bedrog-loslaten
© Getty Images

SOS relatie: “Het lijkt wel alsof hij niets voelt”

Greet (67) en Jan (69) zijn 41 jaar getrouwd en hadden allebei rust gevonden in hun relatie. Tot een van hun kleinkinderen om het leven kwam. Nu stelt Greet hun relatie in vraag.

Wat zegt Greet?

Greet: “Het is bij Jan en mij niet van een leien dakje gelopen. Ik heb gezondheidsproblemen gehad, er was een miskraam, Jan kende een periode een andere vrouw en een van onze kinderen heeft verschrikkelijk gepuberd, maar uiteindelijk vonden we wel rust. Ik was ervan overtuigd dat we goed zaten voor de resterende jaren. Vandaag twijfel ik echter en voel ik opnieuw de pijn die ik eerder in ons huwelijk ook al voelde.

Vooral de pijn toen ik ons eerste kindje verloor is opnieuw heel sterk aanwezig. Dat hangt uiteraard samen met het overlijden van Pientje, ons eerste kleinkind. Zes maanden geleden werd ze aangereden door een auto, waarna ze in het ziekenhuis is overleden. Jan was op dat moment samen met onze dochter op wandel, ze hoorden het gebeuren. Afgelopen week zou Pientje drie zijn geworden.

Ik ben er kapot van, ik vind geen manier om ermee om te gaan. En wat meer is, ik weet niet hoe ik Sara, onze dochter, moet ondersteunen. Ze laat niemand toe, ze sluit zich af van alles en iedereen. Ik herken ook hoe zij en haar partner als koppel met dit drama omgaan. Hij vlucht weg in zijn werk, in het regelen van allerlei zaken en in het proces tegen de chauffeur die het ongeluk veroorzaakte. Als ik bij hen thuis ben, voel ik hoe koud en afstandelijk hun contact is geworden, terwijl ze er ook moeten zijn voor Noah, hun jongste van anderhalf.

“Ik ervaar Jan als koud en gevoelloos, emotioneel volledig afgesloten”

Ik kan met deze zorgen alleen bij een vriendin terecht, want met Jan kan ik er onmogelijk over spreken. Daar kan ik maar niet bij. We hebben toch ook het verlies van een zwangerschap moeten verwerken? Dat kostte ons toen bijna ons huwelijk, maar we hebben het achter ons kunnen laten. Nu blijkt dat hij daar niets uit heeft geleerd. Ik ervaar hem als koud en gevoelloos, emotioneel volledig afgesloten. Hij is alleen maar bezig met praktische dingen, en duwt me weg als ik erover wil praten. Fysiek laat hij me evenmin toe.

Hij wil dat ik hem met rust laat, zegt dat hij het op zijn manier moet verwerken en dat praten niet helpt. Daar kan ik inkomen, maar we zijn wel een koppel en het is ook als koppel dat we hier doorheen moeten. Ik begrijp hem ook niet. Het lijkt wel alsof hij niets voelt, niets wil voelen. Ik vraag me dan altijd af: wat voelt hij voor mij, als hij ook dit gevoel niet toelaat? Leef ik dan al zo lang met iemand samen die, als het op gevoelens aankomt, compleet niets ervaart? Een verschrikkelijke gedachte is dat, maar ze laat me niet meer los.”

Wat zegt Jan?

Jan: “Greet en ik zijn al zo lang samen, het lijkt wel alsof zij er altijd al is geweest en er ook altijd zal zijn. Ik kan me niet voorstellen dat dit ooit zal eindigen, dat er een dag zal komen dat ik het zonder haar moet stellen. Ik heb altijd voor ‘ons’ gekozen en zo hoort het ook, vind ik. Je kiest voor iemand in goede en kwade dagen en je probeert iemand te aanvaarden zoals hij of zij is. Maar daar heeft Greet het moeilijk mee.

Telkens als ik iets anders doe, denk of ervaar, probeert ze mij te overtuigen van haar gelijk en me zo ver te krijgen dat ik hetzelfde doe, denk of ervaar als zij. Zo werkt het natuurlijk niet. Ik heb ons huwelijk nooit in vraag gesteld. Greet doet dat vandaag wel, ze stelt ons hele leven in vraag, alles wat wij samen hebben. Ik herken haar bijna niet meer, en de manier waarop ze omgaat met wat wij nu als familie doormaken.

“Het verlies van Pientje beheerst elk gesprek, het is het enige waarover het nog mag of kan gaan”

Ik kan naar mijn gevoel niets meer goed doen. Alles wat ik zeg of vraag, lijkt haar te irriteren, ikzélf lijk haar te irriteren. Ze zegt dat het komt door de manier waarop ik omga met het overlijden van ons Pientje, maar dat heb ik haar al uitgelegd. Ik huil misschien niet, maar uiteraard ben ik daar kapot van. Ik vind alleen dat het niet veel zin heeft om daar eindeloos in te blijven hangen. Greet blijft maar herkauwen wat zich die dag heeft afgespeeld en herhalen dat ons Sara dit nooit te boven zal komen. Het beheerst elk gesprek, het is het enige waarover het nog mag of kan gaan.

