Goed genoeg ouderschap: “Laat ons wat meer luisteren naar wat ouders zelf genoeg vinden in plaats van het op te dringen”
De Week van de Opvoeding staat dit jaar in het teken van ‘goed genoeg ouderschap’, een term met goede bedoelingen, die tegelijkertijd ook veel vragen oproept. Want wat is goed genoeg? Dat vroegen we aan gezinswetenschapper Philippe Noens.
Wie is Philippe Noens?
- Docent opleiding Gezinswetenschappen
- Onderzoeker Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Hogeschool Odisee)
- Auteur van het boek ‘Mogen we nog wel straffen?’
- Schrijft opiniestukken voor onder andere Knack, De Standaard, De Morgen en Humo.
Goed genoeg ouderschap
Bestaat er een definitie van goed genoeg ouderschap?
Philippe Noens: “Perfect ouderschap bestaat alleszins niet. Het idee dat we als ouders alles perfect zouden kunnen uitvoeren als we maar voldoende kennis, vaardigheden, geduld en aandacht hebben, dat klopt niet. Mensen zijn imperfecte wezens. Je blijft dan ook als ouder altijd met een latent schuldgevoel achter: het idee dat je altijd iets meer kan doen voor het geluk van je kind.
Je kunt je afvragen wat het doel van opvoeding is. Alleszins niet om perfecte kinderen groot te brengen, mensen die nooit iets fout durven te doen of niet kunnen leren uit hun misstappen. Dingen verkeerd aanpakken, maar eruit leren: zo groei je als mens. En dus ook als ouder.
Vergeet ook niet dat je achttien jaar de tijd hebt om je kind op te voeden. Er mag dus geregeld iets fout gaan. Het is niet erg om je geduld te verliezen of dikke ruzie te hebben met je tiener, dat wordt gecompenseerd door al die keren dat het wél goed gaat tussen jullie.”
Is goed genoeg ouderschap ook afhankelijk van gezin tot gezin, want niet iedereen heeft evenveel tijd of middelen?
Philippe Noens: “Inderdaad. Voor de ene ouder is het al goed als er op zondag samen wordt gegeten, voor de andere ouder moet elk ontbijt en het avondeten samen worden genuttigd. De vraag is ook naar wie je luistert als het gaat over goed genoeg ouderschap. Er lopen teveel zelfverklaarde opvoedcoaches rond die vertellen hoe je als ouder best kunt reageren op pakweg een driftbui of een rommelige slaapkamer. Maar wat vinden ouders zelf? Wanneer is het voor hen goed genoeg?
Ik hoop dat er tijdens deze Week van de Opvoeding meer naar de ouders zelf geluisterd wordt en niet enkel naar professionals
Ik geef graag het voorbeeld van een groep studenten uit de lerarenopleiding die huiswerkbegeleiding ging doen bij gezinnen in een kwetsbare situatie. Enerzijds om de ouders te ontlasten, maar ook om hen te laten zien hoe ze wat meer betrokken kunnen zijn bij het schoolse leven van hun kinderen. Wat bleek? De ouders raakten niet meteen meer betrokken door die huiswerkbegeleiding, maar de studenten kregen wel een ander beeld van die ouders. Hun vooroordelen vielen weg. Ze zagen hoeveel balletjes die ouders in de lucht moesten houden. Wat er écht toe deed, was ervoor zorgen dat er eten op tafel stond en de rekeningen betaald werden. Huiswerk stond niet bovenaan die ouders hun prioriteitenlijstje.
Voor die studenten, en dus niet voor die ouders, kreeg goed genoeg ouderschap een andere betekenis. En dat door bij die ouders te zijn, en met hen te praten. Ik hoop dat er tijdens deze Week van de Opvoeding meer naar de ouders zelf geluisterd wordt en niet enkel naar wat professionals vertellen over opvoeding.”
Worden ouders onzeker van al de informatie die tegenwoordig aanwezig is over ouderschap?
