waren, maar verhuisden toch weer terug naar België.
In het operatiekwartier hoorde ik voor het eerst over Artsen Zonder Vakantie, een organisatie die dokters en andere medici uit België verzamelt om hulp te bieden in landelijke Afrikaanse ziekenhuizen. Enerzijds om operaties uit te voeren, anderzijds om opleidingen te geven.
Ik was meteen nieuwsgierig en ook de chirurg was enthousiast. ‘Echt iets voor jou’, zei hij. ‘Je bent tweetalig, je kent Afrika én je bent goed in je vak.’ Ik wist toen al dat ik ooit mee wilde, maar wilde ermee wachten tot mijn zonen achttien waren. Je moet er immers je verlof voor opgeven.
“Ik was met mijn moeder aan het shoppen toen ik de vraag kreeg of ik niet mee wilde naar Burkina Faso voor twee weken. Natuurlijk wilde ik dat!”
Toen mijn kinderen allebei achttien waren, ging het snel. Ik ging naar een infoavond en mocht op sollicitatiegesprek. Ik werd meteen op de lijst gezet. Spannend, vond ik het. Zou ik dat wel kunnen? En hoe zou het zijn met de andere dokters?
Ik herinner mij dat eerste telefoontje nog goed: ik was met mijn moeder aan het shoppen toen ik de vraag kreeg of ik niet mee wilde naar Burkina Faso voor twee weken. Natuurlijk wilde ik dat! Evident was het niet. Het was november en bijna al mijn verlof was op. Ik belde mijn leidinggevende, puzzelde met recup- en feestdagen en pakte mijn koffers.
Ik was op dat moment zesenveertig en had voldoende ervaring, maar stapte toch met knikkende knieën het vliegtuig op. Ik kende Congo, maar hoe zou Burkina Faso zijn? Daarnaast speelde faalangst me parten. Ik ging samen met een chirurg en anesthesist op reis, maar zouden ze mij wel capabel vinden?
Een groot contrast
Gelukkig bleek dat al snel wel het geval. Ik werd met open armen ontvangen. Na een lange reis kwamen we toe. We sliepen in het huis van een Afrikaanse dokter. Veel moet je je daarbij niet voorstellen, hoor. Er waren drie metalen bedjes met dunne matrassen. Maar we waren er!
De eerste dag in het ziekenhuis was confronterend. Het contrast met de Belgische ziekenhuizen kon niet groter zijn. Het was veel primitiever – de eerste dag hield ik me vooral bezig met het poetsen en installeren van het operatiekwartier – en de zorg is anders. Familieleden staan zelf in voor de zorg van de patiënt na een operatie. Zij moeten hen eten geven, wassen of helpen met de bedpan. Ook ’s nachts, dan slapen ze buiten op een stuk karton. Het was een cultuurschok, en heel intensief.
Die eerste reis deed de arts, naast het verwijderen van schildkliertumoren, vooral gynaecologische ingrepen: onder andere keizersneden, liesbreuken bij baby’s of het herstellen van baarmoederverzakkingen. De werkdagen waren lang, met een vijftal operaties per dag.
“Ik heb de meest schrijnende dingen gezien: vrouwen die werden besneden of werden toegenaaid om het plezier van de man te verhogen”
Ik zorgde dat alles klaarstond en bedacht creatieve oplossingen voor problemen. Zo lag het materiaal van de anesthesist de eerste dagen op een stuk karton op de grond. Ik kon het niet aanzien en besloot daarom een lokale schrijnwerker een tafeltje te laten bouwen. En van twee kapotte zuurstoftoestellen kon ik één werkende maken.
Toch was er ook een keerzijde. Burkina Faso staat bekend als vrouwonvriendelijk en ik begreep meteen waarom. Vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen of een doodgeboorte meemaakten en daar lichamelijke schade aan overhielden, werden door hun mannen verstoten. Ik heb de meest schrijnende dingen gezien: vrouwen die werden besneden of werden toegenaaid om het plezier van de man te verhogen. Zulke dingen kwamen binnen als een mokerslag.
Toen ik thuiskwam, was ik overweldigd. Wat een prachtige ervaring! Maar ik moest ook bekomen van wat ik allemaal gezien had. Toch wist ik meteen: ik wilde dit vaker doen. Deze reis had me zoveel gegeven. Gelukkig steunde mijn man me. Jarenlang ben ik mee geweest, in totaal acht keer naar verschillende bestemmingen in Afrika.
Een onvergetelijke ervaring
Mijn laatste keer was in 2015. Toen ik mijn eerste kleinkinderen kreeg, wilde ik meer tijd voor mijn familie. Ondertussen heb ik er zelfs al vier en ben ik al twee jaar met pensioen. Maar ik zal nooit vergeten wat Artsen Zonder Vakantie mij heeft gebracht.
Buiten een pak herwonnen zelfzekerheid is de belangrijkste les dat we dankbaar moeten zijn voor wat we in België allemaal hebben. Want we kunnen wel goed klagen, maar ik heb daar met eigen ogen gezien dat we onze handjes mogen kussen met zo’n goed werkend gezondheidssysteem.”
Meer openhartige verhalen
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!