Openhartig
Vera Mann over musical ‘Red Star Line’: “Eergisteren zag ik voor het eerst een aantal scènes na elkaar. De muziek, de choreografie… Kippenvel, hoor”
Door Annelies Dyck

‘Evita’, ‘Cats’, ‘Mamma Mia’… geen musical, of Vera Mann speelde erin mee. Toch was ze verrast dat ze gebeld werd voor ‘Red Star Line’. “Dit theater is zo groot, dat ik niet eens de weg naar mijn kleedkamer vind!”

Wie is Vera Mann?

  • Geboren in Genk in 1963.
  • Is single en woont in Amsterdam.
  • Debuteerde in 1987 in de musical ‘My Fair Lady’. Nadien volgden tientallen musicals, waaronder ‘Evita’, ‘Diana’, ‘Mamma Mia’.
  • Ze was te zien in ‘Spring’ van Studio 100, ‘Baantjer’, was jurylid in ‘Idool’ in 2007 en spreekt tekenfilms in. Ze was o.a. de stem van Fiona in ‘Shrek’, Esmeralda in ‘De Klokkenluider van de Notre Dame’ en van ‘Anastasia’.
  • Ze is te zien in de musical ‘Red Star Line’ van Studio 100, die op 19 maart in première gaat. Info en tickets: redstarline.nu.

Drie keer wordt onze interviewafspraak verzet. De werkdagen van Vera Mann worden bepaald door het repetitieschema van Studio 100 en daar wordt last minute nogal wat mee geschoven. Maar Vera neemt het allemaal zoals het komt. Bruisend stapt ze binnen in het koffiehuis op het Antwerpse Zuid waar we hebben afgesproken. Ze heeft haar huis op de Westelijke Eilanden in Amsterdam tijdelijk ingeruild voor Antwerpen, waar ze logeert bij haar broer.

Vera heeft een palmares om u tegen te zeggen – ze werd meermaals bekroond en gelauwerd voor haar rollen in Vlaanderen en Nederland – maar dat wuift ze charmant weg als ‘gewoon haar job doen’. Ook hoofdredactrice Karen is fan. Een tijdje geleden schreef ze in Libelle over haar kennismaking met ‘My Fair Lady’: “Ik herinner me nog de eerste keer dat we naar die musical gingen kijken, in de Stadsschouwburg in Antwerpen met Vera Mann en Paul van Vliet. Weken, maanden, jaren zijn die liedjes in mijn hoofd blijven hangen. Er ís iets met die musical, iedereen wil er ook zelf een beetje deel van uitmaken.”

Vera, net zoals Karen heb ik gelijkaardige herinneringen aan ‘Cats’, de eerste musical die ik ooit zag. Musicals zijn pure magie, vind ik. Kun jij dat wow-gevoel nog krijgen na zoveel jaren?

Vera Mann (59): “O ja! Eergisteren had ik repetitie voor ‘Red Star Line’ en zag ik voor het eerst een aantal scènes na elkaar. Die muziek, die choreografie… Kippenvel, we zaten daar bijna in tranen. Dat blijft hè, en gelukkig maar. Niet alleen in de zaal voel je die magie, ook op het podium. Er zijn van die wonderbaarlijke voorstellingen waarbij je een connectie voelt met het publiek.

Mijn buurman kwam soep brengen, toen ik ziek was. De wereld is niet naar de vaantjes en dat is fijn om te constateren

Musical ziet er misschien uit alsof het vanzelfsprekend is, maar dat is het nooit. Na 365 keer ‘My Fair Lady’ was ik mijn tekst kwijt. We hadden het al zo vaak gespeeld dat er een zekere ontspanning in zat. Opeens schoot door mijn hoofd: ‘Heb ik mijn koffiemachine wel uitgezet?’ Ik keek naar Paul van Vliet en toen wist ik plots niet meer wat zeggen. In een uitverkochte Carré in Amsterdam! Als acteur lijkt het alsof je daar vijf minuten staat te sterven, maar het publiek had niks door.”

Je woont sinds 1995 in Nederland en werkte vooral daar. Hoe is het om weer in Vlaanderen op het podium te staan?

“Ik was verbaasd dat ze me vroegen.” Echt? Waarom? “Omdat ik al zolang niet meer in Antwerpen heb gestaan, het was geleden van ‘Mamma Mia’ in 2006. Toen Studio 100 me belde, dacht ik: ‘Zijn jullie zeker?’ (lacht) Producenten denken weleens: we gaan Vera niet vragen, want ze zal wel geen tijd hebben. Of ze zal enkel een grote rol willen doen.

