sos opvoeding
© Getty Images

SOS opvoeding: “Wij willen onze kleinzonen vaker bij ons hebben”

Door De Redactie

Ook grootouders vragen soms hulp. Marie en Michel vinden dat ze hun kleinkinderen te weinig zien. En nu is er ook bijna geen contact meer met hun dochter Mieke.

Wat zegt opa Michel?

Michel (68): “We zijn de grootouders van twee fantastische kleinkinderen, Jelle van 7 en Joppe van 9. Mijn vrouw en ik zijn met pensioen, we hebben dus veel tijd voor hen. Onze band met de jongens is goed, alleen: we zien hen veel te weinig, amper een keer per maand.

“We hebben het gevoel dat onze dochter ons op een afstand houdt”

Als we dit aankaarten bij Mieke, gaat ze er nooit op in. Ze zegt dat het niet te organiseren is om de jongens meer te laten komen. We hebben het gevoel dat ze ons op een afstand houdt. Soms vragen we ons af of we ooit iets verkeerd gedaan hebben.

We vermoeden dat Mieke het moeilijk kan aanvaarden als mijn vrouw haar advies geeft. Maar Mieke is soms zo boos op de kinderen… wij denken dat dat niet gezond is voor hen, dat mogen we toch zeggen?

Mieke en Thomas, onze schoonzoon, hebben beiden drukke jobs en daardoor moeten de kinderen regelmatig naar de opvang, terwijl wij hen perfect zouden kunnen ophalen en meenemen naar ons huis. Ze kunnen zelfs bij ons eten. Maar dat is niet bespreekbaar.
Mieke zegt dat het makkelijker is dat ze naar de opvang gaan. Thomas kan hen dan ophalen als hij van zijn werk komt.

Doordat Mieke en Thomas zoveel werken, brengen ze eigenlijk bijna geen tijd door met Jelle en Joppe. Ze halen hen op van de opvang, eten snel iets en dan is het tijd om te gaan slapen. Ze zien hun kinderen amper een uurtje per dag. Dat kan toch niet goed zijn?

“Mieke noemt me onverantwoordelijk. Dat is niet leuk om te horen. Ik zie de jongens toch ook graag?”

Als Joppe en Jelle hier zijn, kunnen we de hele tijd met hen spelen. Ze willen bewegen en timmeren. Ik heb een stal in de tuin met werkmateriaal. Ze mogen daar van mij aan de slag met hamers, vijzen en hout. Maar dat vindt Mieke te gevaarlijk. Ik ben dan ‘onverantwoordelijk’. Dat is niet leuk om te horen. Ik zie de jongens toch ook graag?”

Wat zegt oma Marie?

Marie (66): “Ik volg wat mijn man zegt, wij zitten in een moeilijke situatie. Grootouder zijn moet toch leuk zijn? Onze vrienden zien hun kleinkinderen bijna elke dag, ze gaan hen ophalen op school, als ze ziek zijn blijven ze bij hen, als de ouders boodschappen doen worden ze bij hen afgezet, als er een oudercontact is gaan ze even thuis wachten… Dat hebben wij allemaal niet.

“Mieke kan het niet verdragen als ik mijn mening geef. Maak kom: wij hebben zelf ook kinderen opgevoed”

Ik weet niet hoe ik Mieke duidelijk moet maken dat wij onze kleinzonen vaker bij ons willen hebben. Alles wat ik zeg, eindigt met spanning en dan zien we ze nog minder. Mieke kan ook niet verdragen dat ik eens mijn mening of een tip geef. Maar kom: wij hebben zelf ook kinderen opgevoed, het is nu toch niet dat wij geen ervaring hebben? Ik vind het goed dat de kinderen grenzen krijgen, alleen mogen ze het ene moment niets en het andere moment alles. Dat is toch niet duidelijk voor de kinderen. Wat gaan ze hieruit leren?

