Openhartig
“De fotoalbums die iedereen zo wanhopig uit een brand wil redden, zijn we kwijt, maar we weten des te beter wat belangrijk is: er zijn voor elkaar”
Door Karolien Joniaux

Toen Jacquelines huis afbrandde, ontstond een golf van solidariteit. Zelfs uit onverwachte hoeken bleven de mooie gebaren toestromen.

Jacqueline (52): “Het was 5.20 uur ’s ochtends toen de telefoon ging. Ik had waakdienst in het ziekenhuis en zag de naam van mijn buurvrouw op mijn gsm verschijnen. Zij? Op dit ontiegelijk vroege uur? ‘Je moet naar huis komen, Jacqueline,’ zei ze met paniek in haar stem, ‘jullie huis staat in brand’.

De ernst van haar woorden drong eerst niet door en ik zei: ‘Ik kan hier niet weg, ik ben verantwoordelijk vannacht.’ ‘Maar je huis staat in brand, je móét!’ Ze kon me nog meegeven dat de brandweer intussen ter plekke was en dat de kinderen in veiligheid waren. Daarop lichtte ik de nachtverpleegsters in en vertrok in allerijl.

Spoedartsen en brandweermannen

Onderweg naar huis schoten er zoveel vragen door mijn hoofd. De kinderen waren veilig, waren ze dan vanzelf wakker geworden? Ik ben een alleenstaande moeder en vijf van mijn kinderen, allemaal tussen de 13 en 20 jaar, woonden op dat moment nog thuis. Ze waren oud genoeg om alleen thuis te blijven, maar brand, daar ben je op geen enkele leeftijd op voorbereid…

Toen ik tien minuten later onze straat inreed, zag ik meteen Sander, de jongste, op de grond liggen. Spoedartsen ontfermden zich over hem, terwijl brandweermannen bezig waren met het huis. Even was er onduidelijkheid of zijn broer Merijn dan toch nog binnen was, maar toen ik hem in paniek opbelde, was hij net aan de achterkant via het platte dak aan het ontsnappen. Wat een opluchting!

Nog voor de verzekering ons een crisisbedrag had uitgekeerd, kwamen collega’s al met een spaarpotje af

Vaak wordt het speels gezegd: wat zou jij redden uit een brandend huis? Van fotoalbums tot familiestukken, maar geloof me, daar ben je op dat moment niet mee bezig. De kinderen waren het enige waar ik aan dacht. Ze werden allemaal ter observatie naar het ziekenhuis gebracht. Alleen Sander, die door de brandweerlui bedwelmd door de rook uit het huis was gered, moest blijven. Hij werd geïntubeerd en moest anderhalve week op intensieve liggen. Buiten gekwetste stembanden heeft hij er verder gelukkige niets aan overgehouden.

Net omdat de zorg voor de kinderen mijn grootste bekommernis was, was ik die eerste dagen helemaal niet bezig met de praktische gevolgen. Maar de feiten waren er wel: het huis waarin we zestien jaar hadden gewoond, was in één klap onbewoonbaar. De keuken en de badkamer waren verwoest, de elektriciteit kapot en de waterleidingen gesmolten.

Crowdfunding

Omdat we zo’n groot gezin hadden, was er niet meteen een doorgangswoning van de stad voorhanden, maar een vriendin stelde zonder aarzelen – in volle coronatijd – haar deuren open, voor ons allemaal. Drie van mijn collega’s schoten meteen in gang om kleding in te zamelen en ze organiseerden een crowdfundingsactie en een chocoladeverkoop om ons financieel een duwtje in de rug te geven.

Nog voor de verzekering ons een crisisbedrag had uitgekeerd voor de meest noodzakelijke spullen, kwamen zij al met een spaarpotje af. Die spontane hulp bracht me helemaal van mijn melk. Zoveel mensen die moeite voor ons wilden doen!

De fotoalbums die iedereen zo wanhopig wil redden, zijn we kwijt, maar we weten des te beter wat belangrijk is: er zijn voor elkaar

Om hun crowdfunding kracht bij te zetten, hadden mijn collega’s een interview gegeven voor de krant. ‘Jacqueline heeft haar hele leven klaargestaan voor anderen’, las ik daar. ‘Nu is het aan ons om er te zijn voor haar.’ Nog steeds als ik aan die woorden denk, krijg ik tranen in de ogen. Want ja, ik ben een zorgzaam type. Maar dat is zonder bijbedoelingen. Nooit heb ik gedacht: als ik anderen help, krijg ik dat ooit terug.

Dat ik nu diegene was die hulp mocht ontvangen, kon mij op momenten ook heel triest maken. Je wílt niet dat anderen voor je in de bres moeten springen, dat er een inzamelactie op poten gezet moet worden vooraleer je ondergoed kunt kopen. Maar in de praktijk kon ik alle mogelijke hulp gebruiken, dus kon ik niet anders dan gewoon dankbaar zijn.

De mooie gebaren bleven trouwens toestromen, ook uit onverwachte hoeken: de school van de kinderen, de KSA, de handbal en american footballploeg… iedereen droeg zijn steentje bij. Toen het huis moest leeggemaakt worden om de schade op te meten, stonden zelfs ouders van vrienden van onze zonen klaar, en familieleden die ik al lange tijd niet meer gezien had.

Dat we er op die moeilijke momenten niet alleen voor stonden, heeft mij echt geholpen. Het heeft ervoor gezorgd dat ik vandaag de bladzijde om kan slaan. Want het huis waar ik zoveel jaren gelukkig in was, met de charmante trapgevel waarachter vele mooie herinneringen zijn gemaakt, is intussen verkocht. Hoezeer we ook ons best zouden doen, die brandgeur zouden we er nooit meer uit krijgen.

We wonen nu zo’n vijftien kilometer verderop in een huis met een loods erbij, waar ook de twee zonen die al het huis uit waren, nu elk hun eigen woonplek hebben. De fotoalbums die iedereen zo wanhopig wil redden, zijn we kwijt, maar we weten des te beter wat belangrijk is: er zijn voor elkaar. Wat een geluk dat we dat als gezin nog kunnen.”

Uit: Libelle 08/2023

Meer inspirerende verhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."