In ‘Red Star Line’ heb ik een mooie rol, maar geen hoofdrol, zeiden ze bijna verontschuldigend. ‘Wat kan mij dat nu schelen’, antwoordde ik. Het gaat nooit om de grootte van een rol, wel om de intensiteit. Ik heb al heel lang niet meer in grote shows gestaan, en nu sta ik in dat Studio 100 Pop-Up Theater. Ik vind er niet eens de weg naar de uitgang of naar mijn kleedkamer!”

Je wordt zestig. Merk je dat je minder gevraagd wordt?

“Ja. Vroeger had ik de rollen maar voor het uitkiezen. Maar die jonge musicalster Vera Mann heeft de leeftijd bereikt dat het niet meer vanzelfsprekend is. Enkele jaren geleden werd het rustiger, mijn agenda vulde zich niet meer zo snel. Er zijn maar weinig rollen voor vrouwen van middelbare leeftijd. Ik speel ook toneelvoorstellingen en in televisieseries, dus ik kan veel kanten op. Maar ook daar werd het moeilijker.

Daarom heb ik enkele jaren geleden mijn eigen theatershow ‘Goesting’ geschreven, gebaseerd op mijn eigen leven. Ik heb die in Amsterdam en Antwerpen gespeeld. Vroeger zou ik dat nooit gedurfd hebben, maar er waren intussen genoeg dingen te vertellen die voor andere mensen herkenbaar waren – leuke én minder leuke gebeurtenissen.”

Als kind zei mijn moeder: ‘Je bent niet goed genoeg.’ Rationeel wéét ik dat dat niet waar is, maar diep vanbinnen doe ik alles voor een ander en vergeet ik mezelf

Ik heb wat zitten opzoeken voor ons gesprek, maar ik vond weinig info over je privéleven.

“Ik viel vooral op beschadigde mannen die ik zou kunnen redden. Als ze lief waren of oké, dan vond ik het snel saai worden. Ik kom uit een niet heel erg stabiel gezin, vooral mijn moeder was complex. Ik was de middelste van drie kinderen, ik heb nog twee broers. Ik probeerde de boel wat bij elkaar te houden en – dat besefte ik pas later – mijn vader te beschermen voor mijn moeder. Dat deed ik in mijn relaties ook: ‘Kom maar bij mij, dan komt het goed.’

Beschadigde mannen of narcisten herken je niet meteen. Pas na een tijd denk je: Help, wat heb ik nu weer aan mijn fiets hangen? Zo van die mannen die emotioneel niet beschikbaar zijn als je ze nodig hebt. Op een bepaald moment zei ik tegen een vriendin: ‘Ik ga het niet meer doen, ik ben er klaar mee!’. En zij antwoordde: ‘Ja, dat kun je wel zeggen, maar die mannen komen terug in vermomming.’ (lacht) En dat bleek zo te zijn.

Ik heb de nodige watertjes doorzwommen op dat vlak. Ik ben heel goed in het aangeven van grenzen – tegenover vrienden en werkgevers – maar als ik verliefd ben, dan word ik vloeibaar. Als kind zei mijn moeder vaak: ‘Je bent niet goed genoeg.’ Rationeel wéét ik dat dat niet waar is, maar diep vanbinnen doe ik alles voor iemand anders en vergeet ik mezelf. Maar nu ben ik ermee gestopt.”

En nu voor echt?

“Ja. Ik heb al een paar jaar geen relatie meer, ik moest ook echt bekomen na de laatste. Het is geen bewuste beslissing hoor, er gebeurt gewoon niks meer. Ik vind het geen noodzaak en voel me fijn in mijn eentje. Op kerstavond lag ik met griep onder een dekentje in de zetel. Mijn buur had dat gezien via Instagram en stond als een ober met een kom soep voor mijn deur. ‘Kunnen wij jou hier een plezier mee doen?’ Hij kwam altijd terug met meerdere gangen, tot champagne toe!

Ook tijdens corona werd er goed voor elkaar gezorgd in het blok waar ik woon. ‘Kan ik iets doen?’ ‘Breng ik boodschappen voor je mee?’ De wereld is niet naar de vaantjes, dat is fijn om te constateren. Het grote geheel is chaos, maar dat is altijd zo geweest. Alleen kregen we vroeger niet al dat nieuws om de oren geslagen en zaten mensen niet op sociale media.”

