Lenteweetjes
Het is lente! De padden zijn ontwaakt uit hun winterslaap en planten zich voort in vijvers en poelen en de vogels zijn druk in de weer met de kleintjes.
Er ligt heksensnot aan de vijver!
In het voorjaar ontwaken kikkers en padden uit hun winterslaap en verzamelen ze aan hun voortplantingspoel. Zo’n poel is een goede plek voor reigers en marters om een snelle hap te eten. Maar zwangere padden of kikkers bevatten een groot aantal eitjes waarvan de omhulsels in de aanwezigheid van water sterk opzwellen. Dat gebeurt ook in de maag van de vogel of zoogdier die de eitjes at. Omdat zo’n eierklomp zwaar op de maag ligt, braakt de marter of reiger die uit. Het resultaat vind je aan de rand van de vijver: een geleiachtige brij, die heksensnot of sterrenschot genoemd wordt.
Meesjes eten 15.000 prooien per lente
Voor kool- en pimpelmezen betekent het voorjaar hard labeur. Hongerige jongen hebben een onstilbare honger. Dat betekent dat moeder en vader mees tot 700 keer per dag met rupsen komen aanvliegen. Op topdagen halen ze een frequentie van bijna één bezoek per minuut, en dat ongeveer 16 uur aan een stuk. Een jong meesje verorbert zo’n 100 rupsen per dag. Op enkele weken tijd verzamelt een koppeltje pimpelmezen zo’n 15.000 prooien. Het voedselaanbod moet dan uiteraard enorm groot zijn. Voor mezen zijn rupsen heel belangrijk. En dan gaat het vooral om rupsen van enkele soorten nachtvlinders die talrijk aanwezig zijn, zoals de kleine wintervlinder. Meer weten?
Meer natuurnieuwtjes weten? Word fan van Natuurpunt op Facebook! www.facebook.com/natuurpunt.
Bron: natuurpunt