Openhartig
“Die ene collega verziekte de sfeer op de hele werkvloer. Hij begon mij te viseren en maakte me zwart bij mijn baas”
Door Els De Ridder

Bijna twee op de tien werknemers in ons land worden gepest. Ook Bram werd jarenlang geviseerd door één collega, en draagt daar nog steeds de sporen van. Zijn vrouw Liesbeth was al die tijd zijn steun.

Gepest op het werk

Bram (45): “In de lagere school herinner ik me één voorval: ik had net het beste rapport van de klas gekregen en werd even de pispaal van enkele klasgenoten. Afgezien daarvan ben ik nooit gepest. Dat veranderde rond mijn dertigste, toen een nieuwe collega zich aandiende op de afdeling van het ministerie waar ik al jaren werkte. Op dat moment begon de ellende…

Ik was iemand die zijn job graag en goed deed, en voelde me omringd door een fijn team. Toen die nieuwe collega erbij kwam, viel het me meteen op dat hij anders was dan mijn collega’s en ik: hij was extreem punctueel, wees ons op fouten via mail, met veel hoofdletters en veel rood. Terwijl hij niet eens boven ons stond. Ik vond dat gedurfd, arrogant zelfs, maar ging niet in conflict.

Ik vond dat negeren echt verschrikkelijk, veel erger dan iemand die je uitscheldt

We wenden aan zijn gedrag. Maar de man kickte op macht en zijn gedrag verergerde. Hij begon te controleren hoe vaak en hoe lang we weg waren van ons bureau, en het scheelde niet veel of hij timede onze babbels tussendoor. Op een gegeven moment ging ik door een moeilijke periode: ik moest afscheid nemen van mijn favoriete tante en mijn vader werd zwaar ziek. Ik besloot toen om mijn opgespaarde vakantiedagen te gebruiken om te kunnen zorgen voor mijn vader.

Dat was het moment waarop die collega zich tegen mij keerde: hij ging over mijn vrije dagen klagen bij de baas en liet verstaan dat hij me op het werk verwachtte. Intussen negeerde hij me op de momenten dat ik er wel was en hield hij bepaalde info voor me achter. We werkten met een nieuw computerprogramma waarvan hij alles wist, maar met mij deelde hij niets. Hij zweeg, reageerde niet op mijn mails, maar hielp intussen wel andere collega’s.

Ik vond dat negeren echt verschrikkelijk, veel erger dan iemand die je uitscheldt. Het gaf me het gevoel dat ik niet bestond, dat ik er niet meer was. Die collega verziekte de sfeer op de hele werkvloer. Hij deed van verdeel-en-heers en zette collega’s tegen elkaar op. Zelfs tegen mij roddelde hij soms over andere collega’s. Dat maakte het heel verwarrend, want even later werd ik dan toch weer zijn doelwit.

’s Morgens vertrok ik met knikkende knieën naar mijn werk, want ik wist nooit hoe hij me die dag zou behandelen

De situatie woog op mij: ik voelde me een nietsnut en kwam na een werkdag ’s avonds thuis bij mijn gezin als een uitgeputte, onbeholpen man. Het leek alsof mijn leven uit niets anders meer bestond dan mijn job, én die collega die het me onmogelijk maakte. ’s Morgens vertrok ik met knikkende knieën naar mijn werk, want ik wist nooit hoe hij me die dag zou behandelen. Ik moest me extra goed concentreren op mijn werk, en ik was voortdurend bang om fouten te maken en een slechte evaluatie te krijgen.

Meer dan ooit alleen

Kort erna gebeurde hetgeen waar ik zo bang voor was: op een ochtend riep mijn baas mij op het matje, waar alle collega’s bij waren nota bene. Ik was intussen helemaal uitgeput door alle werkstress en de slechte nachten, en reageerde emotioneel, misschien een beetje ‘te’, besef ik nu. Ik probeerde me compleet onvoorbereid te verdedigen, maar dat maakte het alleen maar gênant.

Het was ook pijnlijk om te merken hoe mijn collega’s me aan mijn lot overlieten. Onvoorstelbaar hoe mensen je vroeger omhelsden maar je op zo’n moment laten vallen om hun eigen hachje te redden. Ingewikkeld, zo’n pestcontext. Het weinige zelfvertrouwen dat ik had, kelderde nog meer. En ik voelde me meer dan ooit alleen.

Af en toe brak er een periode aan waarin het beter ging. Als hij in een relatie zat bijvoorbeeld. Als hij het druk had en geen tijd had om me te viseren, waren dat voor mij momenten van rust. Maar ze duurden nooit lang en heel onverwacht brak er dan opnieuw een periode van beschuldigingen en zwartmakerij aan. Intussen was ik niet alleen meer verdrietig en machteloos, maar was ik ook echt boos aan het worden.

