
Annelies en Tine waren eiceldonor voor hun zussen Nele en Lien
Het is een uitzonderlijk verhaal van deze vier zusjes. Toen bleek dat Nele niet zwanger geraakte, kreeg ze eicellen van haar zus Annelies. Jaren later deed Tine hetzelfde voor Lien. Op vraag van Tine maakte Libelle deze reportage als verrassing voor hun ouders.
Een tijdje geleden kregen wij bij Libelle een bijzondere mail toegestuurd. Van lezeres Tine, die graag haar ouders wilde verrassen met een reportage in Libelle. Ze stelde zichzelf en haar drie zussen voor en vertelde dat hun verhaal begon in 2008, toen haar oudste zus Nele aan kinderen wilde beginnen…
Diep dal
Nele (43): “Ik was de oudste, was getrouwd en wilde heel graag kinderen, maar dat ging niet vanzelf. Je gaat ervan uit dat dat allemaal wel snel zal lukken, maar niets was minder waar… Elk jaar dat voorbijging zonder zwangerschap werd ik verdrietiger. Zeker ook omdat de ene na de andere vriendin een kind kreeg. Toen ook mijn jongere zus Annelies aankondigde dat ze zwanger was, is er iets in mij geknapt. Natuurlijk gunde ik haar haar zwangerschap, maar het was voor mij heel moeilijk om in haar vreugde te delen. Ik weet dat dat niet fraai klinkt, maar het was sterker dan mezelf.”
Annelies (41): “Toen pas heeft Nele verteld dat ze al jaren aan het proberen was om zwanger te worden. Wij voelden wel dat kinderen en baby’s moeilijke onderwerpen waren voor haar, maar wij wisten niet wat ze allemaal al doorgemaakt had. Een miskraam, operaties… Ik merkte ook hoe moeilijk het was voor Nele dat ik zwanger was, en dat ik er met haar beter niet over sprak. Dat was niet zo fijn, maar tegelijk had ik veel begrip voor haar gevoelens. Ook voor onze ouders was dat een moeilijke periode, met een dochter die op een roze wolk zat en een andere die door een diep dal ging.”
Nele: Jaren heb ik geprobeerd om zwanger te worden: ivf, icsi… Toen mijn jongere zus Annelies plots wél een kindje verwachtte, knapte er iets in mij
Nele: “Echt alles heb ik geprobeerd om zwanger te worden: hormonen genomen, ivf, icsi… Telkens dook er een nieuw probleem op. Op een bepaald moment wás ik zwanger, maar heb ik op zes weken een miskraam gehad. Dat is een van de enige keren dat ik mijn man heb zien huilen. Ik maakte wel eicellen aan, en in vitro geraakten ze ook bevrucht, maar geen enkele groeide door. Eerst dacht het labo nog dat het door een technische fout kwam, maar toen het een volgende keer weer zo afliep, wisten we: hier is meer aan de hand.”
Annelies: “Ik hoopte dat Nele zwanger zou zijn toen mijn partner en ik aan ons tweede kindje begonnen, maar dat was helaas niet zo. Ze keek er toen wel al anders tegenaan en babbelde er ook meer over.”
Nele: “Met onze laatste sprankel hoop gingen we uiteindelijk naar het UZ in Jette. Daar hebben ze nog één poging gedaan met ivf, maar toen die niet lukte, zeiden ze dat dat geen zin meer had. Ik had donoreicellen nodig.”
Annelies: “Ik leefde mee met het grote verdriet van Nele en haar man, en had eerder al aangeboden dat ik indien nodig draagmoeder voor haar wilde zijn. Ik herinner me nog goed het moment dat Nele belde om te zeggen dat draagmoederschap niet de oplossing was, maar dat ze eicellen nodig hadden. Of ik dát zag zitten? Ik stond daar met mijn karretje in de supermarkt, compleet overrompeld door haar vraag. Ik moest even wennen aan het idee, maar tegelijk dacht ik: waarom ook niet?”
Grote oogst
Nele: “Annelies had op dat moment twee kinderen en ze hebben haar wel gewaarschuwd dat er een kans is dat je na eiceldonatie zelf niet meer zwanger kunt worden. Maar Annelies zei: ‘Ik heb liever twee kinderen en jij ook een, dan dat ik er drie heb en jij geen.’ Dat vond ik zo mooi van haar.”
Annelies: “Ik begreep ook wel dat Nele liever binnen de familie wilde blijven in plaats van op zoek te gaan naar een anonieme donor. Dat wij daardoor misschien geen derde kindje meer zouden hebben, daar konden we wel mee leven. Dus we gingen ervoor. De donatie zelf viel heel goed mee, ik heb er ook maar één moeten doen, want de ‘oogst’ was groot. Ik herinner mij nog de dag dat de eicellen ‘geplukt’ werden. Een gevoel alsof ik op springen stond. Maar dat was niet te vergelijken met wat Nele doormaakte, fysiek en emotioneel.”
