Annick

Over Slovenië, waar de liefde écht door de maag gaat

“Slovenen zijn dol op hun eigen keuken en vinden het fantastisch als iemand die liefde deelt”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Walter en ik zijn deze week op wandelvakantie in Slovenië, samen met onze vriendin Reinhilde. Een hele week frisse lucht, prachtige uitzichten, stevige wandelingen en veel plezier.

Slovenië is voor mij onbekend terrein, ik weet er beschamend weinig over, behalve dat iedereen die er ooit is geweest laaiend enthousiast terugkomt, vooral over de natuur. Ik ben erg benieuwd naar de landschappen, de cultuur en de mensen, maar minstens even hard naar het eten.

Lokale keukens zijn mijn passie als ik op reis ben. Ik wil alles proeven en het liefst ook leren maken, en heel vaak neem ik recepten of ingrediënten mee naar huis.

Ik zie stoofpotten zoals in Oostenrijk, pasta’s en risotto’s uit Noord-Italië, maar ook veel authentieke Sloveense gerechten


Slovenië ligt op de rand van de Balkan, tussen Kroatië, Italië en Oostenrijk. Die combinatie kan culinair alleen maar interessant zijn, denk ik. In het vliegtuig lees ik mijn voorbereiding grondig door. Ze doet me watertanden, want ik zie stoofpotten en gerookte worsten zoals in Oostenrijk, romige pasta’s en risotto’s uit Noord-Italië, maar ook veel authentieke Sloveense gerechten.

Wat ik dan nog niet weet, is hoe trots de Slovenen zijn op hun keuken. We logeren bovendien in een wijnregio, waar de wijnen bijzonder geprezen worden. Het laatste deel van de vlucht gaat over de Alpen en de Sloveense heuvels. De lucht is helder en het uitzicht adembenemend.

Wanneer we landen en tegen dat we onze huurauto hebben, is het donker, dus we zien weinig van het landschap onderweg. Ons appartement ligt op een heuvel in een oud, ommuurd dorpje. We moeten buiten de stadsmuren parkeren.

De geur van houtskool hangt in de lucht. De huisbazin wacht ons op en leidt ons door smalle straatjes naar het huis dat een week lang onze ‘thuis’ zal zijn. Ik vind de sfeer al meteen geweldig.

De liefde voor ‘jota’

Wanneer ik de volgende ochtend de gordijnen opentrek, ligt er voor mij een vallei die nog in de nevel is gehuld, met daarachter groene heuvels en een stralend blauwe hemel. We maken een stevige wandeling en gaan dan boodschappen doen.

In de supermarkt zoek ik op mijn gsm naar een typisch Sloveens gerecht. Reinhilde komt aanlopen met een pot zuurkool. “Dat lust ik graag”, zegt ze. Zo kom ik uit bij jota: een stevige zuurkoolsoep met aardappelen en bonen.

We kopen de rest van de ingrediënten en een fles lokale wijn. Wat ik niet weet, is dat die soep de sleutel is tot Sloveense harten…

De volgende dag raast er een storm door de vallei. Reinhilde leest, Walter tekent en ik schilder en kook. De jota pruttelt uren op het vuur en vult het huis met een heerlijke geur. De maaltijdsoep past perfect bij het weer.

Wanneer de dame die onze reis mee organiseerde, de volgende dag bezorgd informeert naar hoe we het gesteld hebben tijdens de storm, mail ik dat we het binnen gezellig vonden en dat ik jota heb gemaakt.

Meteen komt er een enthousiaste reactie terug. Ook onze huisbazin en haar moeder reageren blij verrast, wanneer ik vertel over mijn jota. Slovenen zijn dol op hun eigen keuken en vinden het duidelijk fantastisch als iemand die liefde deelt.

De man achter de balie zegt dat hij kippenvel krijgt van onze liefde voor zijn land en de keuken

Dat ondervinden we ook een paar dagen later, wanneer we in Nova Gorica de toeristische dienst bezoeken, op zoek naar wandelroutes. De man achter de balie zegt dat hij kippenvel krijgt van onze liefde voor zijn land en de keuken. “Jullie begrijpen Slovenië”, zegt hij.

Zijn collega vertelt prompt hoe haar grootmoeder jota maakte en daarvoor elk ingrediënt apart kookte. Mijn oog valt op een kookboekje over de Sloveense keuken. “Dat neem ik mee”, zeg ik.

Ze maakt letterlijk een sprongetje van vreugde. “Dan kun je het juiste recept vinden!” En ze voegt er nog aan toe: “Je zou echt alle recepten eens moeten proberen. Ze zijn allemaal even lekker!” Bij het afscheid krijgen we zelfs nog koekjes en een knuffel mee.

Zo gaat het de hele week: overal voelen we warmte en gastvrijheid. We ontdekken valleien, wijnheuvels en oude dorpen, proeven heerlijke gerechten en leren trotse mensen kennen. En ik word een beetje verliefd op de schoonheid van dit land, waar de liefde écht door de maag gaat!

Nog meer columns lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."