Familie
“Van een betere verdeling van de taken in het huishouden wordt écht iedereen beter”
Door Sara Dekens

Heb je het gevoel dat jij het huishouden draaiende houdt en hierdoor amper me-time hebt? Je bent zeker niet alleen! Riet Ory en Eva Brumagne van FEMMA willen hier verandering inbrengen met hun boek ‘Het is hier geen hotel’.

Het huishouden en de zorg voor onze kinderen is nog te vaak een vrouwenzaak die een groot deel van onze tijd en energie opslorpt. Het gaat hierbij niet enkel om de praktische taken zoals koken of voor de kinderen zorgen, maar ook het denk- en planwerk dat hieraan vooraf gaat en in de meeste gevallen onzichtbaar blijft. Eva en Riet weten dat het ook anders kan. Ze pleiten voor een eerlijke verdeling van de zorg-en huishoudelijke taken thuis en willen jou met hun boek informeren, inspireren en helpen. Wij spraken met Riet Ory, adjunct-directeur van Femma Wereldvrouwen en mede-auteur van het boek.

De vrouw als huismanager

Doen vrouwen nog altijd zoveel meer in het huishouden dan mannen?

Riet Ory: “Vrouwen hebben sinds de jaren ‘50 en ‘60 van de vorige eeuw heel grote stappen vooruit gezet wat betreft de emancipatie in de publieke sfeer. We zien echter dat mannen niet dezelfde evolutie naar de privédomeinen hebben gemaakt. Vrouwen blijven dus met de erfenis van het kostwinnersmodel zitten en dus ook met een grote ongelijke verdeling van zorg en huishoudelijk werk. Het klopt dus jammer genoeg dat vrouwen nog altijd meer doen in het huishouden – gemiddeld 9,5 uur meer per week – en bijgevolg minder vrije tijd overhouden.

Naast de effectieve zorg- en huishoudelijke taken, mogen we ook de mentale belasting niet vergeten. Uit onderzoek blijkt dat 75% van de vrouwen aangeeft de thuismanager te zijn, cijfers die wijzen op een grote ongelijkheid. Ook in de interviews die wij deden voor het boek werd dit voortdurend bevestigd. Zeker de mentale last die bij het organiseren van het huishouden hoort wordt als heel zwaar en belastend ervaren.”

Wat houdt dat precies in, die mentale last?

Riet: “Mental load is aan alles moeten denken en met iedereen rekening moeten houden. Aan alles moeten denken is cognitieve belasting, dat is de organisatie. Ik maak het graag uit met een voorbeeld. Als het gaat over koken, zegt je partner misschien dat hij elke dag kookt. Maar koken gaat niet enkel over aardappelen schillen. Het gaat ook over alle vragen die eraan voorafgaan: wat gaan we eten, wat zit er nog in de kast, welke restjes zijn er nog, waar gaan we boodschappen doen, wat hebben we nodig, waar vinden we dat het goedkoopst, zouden we niet eerder duurzaam kopen of de lokale middenstand steunen, …? Dat zijn allemaal gedachten en taken die te maken hebben met het bedenken, het plannen en het uitvoeren.

Het is frustrerend om te moeten horen dat je niet moet zeuren, je partner kookt toch elke dag?

Het bedenken en het plannen is onzichtbaar en noemen we het cognitieve werk. Dat doen vrouwen veel meer dan mannen. Zij zitten aan het stuur van al deze domeinen en dat zijn er een hele hoop! We hebben er in het boek een lijstje van gemaakt, om het concreet te maken. De grote pijn ervan is dat het allemaal onzichtbaar is. Het is frustrerend om dan te moeten horen dat je niet moet zeuren, want dat je partner toch elke dag kookt.