Ik kan op die manier niet leven. Want uiteindelijk is het toch dat wat we moeten doen: verder leven. Het enige wat Greet bij wijze van spreken nog wil doen, is in de zetel liggen met een voorraad zakdoeken naast zich en mij verwijten dat ik niet hetzelfde doe. Maar dat is nooit mijn manier geweest om met moeilijke dingen om te gaan. Ik probeer van elke moeilijke situatie het beste te maken en niet te blijven hangen in wat was of wat niet meer te veranderen is.

Ik heb het ook moeilijk met dat gehuil van haar. Volgens mij heeft Sara er niets aan als wij de hele tijd zitten te huilen. En Pientje ook niet. Dat klinkt misschien hard, maar met tranen breng je haar niet terug. Ik vind het verschrikkelijk wat wij nu doormaken. We hebben samen zoveel tegenslagen overwonnen, en nu zou dit ons de das omdoen. Ik snap ook niet zo goed wat wij hier doen. Ik zet deze stap om mijn goede wil te tonen, om Greet te laten zien dat ik echt wel betrokken ben, er voor haar wil zijn. Hopelijk lukt dat via deze weg.”

Hoe moet het nu verder?

Rika Ponnet: “Greet en Jan gaan op een totaal andere manier om met het verlies van Pientje. In onze gesprekken komen we ook al snel tot die conclusie. Greet heeft veel behoefte om over emoties te praten, ze te ventileren. Ze vindt dat rouwen iets is wat je samen moet doen. En vooral dat gevoelens er maar zijn als je ze uit.

‘Hij zegt dat hij het moeilijk heeft, maar ik merk daar zo weinig van. Heeft hij wel gevoelens, vraag ik me nu af.’ Dat raakt Jan zichtbaar, maar hij trekt zich terug achter een muur van stilzwijgen. Als ik dat opmerk, kijkt hij me verdrietig aan. ‘Zo gaat het altijd, alsof zij de expert is en weet wat ik voel. Ik krijg het ook niet gezegd zoals zij en dus zwijg ik.’

“Als het op rouwen aankomt, hebben sommige mensen nood aan praten en anderen houden hun gevoelens liever voor zichzelf. Beide manieren zijn oké”

Ik heb het met hen over rouwen. Hoe sommige mensen nood hebben aan praten en anderen hun gevoelens liever voor zichzelf houden. En dat beide manieren oké zijn. Waarop Greet zegt: ‘Ik begrijp dat, maar je hoopt in je relatie toch dat de andere na al die jaren voelt wat je nodig hebt. En het is toch sowieso beter om je gevoelens te uiten? Dat lees je overal. Jan kropt alles op. Dat kan toch nooit gezond zijn?’ Waarop Jan opnieuw zwijgt en naar buiten kijkt.

In de daaropvolgende sessies lukt het geleidelijk aan om Greet minder aanvallend te laten zijn, onder andere vanuit het inzicht dat het van Jans kant even gerechtvaardigd is om te verwachten dat zij hem laat zijn wie hij is. We kijken gerichter naar wat er bij elk van hen speelt. Daaruit blijkt dat Greet zich in het verleden, ten tijde van de miskraam, eenzaam en in de steek gelaten heeft gevoeld en ze nu weer dat gevoel heeft. ‘Alsof ik dat verdriet helemaal alleen ervaar.’

Omdat Greet niet langer aanvallend is, lukt het om Jan meer aan bod te laten komen. ‘Als ik Greet zie huilen, voel ik me machteloos, alsof ik verantwoordelijk ben voor haar tranen. Dat maakt me onrustig en gestresseerd. Ik voel dan zelf niets meer, alleen de behoefte om te werken en dingen op te lossen, want dat brengt rust. Ik heb me na de miskraam in de werken aan ons huis gestort, dat was mijn manier om ermee om te gaan.’ Als ik suggereer dat hij en zijn schoonzoon zich nu vastbijten in een juridisch proces tegen de chauffeur vanuit datzelfde gevoel van machteloosheid, bevestigt hij dat.

‘Ik voel me zo machteloos bij wat er is gebeurd. Ik vraag me ook constant af of ik iets had kunnen doen om het te voorkomen. Ik weet dat dat zo niet is, maar met dat proces hoop ik toch nog iets voor Pien te kunnen doen.’ Terwijl Jan dit zegt, begint Greet hartstochtelijk te huilen. Hij legt zijn hand op haar been. Zo zitten we een tijdje samen, terwijl het buiten regent. Een paar dagen later laten ze me weten dat ze verder kunnen, elk op hun manier, maar wel samen.”

Uit: Libelle 03/2022 – Tekst: Rika Ponnet

LEES OOK:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."