De vijf wetten van Geert Hoste

Wet 1 – Doe ze lachen

Met een lach of een compliment start je meteen op goede voet. Ik heb die houding van thuis meegekregen. Net zoals in veel Vlaamse gezinnen pakten mijn moeder en grootmoeder hun problemen aan met een glimlach. Omdat alles zo veel vlotter ging. Humor is een prima ontmijner in sociale relatie.

Wet 2 – Doe moeite om het negatieve positief te brengen

Als ik met mensen praat of een brief of een mail stuur, dan let ik er heel bewust op om de dingen die ik normaal negatief zou verwoorden, een positieve draai te geven. Belangrijk, omdat je zo een directe confrontatie uit de weg gaat. Er zijn mensen die de hele wereld in een negatief daglicht zien en die op elke vraag in een soort reflex ‘nee’ antwoorden. Ik probeer bewust het tegenovergestelde te doen. Ik ben een enorme optimist.

Wet 3 – Wen aan iemands slechte karakter als aan een fysieke merkwaardigheid

Een uitspraak van Balthazar Gracián, een 17de-eeuws denker. Als je op de trein geconfronteerd wordt met een baldadige puber, kun je je ergeren. Maar tieners zijn nu eenmaal ambetant. Je kan je elke dag weer druk maken over een lastige collega of een vervelend familielid. Maar mensen zijn wie ze zijn, jij kan daar niets aan veranderen.

Wet 4 – Niet de centen maar de mensen tellen

Niet de centen maar de mensen tellen. De tot nu toe enige goede uitspraak van onze eerste minister Herman Van Rompuy naar aanleiding van het asieldossier. Heel belangrijke wet, vind ik. We vergeten te vaak hoe belangrijk mensen zijn. Zeker in zaken als asiel en migratie.

Wet 5 – Doe altijd net dat ietsje meer

Als mensen je iets vragen, doe dan een klein beetje extra. Dat heb ik van mijn vader geleerd. Hij heeft in zijn leven veel mensen geholpen, en zijn motto was: alles wat je doet voor de mensen krijg je dubbel en dik terug.