Het tweede luik is de emotionele last. Ook hier kan ik makkelijk heel concrete voorbeelden geven. Ik moet nog iets aan mijn schoonmoeder laten weten, naar wie moeten we allemaal kerstkaartjes sturen, wie gaan we uitnodigen voor ons 40-jarigen feest, moeten we nu we verhuisd zijn ons niet gaan voorstellen aan de buren, …?
Dat gaat over met iedereen rekening houden. Deze emotionele last is vaak veel hoger bij vrouwen dan bij mannen, omdat vrouwen in andere rollen zitten.”

Zijn vrouwen beter in zorg en huishoudelijke taken dan mannen? Is het m.a.w. onze eigen schuld?

Riet: “Ik vind het belangrijk om voorbij het schuldmodel te gaan. We hebben het boek geschreven voor vrouwen, omdat het geschreven is voor mensen die aan het kortste eind trekken en we hier verandering in willen brengen. Hiervoor moeten vrouwen in de spiegel kijken. In het boek hebben we het over zeven belemmerende overtuigingen die vooral in hun hoofd zitten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan ‘ik kan het beter’, ‘ik moet het perfect doen’, ‘zorgen is toch meer iets voor vrouwen’, etc. De allerbelangrijkste belemmerende overtuiging en de motor van de ongelijkheid zijn de stereotypen die wij toedichten aan mannen en vrouwen.

Vrouwen hebben inderdaad een bepaalde verantwoordelijkheid bij het in stand houden van die rollen, maar mannen net zozeer. We zijn er slachtoffer van, en tegelijkertijd zijn we er de motor van. Jonge tienermeisjes in Vlaanderen doen ook vandaag nog veel meer in het huishouden, terwijl je zou denken dat die dingen intussen veranderd zouden zijn. Maar dat legt mooi bloot hoe we er zelf in gevangen zitten.

Als vrouw zijn we veel strenger voor onszelf als het gaat over het huishouden of de zorg voor de kinderen

In het boek gaat het ook deels over de stereotypen, waaronder de zorg en het huishouden die aanzien worden als vrouwendomeinen. Als vrouw zijn we vaak veel strenger voor onszelf in onze rol als verantwoordelijke voor het huishouden en als primaire zorger voor de kinderen, omdat wij zo opgevoed zijn. Er is een hele discussie over nature en nurture: zijn vrouwen van nature geen betere zorgers? De meeste recente onderzoeken nuanceren dat en weerleggen het zelfs. Vinden we dat een alleenstaande vader niet voor zijn kinderen en het huishouden kan zorgen? Of dat homokoppels geen kinderen zouden kunnen opvoeden? Ik denk dat de realiteit al lang heeft aangetoond dat dit wél kan.”

Klassieke beelden in vraag stellen

Kunnen mannen even goed voor de kinderen zorgen?

Riet: “Het verschil tussen vrouwen onderling is op zich vaak veel groter dan tussen mannen en vrouwen. Als ik in mijn naaste omgeving kijk, dan zie ik dat mijn partner meer zorgend is dan ik en meer energie haalt uit thuis zijn met de kinderen. Je hoort vaak dat kinderen automatisch naar hun moeder gaan als ze getroost moeten worden, maar dat is iets wat je in stand houdt. Bij ons thuis was, en is dat nog steeds niet zo. Toen de kinderen klein waren hadden we niet meteen opvang , we besloten daarom om allebei halftijds te gaan werken. Dat is heel bepalend geweest voor hoe de zorgpatronen er bij ons uitzien en dat blijkt ook uit onderzoek. Als we jonge vaders de kans geven om te zorgen, leren zij evengoed de kreetjes van hun kind herkennen.

Als we jonge vaders de kans geven om te zorgen, leren zij evengoed de kreetjes van hun kind herkennen

Het feit dat mannen er soms kneuterig bijstaan en niet weten hoe ze voor hun kinderen moeten zorgen is omdat ze niet de kans hebben gekregen om het aan te leren. Het beleid is niet neutraal. Als papa’s na 15 dagen terug aan de slag moeten, dan zeg je dat baby’s opvoeden de opdracht is van de mama. Als we hieraan niets veranderen, gaan we ook de kaders in de hoofden niet veranderen. Hoewel ons boek heel individueel is en zegt dat je zelf iets kunt veranderen, is het ook belangrijk om te weten dat jij hier niet alleen verantwoordelijk voor bent.”

