
Mijn verhaal: Chris werd ontslagen terwijl ze kanker had
Middenin de behandeling van haar ziekte, kreeg Chris van haar baas te horen dat ze opnieuw moest komen werken, of haar job stopzetten. Na een moeilijke periode gooide Chris het roer om en vond ze haar nieuwe job die haar heel veel voldoening geeft.
Chris (56): “Onthaalmoeder worden was mijn droom, al van toen ik nog als begeleidster werkte op een lagere school. Dus natúúrlijk solliciteerde ik toen ik een vacature zag voor een minicrèche in ons dorp. Het was een mooi aanbod: ik zou zelf een ruimte moeten voorzien in mijn huis, maar ging wel in loondienst, dus ik hoefde me geen zorgen te maken over het papierwerk en dergelijke.
Samen met een collega kreeg ik zestien kindjes onder mijn hoede. Dat is veel – de richtlijnen over het aantal kindjes waren toen nog niet zo streng – maar ik was in de wolken en had energie op overschot. In tien jaar tijd nam ik niet één dag ziekteverlof. Tot ik – ik was net 45 – bij het aankleden een knobbeltje in mijn borst voelde. Het was niet goed. Ik werd nog diezelfde week geopereerd. Vier weken later volgde een tweede operatie, en dan wachtte nog een traject van 16 chemokuren en 36 bestralingen.
De opvang moest dicht: bij het kleinste virusje zou de chemo niet kunnen doorgaan
Het was veel om te verwerken. Ik was ziek, ik had bijwerkingen van de chemo. Ik verloor mijn haar en kwam vijftien kilo aan. Ik weet wel dat zo’n dingen niet opwegen tegen gezondheid, maar het is niet makkelijk als je plots jezelf niet meer herkent in de spiegel. Zonder de steun van mijn man en onze drie kinderen was ik er niet door geraakt, dat weet ik zeker.
Ik moest ook afscheid nemen van ‘mijn’ kindjes: bij het kleinste virusje zou de chemo niet kunnen doorgaan, dus de opvang moest dicht. Mijn collega kreeg een andere plek toegewezen, de kindjes werden verdeeld over andere crèches.
Elk einde is een nieuw begin
Wie ik al die tijd niet zag, was mijn chef. Normaal stond ze hier regelmatig aan de deur om te kijken of alles vlot liep, nu kwam ze niet één keer langs. Ze stuurde niet één kaartje of berichtje. Ze heeft wel een keer gebeld. Er had een koppel interesse getoond om enkele maanden later hun kindje naar de crèche te brengen. Of ik die mensen even kon ontvangen en rondleiden?
Ik viel van mijn stoel, ik wist nog niet eens of ik volledig zou genezen. ‘Leg het gewoon uit’, zei ze kort, en daarmee was de kous af. Natuurlijk hebben die mensen hun kindje hier niet ingeschreven, hoe zou je zelf zijn? Een paar maanden later belde ze nog een keer. ‘Je bent nu een jaar in ziekteverlof.’ Alsof ik dat zelf niet wist. ‘Dat betekent dat je alle beroepsopleidingen opnieuw moet volgen. Op je eigen kosten. Doe je dat niet, dan moet ik je laten gaan. Dat staat zo in het decreet. Sorry.’
Sorry? Ik moest op dat moment nog iedere dag naar het ziekenhuis voor bestralingen. Ze wíst dat openen geen optie was. Wilde ze met die sorry gewoon zeggen dat ze geen enkele moeite ging doen om me in dienst te houden? Dat ze zich lafhartig zou verschuilen achter een decreet, dat ze zelfs niet zou proberen om een oplossing te vinden?
Die oplossing kwam er inderdaad niet. De werkgever waar ik elf jaar lang zo mijn best voor had gedaan, liet me met één telefoontje vallen. Over de periode die volgde, kan ik nog steeds moeilijk praten. Ik was ziek. Ik moest mijn nieuwe lichaam aanvaarden. En nu was ik plots ook mijn werk kwijt, mijn droomjob.
De cirkel is rond: in mijn hobbywinkel komen er kindjes langs die ik als baby nog in de opvang heb gehad
Ik heb de hele inboedel verkocht, ik kon het niet aan om elke dag die lege bedjes te zien, dat onaangeroerde speelgoed. Ik had als zelfstandige een opvang kunnen openen, maar dat wilde ik niet. Ik was zo boos en teleurgesteld, ik wilde niets meer met de sector te maken hebben.
‘Waarom gooi je het niet over een totaal andere boeg?’ opperde een verpleegster die met me meeleefde. Het was alsof ze op een lichtschakelaar duwde. Ik had altijd gezegd dat ik na mijn pensioen de ruimte van de crèche zou ombouwen tot een hobbywinkel. Zou ik dat nu al kunnen doen?
Toeval of niet: in die periode zag ik een bericht op Facebook van een hobbywinkeltje in de buurt. De eigenares had ook borstkanker en ze verkocht haar volledige stock. Alles klikte in elkaar en ik sprong. Met een bang hartje, maar vooral ook met veel motivatie.
Wat was het heerlijk om die stille ruimte weer tot leven te brengen met rekken vol vrolijke knutselspullen. Er klonken zelfs weer kinderstemmen: ik organiseerde ook knutselfeestjes. Er kwamen kindjes die ik als baby nog in de opvang had gehad. Alsof de cirkel op de een of andere manier rond was. Mijn klantenbestand groeide. Mijn gezondheid ging weer vooruit. Ik sterkte aan. Ik kreeg mijn energie terug. Vijf jaar na de diagnose werd ik kankervrij verklaard.
Eén keer heb ik mijn toenmalige chef nog gezien. Ze stond plots in de winkel. Of ik toch niet terug onthaalmoeder wilde worden? Ik heb even moeten nadenken, toen. Niet over de vraag of ik het wilde doen. Wel over de juiste woorden om haar duidelijk te maken dat geen háár op mijn hoofd daaraan dacht.
Ik ben zo blij met mijn winkel. Met mijn klanten. Met de workshops, de knutselfeestjes. Ik zal niet zeggen dat ik dankbaar ben dat ze me destijds zo koudweg aan de deur heeft gezet, maar dat heeft me wel het beste gebracht wat me kon overkomen. Volgend jaar bestaat de winkel tien jaar. Hoe ik het ga vieren, weet ik nog niet. Maar dat het een feest wordt: dat is zeker!”
Meer lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!