Je hebt geen relatie, en ook geen kinderen, denk ik?

“Nee. Ik ben er nooit echt mee bezig geweest, al kwam het wel ter sprake in bepaalde relaties, bijvoorbeeld toen ik achtentwintig was. Ik zat in ‘Les Misérables’ en speelde zeven shows per week. Weinig collega’s zijn in staat geweest om werk en kinderen te combineren, of ze hadden een partner die alles kon opvangen. Eén van mijn beste vriendinnen heeft een zoontje van zes, ik heb dat van dichtbij meegemaakt en vind het fantastisch hoor. Ik zie de liefde, maar ook de zorg. Heb jij kinderen?”

Ja, twee.

“Het is nogal wat, hè. Ik zou het een met het ander niet kunnen combineren. Eén keer heb ik tegen een burn-out aangezeten, nog lang voor dat woord bestond. Ik stond in verschillende producties tegelijk, ik kón niet meer. Vijf dagen ben ik onder een deken gaan liggen en heb ik me laten vervangen, langer ging niet. ‘Dat ga ik nooit meer laten gebeuren’, heb ik mezelf toen voorgenomen. En het is ook nooit meer gebeurd. Sindsdien zeg ik gewoon nee.”

Maar dat heb je niet gedaan toen de vraag voor ‘Red Star Line’ kwam. Het is je grootste productie ooit, en dat op je zestigste!

“Dat ik dat nog mag meemaken! (lacht) ‘Les Misérables’ was met honderdtwintig mensen denk ik – op de scène en backstage samen – maar dit is nog groter. Drie jaar heeft Frank Van Laecke (schrijver en regisseur van o.a. de musicals ‘Daens’, ‘40‑45’ en ‘Red Star Line’, red.) hieraan gewerkt. Toen ik het script las, kreeg ik tranen in mijn ogen. Ik ben met mijn broer gaan kijken naar ‘40‑45’, wat een spektakel! Die rijdende tribunes, wow!”

Beschadigde mannen of narcisten herken je niet meteen. Pas na een tijd denk je: help, wat heb ik nu weer aan mijn fiets hangen?

De musical gaat over de Red Star Lineschepen die eind 1800 mensen vanuit Antwerpen naar Amerika brachten, op zoek naar een beter leven.

“We zijn met de hoofdcast naar het Red Star Line Museum in Antwerpen geweest. Dat was héél indrukwekkend. Het was een heel heftige periode toen: volop crisis, er was geen werk. In Antwerpen en Rotterdam gingen mensen aan boord om te vluchten naar Amerika, onder hen veel Joden die het antisemitisme voelden opkomen.

Arme mensen moesten onderaan in het schip, de rijken bovenaan, zoals op de Titanic. Voor de mensen onderaan was er eerst een veekeuring: wie ziek was, cholera of tyfus had, werd geweigerd. De rijken mochten zo mee, zonder controle. En na de oversteek dachten mensen dat ze aankwamen in het Beloofde Land. Voor sommigen was dat zo, maar velen van hen zijn ook daar in de armoede blijven hangen.

Het verhaal heeft, net zoals het schip, meerdere lagen en dat maakt het zo boeiend. Ik kende het museum niet, maar ik kan het iedereen aanraden. Het is bijzonder actueel en plaatst onze huidige vluchtelingencrisis in perspectief. Vanuit onze westerse luxepositie zijn we geneigd om mensen die het land uit vluchten op zoek naar een beter leven, te veroordelen.”

Jij bent zelf de kleindochter van Poolse gastarbeiders die naar Genk vluchtten.

“Ze kwamen hier in de mijnen werken, want niemand wilde dat doen. Mijn grootouders woonden in de cité Waterschei-Zwartberg. Vandaag zijn al die huisjes platgegooid. Er was geen water, geen verwarming, ze werden echt aan hun lot overgelaten.

Mijn opa is gestorven aan stoflong. Toen ik de film ‘Marina’ zag met Matteo Simoni – zijn vader was mijn drummer trouwens – over het leven van Rocco Granata, lag ik echt in stukken vaneen. Alles wat je daar ziet, herkende ik. Ik krijg nog altijd kippenvel als ik eraan denk.”