Annelies: Ik stond in de supermarkt, toen Nele mij belde. Of ik mijn eicellen wilde doneren. Ik was overrompeld, maar dacht: waarom ook niet?
Eindelijk raak
Nele: “Van Annelies’ eicellen werd er eerst één teruggeplaatst, maar die groeide niet door. Bij een nieuwe poging in de zomer van 2013 met twee embryo’s was het wel raak. Na zes jaar van hoop en wanhoop was ik zwanger van een tweeling! Op die eerste echo onze kindjes zien, dat was… daar zijn eigenlijk geen woorden voor. Tegelijk durfden we maar mondjesmaat blij te zijn in het begin, bij elk spatje bloed was ik bang dat het weer fout zou gaan. Maar met de maanden groeide het vertrouwen en kon ik echt van mijn zwangerschap genieten.”
Tine (39): “Zo heerlijk dat het voor Nele zo goed uitgedraaid is, want toen ik zelf zwanger was van mijn eerste kind, was ik al de tweede zus die Nele ‘voorbijstak’. In de kraamkliniek, toen ik net bevallen was van Astrid, heeft Nele me verteld dat ze ook zwanger was. Ik was in de wolken voor haar en wist: oké, het komt goed.”
Annelies: “Op 14 juli 2013 is de zus van mama gestorven, 17 juli is Tine bevallen van haar eerste kindje en in diezelfde week belde Nele dat ze zwanger was. Alsof die tante het leven aan haar doorgegeven had! Ik heb Neles zwangerschap natuurlijk van nabij mee opgevolgd. De opluchting, elke keer dat er weer een week voorbij was. De blijdschap, als je weet: nu is het kindje levensvatbaar. Dat was trouwens puur mijn bezorgdheid als zus, en niet als donor. Van zodra ik de eicellen gedoneerd had, had ik een klik gemaakt: vanaf nu zijn het háár kinderen. Ik ben wel de meter van Nina, maar tijdens haar eerste levensjaar was ze bang van mij en wilde ze enkel bij haar mama zijn. Kinderen maken zelf duidelijk wie hun mama is.”
Nele: “Mijn dochter lijkt fysiek meer op mijn man, mijn zoon op mij. Als iemand dat opmerkt, is dat het mooiste compliment dat ik kan krijgen. Lars is trouwens net als ik ook linkshandig, de enige twee in de hele familie!”
Annelies: “Bij de bevalling bleek dat Nele dezelfde naam gekozen had voor haar zoon als degene die wij in ons hoofd hadden voor een jongetje, want ondertussen was ik toch probleemloos zwanger geworden van een derde kindje. Maar dat was haar gegund. Door de hormoonbehandeling had ik meer kans op een meerling, die eerste echo was dus héél spannend. (lacht) Dat het er maar eentje was, was eigenlijk wel een opluchting.”
Genetische afwijking
Lien (33): “En toen wilde ook ik aan kinderen beginnen… en het lukte niet. Door het verhaal van Nele heb ik natuurlijk veel sneller de link gelegd en was ik beter voorbereid op wat er zou kunnen komen. Ik ben ook gauw doorverwezen naar Brussel, omdat mijn gynaecoloog het verhaal van mijn zussen kende. Maar uiteindelijk heeft het ook bij mij nog járen geduurd voor ik zwanger was.”
Tine: “Toen bleek dat Lien dezelfde moeilijkheden had als Nele, heb ik mijn man gevraagd of het voor hem oké was als ik deze keer eicellen zou doneren. Net als Annelies en Nele, zijn Lien en ik toen bij een psycholoog op consultatie gegaan. Om na te gaan of ik goed besefte wat ik deed en of ik het aankon om afstand te doen van mijn eicellen. Ik denk dat ze vooral willen weten of je dat kindje niet als je eigen kind gaat zien. Maar dankzij het goede voorbeeld van mijn oudere zussen heb ik nooit twijfels gehad. Ik gunde Lien enorm haar eigen kind.”
Lien: “In Brussel hebben ze één poging gedaan met mijn eigen eicellen via ivf, maar toen zagen ze al dat er exact hetzelfde gebeurde als bij Nele: het embryo groeide niet door. Ze hebben dan wel nog onderzoeken gedaan, waaruit bleek dat Nele en ik een genetische afwijking hebben die Tine en Annelies níét hebben. Ze hebben me in Brussel meteen eerlijk verteld dat het geen zin had om verder te proberen met mijn eigen eicellen. In de loop van het traject is ook duidelijk geworden dat er nog een ander issue meespeelde. Uiteindelijk is het dus toch een lang proces geworden, ook met miskramen, maar na elke poging bleven ze er in het UZ in geloven dat het kon en werd er telkens een aangepast medicatieplan opgesteld. En dat gaf ons telkens weer de moed om door te gaan.”
Tine: Wat een ontlading voor de hele familie, toen Lien eindelijk zwanger was! Niet alleen omdat de weg ernaartoe zo intens was, maar ook omdat het ons ‘kleine’ zusje was!