“Dat is zeker zo, en net daarom is het jammer dat er ook nu weer – naar aanleiding van dit thema – in allerlei steden en gemeenten infosessies en lezingen worden georganiseerd, waar allerlei opvoedcoaches en experts komen uitleggen wat goed genoeg ouderschap is, met lijstjes vol criteria en tips over hoe je het moet aanpakken. Dat is echt niet nodig. Zorg ervoor dat ouders met elkaar in contact komen, en heel wat onzekerheid verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Het probleem is dat er tussen die opvoedcoaches heel wat charlatans zitten, die gewoon vanuit hun eigen ervaring vertrekken. Ze hebben bijvoorbeeld zelf een scheiding meegemaakt, of zijn mama van een nieuw samengesteld gezin, en vinden dat ze vanuit die rol anderen kunnen helpen om hún scheiding of nieuw gezin beter te verteren. Die opvoedinfluencers zie je ook overal, niet enkel in infosessies, maar ook op social media en in podcasts. Dat is een vorm van commercialisering waarbij door opvoedcoaches en influencers wordt bepaald wat goed genoeg ouderschap is – wat je als ouder best doet en wat er niet bij hoort. Maar wie zijn zij om dat te bepalen?
Daarvoor is de Week van de Opvoeding niet gemaakt. De campagne is eerder bedoeld om een maatschappelijk debat te voeren over ons dagdagelijks gezinsleven en vooral ook om de stem van de ouders zelf een centrale plaats te geven.”
Goed genoeg is fijn, maar willen we niet allemaal enkel het beste voor onze kinderen?
“Natuurlijk, daarom is goed genoeg ouderschap een beetje een vreemde term. We willen als ouders niet goed genoeg zijn, we willen het zo goed mogelijk doen. Draai het ook eens om. Hebben onze kinderen niet gewoon recht op de beste versie van hun ouders? Er schuilt dus een schaduwzijde aan het begrip. Ook al zullen alle ouders knikken bij het horen van de term ‘goed genoeg ouderschap’ – het mag allemaal wel wat minder – toch moeten we toegeven dat we allemaal het beste willen voor onze kinderen. En dus ook naar dat beste streven.
Als ik met mijn kinderen omga, neemt de intuïtie het ook over. Laat ons allemaal wat meer vertrouwen hebben in onszelf als ouder
Gelukkig is onze beste versie ook inherent gemankeerd. Ik ben ook maar een mens, ik kan bepaalde dingen goed doorgeven aan mijn kinderen en andere niet. Ik ben bijvoorbeeld als vader niet zo handig. Maar ik ben wel blij dat mijn vrouw handig is, en de grootouders dat zijn. Goed genoeg betekent dus hier: durven leunen op andere opvoeders.
We zijn allemaal mensen, die hun stinkende best doen, maar nooit zeker weten wat daar dan precies het effect van zal zijn. Het mooiste voorbeeld vond ik in een boek dat ik aan het lezen ben: ‘Mijn eigen kind is een ander verhaal’, uit 1998. Hierin heeft men gevraagd aan professoren in pedagogiek en ontwikkelingspsychologie hoeveel van hun wetenschappelijke inzichten overeind blijven als ze met hun eigen kinderen omgaan.
Wat blijkt? De antropologen, psychologen, pedagogen die opvoeden: ze doen ook maar wat. Ze vertrouwen net als u en ik meer op hun intuïtie. Het feit dat zij een bepaalde wetenschappelijke bagage hebben, maakt hen niet per definitie betere ouders. Meer nog, het lijkt alsof ze die kennis in de hectiek van alledag vergeten. Dat inzicht kan ik als ouder alleen maar beamen. Als ik met mijn kinderen omga, neemt de intuïtie het ook over. En toch komt het vaak goed. Laat ons dus allemaal wat meer vertrouwen hebben in onszelf als ouder.”
Meer tips voor ouders:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!