Interview Koen De Graeve

Door De Redactie

“Het is een fijn jaar geweest”, lacht Koen De Graeve. Dat is bescheiden uitgedrukt. Na rollen in Dagen zonder Lief, (N)iemand en Los, speelde hij de platste van de vijf Loft-vrienden in Erik Van Looy’s kaskraker. Daarna draaide hij als slagersjongen Mike pensen van hert in de succesreeks Van Vlees en Bloed en nu is hij te zien als brompot Luc in de VTM-serie Jes. Dat is veel spotlight ineens. “Gelukkig word ik niet plots overal herkend. Misschien omdat ik fysiek niet echt meer lijk op de rollen die ik dit jaar heb gespeeld. Volgens mij word je pas echt herkend als je een hele tijd in een serie speelt. Of in panels gaat zitten. Wat ik niet van plan ben. Erik Van Looy heeft me al gevraagd voor De Slimste Mens, en hoe leuk dat programma ook is, ik ga het niet doen.”

Is je alomtegenwoordigheid het gevolg van een uitgekiende carrière-strategie?

“Nee, het is toeval. Je kunt nog zo strategisch zitten nadenken als je wilt, als er niemand op je zit te wachten, kom je nergens. Ik doe al twaalf jaar theater en voel me daar goed. Maar ik was ook nieuwsgierig naar film en tv, en hoe ik daarin zou functioneren. Ik heb hier en daar een paar gastrollen gespeeld, niet voldoende om er een kick van te krijgen, wel om mijn interesse op te wekken. Dat de fi lms en series elkaar nu zo snel opvolgen, is een samenloop van omstandigheden. Voor Los heb ik gewoon auditie gedaan. Felix Van Groeningen heeft me ooit zien spelen en vroeg me voor Dagen zonder Lief. Erik Van Looy vond dat een goede film, vandaar Loft. Zo gaat die bal aan het rollen. In het najaar komt ook
De Helaasheid der Dingen uit, maar binnenkort ga ik weer het theater in en met het theatergezelschap Olympique Dramatique gaan we een musical maken.”

Loft en Van Vlees en Bloed waren allebei gigantische successen. Geluk, of heb je daar een neus voor?

“Geluk. Absoluut. Maar soms kun je het geluk wel uitdagen. Ik had bij beide projecten het gevoel dat het resultaat goed zou zijn. Het enthousiasme van de makers, de vakkundigheid van de scenario’s, de collega’s, het was een extreem groot genoegen om daaraan mee te werken. Het is altijd geweldig als het succes op zijn zachtst gezegd meevalt, maar ik ben even trots op andere dingen die ik heb gedaan en waar minder volk op af is gekomen. (N)iemand van Patrice Toye, daar heb ik maar twee draaidagen aan meegewerkt, maar dat was een plezante set waar ik graag wat meer had rondgelopen.”

Kom je uit een creatief gezin?

“Dat is het minste wat je kunt zeggen. Mijn vader is nu bijna tachtig, en heeft vijftien jaar geleden nog een schildersschool opgericht. Hij speelt meer instrumenten dan er bestaan, en is al dertig jaar dirigent van het Klein Kinderkerstmiskerkkoor, waar ik zelf begonnen ben als sopraan en geëindigd ben als bas. Mijn moeder zong ook geweldig. Ik speel gitaar en al mijn zussen en mijn broer spelen of speelden een instrument.”

Je hebt drie dochters. Je bent dus constant omringd door vrouwen.

“Ik heb nooit iets anders gekend, ik ben opgegroeid met vier zussen. Alleen: nu moet ik alles regelen voor mijn dametjes en dat was vroeger wel anders. Ik heb zeker niet nee gezegd tegen de attenties van mijn zussen. Als jongste heb ik ’verwend zijn’ zo’n beetje uitgevonden. (lacht) Wij waren met zes, maar met drie kinderen is mijn gezin groot genoeg. Mijn vriendin is ook actrice, en omdat we allebei onregelmatige uren hebben, is het een hele organisatie om alles
geregeld te krijgen. Maar het is prettig dat zowel zij als ik de dingen kunnen doen die we willen doen. Dat is een mooi geschenk dat we elkaar kunnen geven. Maar daarnaast moeten we uiteraard nog die drie kleine leventjes bijsturen, regelen en de mist insturen.”

Lees het volledige interview met Koen in Libelle 16 (16 april 2009).

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."