Annick

Over de haat-liefdeverhouding met Brussel

“Ik krijg steeds meer fysieke klachten door het constante lawaai in de stad. Het maakt me prikkelbaar…”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Het huwelijk tussen de stad waar ik woon en mezelf maakt weer een crisis door. Brussel kan fascinerend, bruisend en uitdagend zijn. Maar Brussel kan bij momenten ook ontzettend in mijn hoofd kruipen.

Dan word ik zo moe en opgejaagd dat ik meteen zou willen inpakken en verhuizen. Oorzaak van het feit dat mijn Brussel-liefde momenteel op een laag pitje staat: het constante lawaai. Ik woon op de achtste verdieping aan een druk kruispunt.

Gelukkig dempt de hoogte een deel van het straatlawaai, maar al meer dan een jaar ligt er een gigantische bouwwerf voor mijn neus. Wat straks een schitterend museum en fijne ontmoetingsplek zal worden, is voorlopig een plek vol brullende boren, zware breekwerken en felle schijnwerpers die ’s nachts onze flat verlichten.

Het verkeer staat vaak stil en de gefrustreerde chauffeurs beginnen dan te toeteren. Urenlang

Ook de buurt wordt heraangelegd. Ik geloof oprecht dat het allemaal prachtig zal worden, maar nu zijn ze tramsporen en lantaarnpalen aan het uitbreken en in asfalt aan het drillen. Aan de achterkant van ons gebouw is iemand aan het verbouwen, en in ons eigen appartementsgebouw zijn er ook werken met veel geklop en gezaag aan de gang.

En daar stopt het niet. Want door al die werken worden straten versmald of afgesloten, waardoor het verkeer vaak stilstaat. De gefrustreerde chauffeurs beginnen dan te toeteren. Urenlang. Een kakofonie van korte, lange en vooral luide claxons vult de lucht.

Ze lijken te vergeten dat hier mensen wonen, die ook recht hebben op een beetje rust. Het begint vaak al in de vroege namiddag en gaat door tot ver na acht uur ’s avonds. Ik zit dan rustig aan mijn bureau en probeer wat te schrijven, tot het toeteren begint, dat uren doorgaat.

En ik kan het niet ‘niet horen’, hoe hard ik ook probeer door te werken. Alsof dat niet genoeg is, komt er nog eens het penetrerende lawaai van sirenes bovenop. Niet ver van ons ligt een brandweerkazerne, en soms lijkt het alsof ze daar oefenen om zo hard mogelijk te loeien – ik ken de verschillende tonen en manieren intussen vanbuiten.

En naast de brandweer zijn er natuurlijk nog de talloze andere hulpdiensten en politievoertuigen. Alleen op Autoloze Zondag is het hier écht stil – absoluut mijn favoriete dag van het jaar in Brussel!

Technologisch wonder

Nu krijg ik steeds meer fysieke klachten door dat lawaai: hoofdpijn wanneer het echt de spuigaten uitloopt en stressreacties met verhoogde hartslag. Het maakt me prikkelbaar, en met het slapen gaat het ook al niet zo goed…

Vorige week was ik het zo beu dat ik de stad introk, op zoek naar de perfecte noisecancelling koptelefoon. Ik geloofde eigenlijk niet dat het zou kunnen werken. Maar toen ik in de drukke winkel stond en er een op mijn hoofd zette om te testen, viel al het geluid in één keer weg. Wat een technologisch wonder!

Ik nam hem snel mee naar huis, en nu baad ik dus in een zee van stilte zodra ik die twee grote schelpen op mijn oren zet. Wat een weldaad om eindelijk ongestoord te kunnen werken!

Een halfuurtje van de afspeellijst tegen hoofdpijn is genoeg. Dan voel ik me herboren

En het wordt nog beter: wanneer de hoofdpijn komt opzetten of mijn nek weer vastzit, zoek ik een afspeellijst tegen hoofdpijn – want ja, ook dat bestaat dus! Ik zet dan mijn koptelefoon op, ga op de zetel liggen, sluit mijn ogen en luister naar ‘Headache Relief Music’ of ‘Relaxing Music Against Headaches’.

Een halfuurtje is genoeg. Slapen doe ik niet, maar ik geraak wel in een soort van trance. Mijn hoofd deint mee op de rustige muziek. De buitenwereld verdwijnt en als ik weer rechtsta, voel ik me herboren.

Het voelt misschien een beetje als de omgekeerde wereld, om in je eigen huis te moeten vluchten voor lawaai. Gelukkig kan ik regelmatig naar ons Ardennenhuis om stilte te tanken. Daar hoor ik enkel de kerktoren, een kraaiende haan en heel af en toe een tractor die voorbijrijdt.

Voor mij zegt het alles over hoe helend stilte en natuur zijn en hoe broodnodig voor ons welzijn. En hier in Brussel zoek ik voortaan zelf mijn rust, samen met mijn nieuwe beste vriend: mijn koptelefoon. Daarmee creëer ik mijn eigen bubbel en zet ik de stad met één klik op mute!

Nog meer columns lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."