“De kans dat ik genees, is klein. Maar ik ben dankbaar voor elke dag dat ik me beter voel”
Dertig jaar lang liep Wim rond met donkere gedachten, maar hij verborg zijn mentale problemen voor de buitenwereld. Nu, na meer dan een jaar in behandeling te zijn, gaat het stap voor stap beter met hem, al zal hij waarschijnlijk nooit echt genezen.
Wim (55): “Als ik eerlijk ben, lig ik al meer dan dertig jaar in de knoop met mezelf. Ik weet nog goed wanneer het is misgegaan: tijdens mijn hogere studies, op kot, ben ik van de ene dag op de andere volledig ingestort. Sindsdien leef ik eigenlijk op automatische piloot. Langs de buitenkant leek het de voorbije jaren misschien alsof ik alles op een rijtje had: studeren, trouwen, werken, kinderen krijgen… Maar eerlijk? Diep vanbinnen voelde het alsof dat leven me overkwam, zonder dat ik zelf ook maar iets in de pap te brokken had.
Natuurlijk ben ik daardoor nooit echt gelukkig geweest. Hoe kan dat ook, als je niet eens weet wie je bent? Andere mensen hebben een soort kompas waarnaar ze hun leven leiden: wie ze zijn, wat ze leuk vinden en wat niet… Ik heb dat nooit gehad, ik leefde als een totale vreemde voor mezelf. Zowel mijn huwelijk als mijn werk draaiden door mijn mentale problemen volledig in de soep. Maar door mijn onzekerheid en gebrek aan zelfkennis had ik totaal niet door waar het misliep. Toch bleef ik, voor het oog van de buitenwereld, functioneren.
Ik stond een paar dagen heel dicht bij de afgrond, maar Greet, een goede vriendin, heeft me net op tijd teruggetrokken
Tot ik vorig jaar op vervroegd pensioen werd gesteld en ik me plots niet meer kon verschuilen achter mijn werk. In de leegte die achterbleef, ben ik keihard kopje ondergegaan. De trigger daarvoor was een teleurstelling in mijn liefdesleven. Ik had pas een vrouw leren kennen en werd halsoverkop verliefd, terwijl zij me gewoon als een goede vriend zag. Haar afwijzing kwam zo hard bij me binnen, dat ik in een diepe depressie belandde. Het leek wel alsof de problemen waarmee ik al jarenlang worstelde, me in één reusachtige golf overspoelden. Ik gleed steeds dieper weg, tot ik op een punt kwam dat ik niet meer wilde leven. Thuis liep ik voortdurend te huilen en in mezelf te praten. Wat voor zin had het allemaal nog?
Stap voor stap begon ik afscheid te nemen van mijn leven. Ik ruimde mijn huis op en maakte mijn financiële zaken in orde, zodat mijn nabestaanden dat al niet meer hoefden te regelen. Het enige wat me tegenhield, was mijn zoon Freek. Ondanks mijn mentale problemen, hadden we een goede band met elkaar. Het idee dat hij op zo’n vreselijke manier afscheid moest nemen van zijn vader, vond ik onverdraaglijk. Maar ik zag gewoon geen andere uitweg meer. Ik stond een paar dagen heel dicht bij de afgrond, maar Greet, een goede vriendin, heeft me net op tijd teruggetrokken. Zij zag als enige dat het echt niet goed met me ging en smeekte me om hulp te zoeken. Haar interventie heeft mijn leven gered, daar ben ik zeker van.
Stap voor stap
Ondertussen ben ik al meer dan een jaar in behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. De weg naar herstel is lang en enorm confronterend. Na een dag vol therapiesessies ben ik soms helemaal op, van het graven in oude wonden en verborgen trauma’s. Dat ik al wat ouder ben, maakt het waarschijnlijk nog moeilijker. Andere, jongere patiënten komen sneller tot een doorbraak, maar als vijftigplusser merk ik dat mijn pijn nog zoveel dieper vastgeroest zit. En dat ik dus nog harder moet werken om vooruitgang te boeken. Toch voel ik me ondertussen al beter dan een jaar geleden. Dankzij de intensieve begeleiding hier leer ik weer dingen voelen en ontdek ik, eindelijk, wie ik zou willen zijn. Ik durf nu ook met mijn kwetsbare punten aan de slag te gaan.
Vroeger ging ik constant over mijn grenzen heen, zonder dat ik dat zelf doorhad. Ik voelde het niet als ik moe was, want ik herkende dat gevoel niet. Ik zei altijd maar ‘ja’ op alles, omdat ik niet wist hoe het voelde om iets niet leuk te vinden. Ik leefde grenzeloos en stemde mijn behoeftes af op die van de mensen om me heen. Pas nu besef ik hoe ongezond dat was. De kans dat ik ooit volledig genezen zal zijn, is klein, maar ik ben blij met elke dag dat ik me beter voel. Dertig jaar lang heb ik overleefd, in plaats van voluit te leven. Dat wil ik niet meer.
Er zijn nog altijd dagen waarop de donkere gedachten me overspoelen
Ik merk dat mijn draagkracht langzaam maar zeker toeneemt, al durf ik nog niet te ver vooruit te kijken. Er zijn nog altijd dagen waarop de donkere gedachten me overspoelen. Gelukkig staat mijn zoon Freek pal achter me. Als ik een terugval heb, staat hij altijd klaar voor een gesprek. Hij steunt mijn opname voor de volle 100% en is zelfs al op bezoek geweest op de afdeling, voor een rondleiding. Nog niet zo lang geleden zei hij plots: ‘Papa, ik ben zo trots op je, omdat je eindelijk met je problemen aan de slag gaat.’ Hij beseft het misschien niet, maar die woorden trekken me er elke dag weer door…”
Heb je na het lezen van deze tekst nood aan een gesprek? Je kunt altijd terecht bij de Zelfmoordlijn (tel. 1813 of zelfmoord1813.be).
Meer openhartige verhalen
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!