De ultieme vernedering

Wie het niet heeft meegemaakt, kan zich er niks bij voorstellen, maar als je gepest wordt, word je achterdochtig. Je verliest alle ratio. In mijn ogen was mijn pester de oorzaak van alle beslissingen die tegen mij werden genomen. Toen ik nog maar eens een leuke bevoegdheid moest afgeven, omdat er zogezegd overlap was met zijn werk, was voor mij de maat vol.

De ultieme vernedering volgde: ik moest van afdeling veranderen

Ik ben toen over een grens gegaan, tegen al mijn principes in. Op een niet geheel koosjere manier bemachtigde ik een mail waarin hij me zwart maakte bij mijn baas… Ik toonde de print aan mijn overste, maar dat keerde zich tegen mij. Ik had die mail op een onwettige manier in handen gekregen en ineens ging de discussie daarover en niet meer over het pestgedrag. In plaats van mijn gelijk te halen volgde de ultieme vernedering: ik moest van afdeling veranderen.

Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken. Op doktersadvies ging ik drie maanden met ziekteverlof. Loodzwaar was dat: ik durfde amper nog buiten te komen, had last van nachtelijke huilbuien en moest starten met antidepressiva. Confronterend was het ook: twintig jaar lang heb ik met een ploeg samengewerkt en geen van hen heb ik sindsdien nog gehoord. Heb ik dan echt niet meer betekend? Tijdens de ganse periode moest mijn vrouw vaak machteloos toekijken. De gesprekken ’s avonds aan de eettafel gingen altijd over mijn werk, altijd geklaag en veel achterdocht.”

Echtgenote Liesbeth: “Het was geen makkelijke tijd. De avonden met Bram waren toen altijd heel negatief van toon, het was duidelijk dat hij onder druk stond. Ik voelde me vooral machteloos. Ik heb wel een keer gebeld met zijn diensthoofd, maar dat gesprek viel in dovemansoren. Ik was ervan overtuigd dat Bram een andere job moest zoeken, maar hij blokte dat af. Hij is altijd al onzeker geweest, maar nu verlamde het hem. Hij dacht niets anders te kunnen dan het werk dat hij deed.

Ik zag hem wegkwijnen: zijn hobby’s interesseerden hem niet meer en belangrijke beslissingen stelden we uit. We waren dringend op zoek naar een huis, maar Bram kon geen greintje spanning meer aan. Als je je partner zo ziet wankelen, dan hou je jezelf sterk. Maar dat zorgt uiteindelijk ook weer voor wrijving, want ik wilde op een baaldag ook wel eens mijn verhaal kwijt aan hém.

Toen uitkwam dat Bram die mails had bemachtigd op een manier die niet oké was, was ik boos, maar gek genoeg ook opgelucht: er was een soort van doorbraak. Bram vond effectief een andere job, hij werkt nu op een andere afdeling binnen hetzelfde ministerie en sindsdien kan hij werken aan zijn herstel. Het is zeker een traumatische periode geweest voor Bram: hij is tot op vandaag nog steeds heel wantrouwig, snel paranoïde. En dan moet ik weerwoord bieden, hem beschermen tegen die negatieve gedachten. Ik vrees dat dat iets is van lange adem.”

Blijvende pijn

Bram: “Ik merk dat ik het met een aantal dingen erg moeilijk heb gekregen: wanneer ik mijn dochter betrap op een leugen, kan ik daar heel fel op reageren. En ik laat op mijn werk niet meer op mijn kop zitten. Elk mogelijk misverstand zet ik meteen op mail naar mijn diensthoofd. Dat is er misschien wat over, maar ik voel me wat meer ingedekt zo.

Mijn job laat ik nooit meer zo allesoverheersend worden als toen

De pestperiode ligt achter me en ik probeer er met een mildere bril naar te kijken. Mijn vorige job was niet alleen maar slecht, besef ik nu. Ik krijg tot vandaag nog steeds appreciatie van buitenstaanders voor het werk dat ik toen heb verricht. Dat doet deugd. En verder ben ik nu bij de vakbond en probeer ik op te komen voor pestslachtoffers. Maar bovenal: mijn job laat ik nooit nog zo allesoverheersend worden als toen. Mijn gezin en vrienden zijn er ook nog en het is die gezondere combinatie die zal zorgen voor een fijnere balans en een sterkere ik.”

Meer openhartige verhalen:

“Mijn dochter veranderde in een hoopje ellende toen haar vriendje haar dumpte. Mijn moederhart brak”
Mijn verhaal: de dochter van Elke ging bijna onderuit door liefdesverdriet
“Het is zwaar om te beseffen dat ik altijd maar een paar honden kan redden. De rest gaat de dood tegemoet”
“Op Facebook las ik voor het eerst over infantiele anorexia. Ik kon alleen maar denken: dat is het, dat heeft Lotte!”
Mijn verhaal: Maïtés babydochtertje lijdt aan infantiele anorexia

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."