Annick

“Het lijkt alsof we alleen op de wereld zijn. Helemaal wat ik nodig heb”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Ik zit in de tuin van het piepkleine huisje dat ik huur in het zuiden van Portugal, in the middle of nowhere. Het is hier muisstil, er zijn geen wegen of auto’s in de buurt, alleen een zachte wind doet de bamboe ritselen. Hoewel we maar vijf kilometer van het prachtige stadje Lagos zitten, lijkt het alsof we alleen op de wereld zijn. Helemaal wat ik nodig heb.

Het is ook niet overdreven om te zeggen dat het huisje piepklein is, want het bestaat uit één kamer met een groot bed erin. De keuken is een buitenkeuken, of eigenlijk een wasbak en twee elektrische kookplaatjes op een houten tafel. Gelukkig kun je hier op het weer vertrouwen en kunnen we ’s ochtends ons koffietje al buiten maken. Ik word daar heel gelukkig van.

Het allerfijnst aan deze plek is de badkamer. Die bestaat uit een buitendouche. En die roept heerlijke herinneringen op aan verre reizen. Een van mijn droombestemmingen toen ik klein was, was Zanzibar, een eiland voor de kust van Tanzania. Ik kon me er niets bij voorstellen, maar Zanzibar…. alleen al die naam droeg een belofte in zich die me deed wegdromen.

Toen ik jaren later een reportage mocht gaan maken bij een Belg die er woonde, was ik in de wolken. De reis ernaartoe was heel lang, heel vermoeiend en het was er ontzettend warm. We kwamen ’s avonds toe en zoals overal rond de evenaar was het er donker om zes uur.

De kleurrijke bloemen ruiken heerlijk, de bossen zijn nog groen en de stranden met hun rotspartijen en kliffen zijn ronduit overweldigend

Onze Belg woonde in kilometers niet ver weg van van de hoofdstad Stone Town, maar wel heel afgelegen en verborgen in de natuur. Een beetje zoals ik nu in Portugal, maar dan in Afrika, waar alles veel groter en exotischer was. De verlichting was schaars, ik zag weinig, maar hoorde des te meer. Onbekende dierengeluiden, geritsel en af en toe een schreeuw maakten dat mijn toch al levendige fantasie helemaal op hol sloeg.

Tot mijn verrassing sliep ik niet in een kamer, maar in een boomhut. Een houten platform in een grote boom waar ik met een ladder naartoe moest. Er zaten geen ramen in en ik sliep op een matras onder een muskietennet. Ik zette mijn rugzak neer en voelde me in Jungle Book. Voor we aan tafel gingen, kon ik een douche nemen.

Douchen in de jungle

Ik had stiekem al rondgekeken en niet veel sanitair gezien. Ik was plakkerig en bezweet en snakte naar stromend water. De douche, wat dieper in de jungle, bleek een soort grote ton te zijn met een sproeier. Tussen het geritsel in de bladeren door ging ik er met mijn handdoekje naartoe. Er hing een klein peertje in een boom en verder was ik alleen met de nachtelijke brousse, de absolute duisternis en enge geluiden. Ik was totaal niet op mijn gemak.

Ik kleedde me snel uit en voelde me kwetsbaar in mijn blootje. Ik luisterde en keek, zocht naar slangen, insecten en groter gedierte en zette het water aan. Ik bibberde, en niet van de kou. Maar toen ik onder de dunne straal ging staan, gebeurde er iets in mijn hoofd. In plaats van bang te zijn en te blijven speuren naar gevaar, kwam er een enorm geluksgevoel over me heen.

Ik realiseerde me hoe ongelooflijk dit was, wat een luxe het was om in het midden van een oerwoud te mogen douchen in openlucht op een eiland als Zanzibar. Hoe bevrijdend het was om mijn angsten los te laten en gewoon te genieten van het moment. Om anders te luisteren en te ervaren dat wat voorheen klonk als ‘gevaar’, nu klonk als ‘natuur’.

De nachten in de boomhut ervaarde ik op dezelfde manier: de klamboe gaf me een beschermd gevoel en na een tijdje begon ik de geluiden te onderscheiden, het gekrijs kwam van apen, de hoge gillen van papegaaien en naar het geritsel luisterde ik zo weinig mogelijk. Zo midden in de natuur leven, was wonderlijk. En de overgave die ik onder de douche kreeg, maakte dat ik heel erg kon genieten en mijn bange westerse hoofd volledig kon uitzetten.

Hier in Portugal klinkt alles een pak vertrouwder. De natuur is in het voorjaar erg gul. De kleurrijke bloemen ruiken heerlijk, de bossen zijn nog groen en de stranden met hun rotspartijen en kliffen zijn ronduit overweldigend. En elke avond ga ik onder mijn kleine buitendouche staan en ben ik ontzettend dankbaar.

Uit: Libelle 23/2023

Meer van Annick:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."