Moeten we als vrouw meer dingen loslaten?

Riet: “Inderdaad, we zijn soms nog te veel poortwachter of gatekeeper. We moeten durven vertrouwen dat onze partner het ook wel kan, zowel in de zorg als in het huishouden.

Er zijn nog steeds heel verstandige vrouwen die blijven beweren dat ze de afwasmachine beter kunnen inladen dan hun partner. Eigenlijk zeg je hiermee dat je controle en macht over het huishouden wilt. Je moet echter leren dat iemand anders de dingen misschien anders doet, maar daarom niet minder goed en dat vraagt oefening in loslaten.

Dat heb ik ook moeten leren. Ik vond bijvoorbeeld dat mijn partner systematisch te veel kocht als hij de boodschappen deed. Terwijl ik de koelkast aan het inladen was, begon ik – terwijl hij erbij stond – te zuchten en te klagen. ‘Waar moet ik dat allemaal steken?’ Tot mijn partner er genoeg van had en tegen me zei: ‘als je nog drie keer een dergelijke opmerking maakt, ga ik nooit meer naar de winkel’.

Dat werkt in twee richtingen natuurlijk. Hij kookt veel beter en durft soms ook opmerkingen maken als ik eens in de keuken sta. Hij poetst trouwens ook beter dan ik. Als ik dan toch eens dweil, weet hij dat het niet volgens zijn standaard zal zijn.”

Hebben mannen en vrouwen andere standaarden?

Riet: “Vaak wel, maar het heeft ook te maken met maatschappelijke normen die eraan vasthangen. Een man is bijvoorbeeld veel makkelijker een goede papa dan een mama een goede mama. Als een papa zijn kind aankleedt ‘s morgens en de sokken passen niet bij elkaar, wordt dat als grappig of schattig gezien. Als een mama dat zou doen, zouden mensen er zich vragen over stellen of een oordeel klaar hebben.

Een man is veel makkelijker een goede papa dan een mama een goede mama

Dit geldt trouwens niet enkel als het over de kinderen gaat. Als een man volk wilt uitnodigingen begint de partner vaak te stressen. Waarop de man zegt dat ze ze zich geen zorgen moet maken en ze gewoon pizza kunnen uithalen en wat bier voorzien. De man kan dit voldoende vinden, maar de vrouw voelt dat ze erop afgerekend gaat worden en hoort de stemmen al in haar hoofd. ‘Heb je gezien hoe het huis erbij lag en hoe ze gasten ontvangt?’ Men evalueert vrouwen veel strenger op die rollen in de zorg en het huishouden. Het is dus logisch dat ze hogere eisen opleggen aan zichzelf.”

Waar vinden we elkaar?

Riet: “Wij spreken graag over het minimale redelijkheidsniveau. Tussen partners, maar ook met kinderen, zeker als ze wat ouder worden. ‘Ik vind dat het proper genoeg is, ik heb daar geen last van’, zeggen de pubers als je hen aanspreekt over de staat van hun kamer. Hier is het belangrijk om tot dat minimale redelijkheidsniveau te komen waar iedereen zich in kan vinden. Iedereen moet wat water bij de wijn doen, oplossingen zoeken en af en toe omdenken.”

Ook kinderen moeten dus een handje helpen in het huishouden?

Riet: “Vast en zeker! Op dat vlak zijn mijn ogen ook serieus opengegaan, omdat ik zag dat ik alles deed voor mijn kinderen. Je wilt je kinderen toch niet pamperen? Ik ging dan over het fundamentele doel van opvoeding nadenken. Voor mij is dat mijn kinderen liefdevol begeleiden tot zelfredzame en autonome wezens, die voor zichzelf kunnen zorgen. Als we alles voor onze kinderen doen, dan gaan we voorbij aan die zelfredzaamheid.