Mijn vader is altijd amateurtheater blijven spelen, het bloed kruipt waar het niet gaan kan

Je vertelde daarnet over de moeilijke band met je moeder. Waren het haar Poolse ouders die naar hier kwamen?

“Ja, mijn grootouders aan moeders kant. Geen wonder dat ze het lastig had, hè. Ze mocht niet studeren, moest naar de huishoudschool. Trouwen, kinderen krijgen, zelf geen carrière maken… Dat moest zo. Later ben ik erachter gekomen dat ze een vorm van jaloezie voelde voor het leven dat ik leidde. Raar hè, dat je als moeder jaloers kunt zijn op je kind?”

Ja. Leeft je moeder eigenlijk nog?

“Ja, maar ze is dementerend, dus ze beseft het niet meer. We hebben geen contact. Dat was geen bewuste keuze of zo, op een bepaald moment leek het mij gewoon beter om afstand te nemen. Ze wordt heel goed verzorgd in een woonzorgcentrum, mijn jongste broer bezoekt haar wel nog regelmatig en we hebben vaak gesprekken over haar.

In één van die gesprekken vroeg ik waar hij nog op hoopte, en hij antwoordde: ‘Ik wil gewoon gezíen worden door haar.’ (krijgt het moeilijk) Tijdens corona hebben we samen haar huis leeggemaakt dat ze jarenlang had volgestopt met rommel, brieven, aantekeningen… Dat was bijzonder helend.

Ik heb mijn vader zo veel zien lijden dat de dood een bevrijding was voor hem, en dus ook voor ons

Weet je, ik kan mij verzoenen met de dood, ik vind het logisch dat je ouders eerst gaan. Mijn vader is een aantal jaren terug overleden aan kanker. Het is de manier waarop die ik zo zwaar vond. De pijn waar je niks tegen kunt doen, de machteloosheid… Ik heb hem zo veel zien lijden dat de dood een bevrijding was voor hem, en dus ook voor ons.

Sommige mensen blijven heel lang hangen in de dood van hun ouders, ik heb dat niet gehad. Ik snap wel dat je je ouders kunt míssen, al heb ik dat zelf nooit gevoeld. Ook niet als kind. Ik denk dat ik de navelstreng heel vroeg – veel te vroeg – heb doorgeknipt waardoor ik nu makkelijker afstand kan nemen. Ach, het is zoals het is.”

Hoe reageerden je ouders toen je op je achttiende koos voor een acteursopleiding?

“Mijn vader was ook ook acteur, maar hij heeft gekozen voor een gezin en een stabiele baan, hij was luchtverkeersleider bij Sabena en nadien sales representative bij British Airways. Daardoor mochten we trouwens met het hele gezin gratis vliegen; we hebben heel wat van de wereld gezien. Hij is wel altijd amateurtheater blijven spelen, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Mijn moeder was niet tegen, maar ik zal nooit vergeten dat ze zei: ‘Weet waaraan je begint, hè Vera. Want je bent nooit thuis en je kunt je kinderen nooit in bed leggen.’ Ik ging al heel vroeg naar de balletschool, ik was verliefd op Chopin – mijn Poolse roots zeker? – en ben piano beginnen te spelen op mijn negende. Ik deed dictie, voordracht, notenleer… Het was bijna logisch dat ik er wat mee zou gaan doen.

Mijn moeder gebruikte mijn studie te pas en te onpas om zichzelf in de kijker te zetten. ‘Dit is mijn dochter, ze studeert aan Studio Herman Teirlinck.’ Ik vond dat lastig. Ik denk dat ze zelf het gevoel had dat ze niet veel waard was en daarom te koop liep met wat ik deed. Voor mij was die studie belangrijk, maar het was raar om het elke keer te benoemen.

Daarom heb ik ook zo’n hekel als ze mij een ‘musicalster’ noemen. Er zijn wel sterren, hè: Brad Pitt – die wil ik weleens tegenkomen! – Beyoncé, of David Bowie. Maar ikke? Nee. Ik ben gewoon… (denkt na). Een performer of zo? Musical dekt ook niet de lading van wat ik doe. Soms acteer ik, soms zing ik, soms allebei. Ik heb weleens in zware theaterstukken gespeeld waarin mensen in de pauze naar huis gingen en zeiden: ‘Het viel tegen, we dachten dat Vera zou zingen.’” (schaterlacht)

Uit: Libelle 11/2023 • Foto’s: Ann De Wulf

Dit vind je vast ook leuk:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."