Tine: “Ik heb uiteindelijk drie keer een donatie gedaan. Na de eerste keer, in december 2019, waren er maar twee embryo’s. Voor de tweede keer, in juli 2020, heb ik zwaardere hormonen gekregen om meer eicellen te hebben. Maar ook dan bracht geen van de vier embryo’s succes. Ik herinner mij dat we op reis waren toen we het bericht kregen dat het weer niet gelukt was. Dan slik je toch wel even.”
Annelies: “We hebben Lien zien afzien, telkens weer die hoop gezien, gevolgd door wanhoop. En dan toch raapte ze weer de moed bijeen voor wéér een poging. We duimden allemaal zo hard mee voor ons jongste zusje, want het is zó’n grote kindervriend, de favoriete tante van al haar neefjes en nichtjes!”
Geen woorden voor
Lien: “Na mijn tweede miskraam heb ik om een pauze gevraagd, om alles even op een rijtje te zetten en mijn lichaam wat rust te gunnen. Mijn man en ik zijn toen samen op reis gegaan. Toeval of niet, maar de poging daarna – de achtste! – was ik zwanger van Arthur.”
Tine: “Wat een ontlading voor de hele familie, toen Lien eindelijk zwanger was! Iedereen leefde zo met haar mee, omdat de weg ernaartoe zo intens was, maar ook omdat het ons ‘kleine’ zusje was. Ook de andere kinderen waren al groot genoeg om zich erbij betrokken te voelen.”
Lien: “Dat Tine voor mij drie keer een donatie heeft gedaan… Het is niet iets wat je zomaar doet. Wat Tine en haar gezin voor mij betekend hebben, ik kan dat nog altijd niet vertellen zonder tranen.”
Niet uit een bloemkool
Tine: “Toen ik mijn kinderen vertelde dat we deze fotoshoot gingen doen en waarom, zeiden ze: ‘Zo hebben we Arthur nooit bekeken, als een halfbroertje. Voor ons is hij een neefje zoals de andere. En voor mij is dat ook zo. Niet meer, maar zeker ook niet minder. Ik ben meter van Arthur, maar ook van Emma, en voor mij is er geen verschil tussen de twee.”
Nele: “Wij hebben van ons parcours ook nooit een geheim gemaakt. Toen de kinderen een jaar of vier, vijf waren, hebben we hen verteld hoe de vork aan de steel zat. Dat hun mama slechte eitjes had en dat tante Annelies eitjes gegeven heeft. Ze wisten dus al heel vroeg dat de kindjes niet uit een bloemkool komen of gebracht worden door de ooievaar. (lacht) Wij, onze kinderen en de hele familie eigenlijk, staan er ondertussen niet meer bij stil. Ik ben ook ontzettend blij dat we niet voor een anonieme donor gekozen hebben. Annelies heeft mij en mijn man het mooiste geschenk gegeven dat iemand kan krijgen. Dankzij haar hebben wij twee gezonde kinderen!”
Vier zusjes op een rij
Tine: “Ook voor onze ouders zijn het emotionele jaren geweest. Zoals in elk gezin zaten wij elkaar vroeger weleens in de haren, en zie ons nu… We wonen ver uit elkaar, maar hebben een nauwe band met elkaar.”
Lien: Dat Tine voor mij drie keer een donatie heeft gedaan, betekent voor mij heel veel. Ik kan er nog altijd niet over vertellen zonder tranen
Lien: “Dat is inderdaad het mooie aan ons verhaal, dat we dat met ons vieren gedaan hebben. Op het moment zelf was het natuurlijk anders, maar nu kunnen we er al eens om lachen: hoe uniek is ons verhaal misschien wel niet! We willen er vooral ook anderen mee inspireren. Ik zou iedereen in dezelfde situatie trouwens aanraden om er veel over te praten. Dat, en naar een psychologe gaan, heeft mij enorm geholpen. Mensen zeiden me vaak: ‘Je bent zo sterk.’ Maar als je thuis alleen bent, dan stort je soms toch een beetje in.”
Annelies: “Deze reportage is een verrassing voor onze ouders, want het is toch wel een belangrijk stukje familiegeschiedenis, dat tegelijk hoop kan geven aan anderen. Met gelukkig voor ons alle vier een goede afloop, want als een van ons uiteindelijk kinderloos zou gebleven zijn, dan was het natuurlijk een ander verhaal. Toen Lien uiteindelijk bevallen was van Arthur, heb ik een liedje geschreven, op de muziek van ‘Twee meisjes op het strand’. Over vier zusjes op een rij die heel graag kindjes wilden, en hoe dankbaar we zijn dat alles zo goed afgelopen is. Wij zijn daar als gezin uiteindelijk twaalf, dertien jaar mee bezig geweest. Met deze reportage kunnen we die jaren van ellende voorgoed achter ons laten.”