Je kinderen opvoeden is hen liefdevol begeleiden tot zelfredzame en autonome wezens. Dan ga je hen toch niet de hele tijd pamperen?

We zien onze kinderen als gouden eieren waarvoor goed gezorgd moet worden, omdat er al zoveel van hen wordt verwacht. Bovendien hechten we meer belang en waarde aan hoe ze presteren op school en op hobby´s. Dat een kind taakjes opneemt of helpt in het huishouden, wordt niet gezien als bijzonder of als iets waarover je opschept.”

Dan komt het moment dat je het moeilijk gesprek met je partner of kind wilt aangaan. Welke tips kun je ons meegeven?

Riet: “Ik zou zeggen: start het gesprek op een rustig moment. Het gebeurt te veel dat er in een frustratie gereageerd wordt. ‘Potverdorie, nu liggen hier weer natte handdoeken op de grond, hoeveel keer heb ik dat al gezegd? Heeft er iemand eigenlijk wel respect voor al het werk dat ik hier doe? Ik doe hier wel al die was’. Ik moet eerlijk toegeven dat ik mezelf er ook op betrap, hoor (lacht). Maar je gaat daar absoluut niet het gewenste effect mee bereiken.

Start het gesprek op een rustig moment, niet als je boos of gefrustreerd bent. Daar bereik je niets mee.

Ofwel ga je in de slachtofferrol kruipen, maar ook hier bereik je niets mee. Het belangrijkste is dat je op een moment dat je niet boos of gefrustreerd bent over iets in alle rust een gesprek vraagt. ‘Ik wil het heel graag eens hebben over hoe we het hier in huis verdelen, want ik heb daar echt nood aan. Kunnen we dat eens inplannen?’

Ten tweede is het belangrijk om volgens de regels van het verbindend communiceren te vertrekken vanuit je eigen gevoel en dat niet vertaalt als een verwijt, maar als een behoefte. Ik ben zo moe de laatste tijd en heb echt geen energie meer, en dat is omdat ik aan zoveel moet denken hier in het huishouden. Dan ga je proberen die behoefte concreet te maken en er een verzoek aan te koppelen. ‘Ik zou graag hebben dat we eens samen naar de taken kunnen kijken en dat jullie mee nadenken over hoe we het beter kunnen verdelen. De laatste stap is dan om het concreet te maken in een gesprek. Kunnen we volgende week eens de takenlijst bekijken of de weekplanning bekijken? Welke dingen kan iemand anders opnemen zodat ik ze uit mijn korf kan halen?'”

Gedeeld eigenaarschap in het huishouden is beter voor iedereen

Heel veel vrouwen gaan stoppen met zeuren omdat hun partner hen verwijt dat ze een zaag geworden zijn. Als ik zie hoeveel koppels uit elkaar gaan in onze leeftijdscategorie… Je kunt niet zeggen dat dit de enige oorzaak is, maar het is zeker iets wat speelt en heel lang sluimert. Het visje onder het water wordt opeens een haai. Uiteindelijk ben je niet meer de persoon of de partner die je zou willen zijn.

Gedeeld eigenaarschap, of een betere verdeling van de taken, is echt beter voor iedereen.

Een betere verdeling zorgt niet alleen voor meer ‘eigentijd’ maar ook dat je persoonlijk kunt groeien en dat je zelfwaarde een boost krijgt, ook in je relatie tot je partner of je kinderen. Vrouwen kunnen meer floreren op publieke domeinen en mannen krijgen meer kansen om een liefdevolle relatie te krijgen met hun kinderen en hun partner. We geloven echt dat gedeeld eigenaarschap echt beter is voor iedereen.”

‘Het is hier geen hotel´ van Riet Ory en Eva Brumagne is uitgegeven bij Pelckmans Uitgevers (€ 24,50).

Ook vast interessant voor jou:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."