Koen

“In Frankrijk misten we carnaval zo erg dat we de stoet volgden via een webcam om toch maar niks te missen”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Ik zit in wat te zappen in mijn luie zetel en blijf hangen bij een kleurrijke stoet versierde wagens op een of andere regionale zender. Het is duidelijk carnaval. Er zijn weinig volksfeesten waarover de meningen zo uiteen lopen, als deze jaarlijkse verkleedpartij. Heel wat mensen kijken er een gans jaar naar uit om drie dagen gek te doen en alle zorgen te vergeten. Maar er zijn er evenveel die hoofdschuddend toekijken hoe volwassen mensen zich als kinderen verkleden en midden in de nacht op een koud marktplein de polonaise staan te dansen.

Zoals je weet, ben ik in Duitsland opgegroeid, waar carnaval nog veel uitbundiger gevierd wordt dan bij ons. Wij Belgen trekken weleens grote ogen als de Duitsers, die in de hele wereld meer voor hun ernst en werklust bekendstaan dan voor hun gevoel voor humor, plots zo massaal uit de bol gaan. Natuurlijk wél op Duitse maat: zich verkleden betekent voor de gemiddelde zakelijke oosterbuur eigenlijk: heel gewone kleren aantrekken, maar er dan een raar hoedje met pluimen aan toevoegen voor de carnavalssfeer. Ook al woonden wij met enkele honderden andere Belgen in een soort Belgische enclave, wij gingen toch graag mee in het enthousiasme van de plaatselijke bevolking.

Moeders naaiden weken op voorhand een mooi pakje voor hun spruiten. Er zijn foto’s van mij als kabouter (met vervelende kriebelende baard), als sultan (wéér zo’n jeukend sikje), als lieveheersbeestje (Ilse smelt nog steeds als ze me zo ziet) en als schoorsteenveger met een snoet vol roet en, raar maar waar, een hoge hoed op mijn kopje.

Ilse smelt nog steeds als ze de foto ziet van mij als kind verkleed in een lieveheersbeestje

Toen Ilse en ik elkaar leerden kennen en onze eerste gezamenlijke carnavalsperiode aanbrak, was zij dus dolblij dat ik enthousiast reageerde op haar voorzichtige opmerking dat het dorp, vlak bij Aalst, waar we woonden stevig carnaval ging vieren in de stad. En dat zij dat eigenlijk ook van kindsbeen af deed.

Even later stond ik dus, in een met glitter bewerkt skipak en met een rubberen punthoofd op mijn kop, als marsmannetje luidkeels carnaval te vieren op de markt in Aalst. Het was mijn vuurdoop bij Ilses vrienden, die me eventjes kritisch onder de loep namen om te zien of ik wel ‘een echte’ was, maar me dan al snel een schouderklop gaven een een frisse pint in de hand drukten.

Toen we een paar jaar later in Frankrijk woonden, hebben we die momenten echt gemist. We gingen zelfs zover om het internet af te speuren naar een webcam die de Aalsterse stoet registreerde, om die beelden dan op de tv te streamen en met een mengeling van plezier en weemoed de hele stoet uit te kijken.

Carnaval, dat is drie dagen lang sociale revolutie. Ik ken geen enkel volksfeest dat zo verbindend is

Ik begrijp de mensen dus niet goed, die carnaval niet begrijpen. Voor mij is het misschien wel het laatste echte volksfeest, met de nadruk op ‘volk’. Ik ken geen enkel feest dat zo verbindend is. Wat carnaval zo bijzonder maakt, is dat het drie dagen lang een sociale revolutie ontketent. De kruidenier roept luidkeels zijn mening over belastingen, terwijl de tandarts ongegeneerd als ondeugende piraat door de straten loopt en toegeeft dat hij misschien inderdaad wel wat duur is.

In Aalst gaat de burgemeester zelfs tijdelijk met pensioen en draagt zijn ambt over aan de door het volk verkozen Prins Carnaval. Een democratische daad verpakt in confetti en kleurrijke veren. Zelfs psychologen hebben altijd al een hele kluif gehad aan het doorgronden van wat de echte carnavalsvierders bezielt. Het lijkt wel een collectieve therapie waarbij mensen hun frustraties, angsten en alledaagse beslommeringen eventjes achter zich kunnen laten. Om het met een populaire term te zeggen: een ‘detox’, maar dan met zotte dansjes en grappige kostuums in plaats van groene sapjes en meditatie.

Samen feesten is een ‘detox’, maar dan met zotte dansjes en grappige kostuums in plaats van groene sapjes

En als carnaval dan uiteindelijk naar zijn einde loopt, stromen er bij echte carnavalisten traantjes. Want de volgende morgen is hij daar weer: de ietwat grauwe, saaie, en vooral ernstige dagdagelijkse dag. Maar kijk, wat we gehad hebben, hebben we toch maar mooi gehad. En de confetti is dan misschien wel uit onze haren gewassen, in ons hart dwarrelt hij vrolijk verder richting volgend jaar.

Ook benieuwd naar onze andere columnisten?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."