Drie weken geleden heb ik Mieke gebeld. Ik heb haar gezegd dat het toch niet kan dat het alweer een maand geleden is dat we de kleinkinderen gezien hebben. En dat ik het spijtig vind dat we Joppe en Jelle niet kunnen leren kennen… Ik heb ook de jongens even aan de lijn gehad en gevraagd of ze hun oma niet misten. Toen heeft Mieke het gesprek afgebroken, ze vond mijn vraag niet gepast. Sindsdien hebben we haar niet meer gehoord. Wij hebben haar ook niet meer gebeld of opgezocht, ze klonk al zo boos…”

Zo ging het verder

Psychotherapeut, auteur en docent Sven Bussens: “Michel en Marie willen meer contact met de kleinkinderen, maar voelen zich daarin geremd door hun dochter. Het evenwicht tussen voldoende betrokken zijn als grootouder en niet als bemoeizuchtig ervaren worden, is vaak een uitdaging. Het is zoeken naar hoe je de rol van grootouder kunt invullen. Welke oma of opa wil ik zijn? Hoe kijk ik vanuit deze nieuwe rol naar mijn kind dat nu zelf papa of mama is? Hoe kan ik mijn kind steunen en tegelijkertijd mijn rol als grootouder invulling geven? Hoe kan ik voldoende afstand nemen en toch voldoende nabij zijn? Wat zijn mijn behoeften en wat zijn de behoeften van mijn kind?

“De opvoeding van de jongens willen ze in geen geval bepalen, wel willen ze meer betrokken worden”

Vanuit deze vragen starten we ons gesprek. De opvoeding van Jelle en Joppe willen
Michel en Marie in geen geval bepalen, wel willen ze meer betrokken worden en meer contact hebben. Marie: ‘We willen gewoon dat ze weten wie wij zijn en ons amuseren samen.’ Michel: ‘En misschien moeten ze niet elke week bij ons komen, misschien kunnen we gewoon wat meer facetimen met elkaar, dat zou ook al goed voelen.’

Marie: ‘We willen gewoon af en toe eens kunnen vragen hoe het op school was of wat ze die dag gedaan hebben.’ Michel oppert dat ze dat wel eens zouden kunnen vragen aan Mieke. Wanneer ik vraag wat Michel en Marie waarderen in de opvoeding van hun dochter, blijft het even stil. Michel neemt wat aarzelend het woord en zegt dat hij merkt dat Mieke heel ongedwongen en speels met de kinderen kan omgaan. Michel: ‘En je voelt en ziet wel dat ze haar kinderen graag ziet. Dat vind ik mooi, dat heb ik nooit gehad in mijn opvoeding.’

Marie vult aan en zegt dat Mieke het altijd opneemt voor de kinderen. ‘Ze is heel beschermend, de kinderen worden zeker niet aan hun lot overgelaten. Ze zorgt er ook altijd voor dat ze mooi gekleed en op tijd op school aankomen.’

“Michel en Marie schrijven een brief waarin ze ook vermelden dat ze Mieke een goede mama vinden”

Michel en Marie hebben Mieke een paar keer proberen te bellen, vertellen ze tijdens de volgende sessie. Maar hun dochter neemt niet op. We verkennen andere manieren om op een positieve manier contact te leggen. Marie neemt zich voor om een brief te schrijven. Michel vindt het een goed idee en wil zeker in de brief ook vermelden hoe trots ze zijn om grootouder te zijn en hoe graag ze de kleinkinderen zien. Marie vult aan: ‘En we kunnen ook zeggen dat we haar een goede mama vinden, want eigenlijk hebben we dat nog nooit gedaan.’

Vijf weken later blijkt er heel wat veranderd. De eerste brief bleef onbeantwoord, zegt Marie, en daarom heeft ze een tweede en zelfs een derde geschreven. En op die laatste brief heeft Mieke gereageerd. Marie wordt emotioneel en zegt dat Mieke hen een aantal mooie dingen heeft teruggeschreven.

Ze vertellen ook dat ze nu begrijpen dat ze heel voorzichtig moeten zijn met adviezen. Mieke ervaart die als kritiek. Er is nu afgesproken dat ze elke woensdagnamiddag zullen facetimen. Dat was de eerste keer al heel leuk geweest. Marie: ‘We hebben het dan eventjes over de schooldag en Jelle en Joppe willen ons ook allerlei dingen tonen. Soms een knutselwerkje, een tekening of een bladzijde uit hun oefenboek.’ Michel: ‘We voelen dat er op termijn meer zal kunnen, maar doen het nu rustig aan. We zijn vooral blij dat er weer contact is.’ ”

Uit: Libelle 46/2021 – Tekst: Sven Bussens – Meer info op borgerhoff-lamberigts.be/auteurs/sven-bussens en oplossingsgerichtcentrum.be

MEER OPVOEDINGSKWESTIES:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."