Openhartig
Agnes reist elk jaar naar Cambodja om haar zoon te zien

Wat als je kinderen de grote oversteek maken en hun geluk elders vinden, in het verre buitenland? Agnes vertelt over het mooie, maar ook soms moeilijke moederen vanop afstand.

Agnes (71): ‘Het wordt weleens tijd dat jij van ’t straat bent, jongen. Als je ginder een mooi en lief meisje vindt, dan blijf je maar daar.’ Wat keek ik raar op toen ik de mama van onze zoon z’n kameraad, met wie hij meer dan twintig jaar geleden op rondreis in Zuidoost-Azië vertrok, die woorden hoorde zeggen. Mijn hart brak bij de gedachte alleen al.

Haar woorden waren nog niet koud, of Stefaan, míjn zoon, vertelde me dat hij in Cambodja zou blijven. Aanvankelijk om met een Noors koppel een beach bar te runnen, maar toen ik hem enkele maanden later ging bezoeken, had ik onmiddellijk door dat hij niet enkel bleef om cocktails te serveren, maar bovenal voor de liefde.

Een nieuw leven

Ik ga er niet om liegen: de dag dat Stefaan me vertelde dat hij niet meer terug zou keren, lag mijn moederhart aan diggelen. Maar tegelijk was ik blij voor hem. Als mama had ik al langer het gevoel dat het haastige leven van hier, met al die hoge verwachtingen, hem niet lag.

Toen mijn man en ik dertig jaar getrouwd waren, trokken we met het hele gezin – we hebben drie zonen – voor drie weken naar Peru. Daar zagen we Stefaan helemaal opleven. Voor het eerst zag hij dat het leven niet overal in regels en wetten is gegoten. Zuid-Amerikanen kennen het nine to five-principe helemaal niet, om maar wat te zeggen. Daar zet de hele buurt zich ’s middags voor de deur op een stoel, om gezellig wat te drinken en te keuvelen. Soms tot in de late uren. Die spontaniteit, die vrijheid, dat was wat Stefaan thuis miste.

Een Cambodjaan is pas echt gelukkig is als hij na werk in zijn hangmat kan liggen. En ja, ook Stefaan doet hetzelfde tussen het cocktails shaken en pintjes tappen door

Ik had dus eerder gedacht dat hij ooit naar Peru zou terugkeren, maar geloof het of niet: de Cambodjanen hebben dezelfde levensvisie. Ik herinner me nog dat Stefaan ooit vertelde dat een Cambodjaan pas echt gelukkig is als hij na het oogsten van zijn rijstveld en het wandelen met de koe, in zijn hangmat kan liggen tussen de mango’s en de kippen. Eerst dacht ik dat hij overdreef, maar het was écht zo. En ja, ook Stefaan lag tussen het cocktails shaken en pintjes tappen door in zijn hangmat. (lacht)

Ik moet wel zeggen dat Cambodja in niets meer lijkt op het land van twintig jaar geleden. Ik ga elk jaar minstens één keer naar daar, omdat ik het belangrijk vind om de cultuur waarin mijn zoon dagdagelijks leeft, te begrijpen. Stefaan woonde eerst in Sihanoukville, een klein dorp met twee geasfalteerde wegen. Nu is dat een gigantische stad met wolkenkrabbers en dure winkels.

Andere gewoontes

Intussen kocht Stefaan een huis in Kampot, nog zo’n dorp waar je de restaurants en supermarkten op één hand kon tellen. Maar sinds drie jaar is er zelfs een Starbucks. De westerse wereld heeft duidelijk z’n weg gevonden tot in het verre Azië. Zelfs op het trouwfeest van mijn zoon en zijn Cambodjaanse vrouw – een bijzondere ervaring – was er een reusachtige bruidstaart.

Alleen heb ik er geen hap van kunnen eten. Niet omdat ik verdrietig was, maar omdat de Cambodjanen geen flauw benul hebben van wat de bedoeling van zo’n taart is. Die werd niet aangesneden en verdeeld onder de gasten, maar er werd wel vrolijk rond gedanst en in gewroet. (lacht) Anderzijds blijven ze ook trouw aan eeuwenoude tradities uit het boeddhisme, waarbij het trouwkoppel overstelpt wordt met gouden schalen vol fruit, om hen voorspoed te wensen.

Intussen heb ik ook het mooiste bewijs van hun liefde mogen zien: hun zoon, mijn kleinzoon, net een jaar oud

Een trouw is daar trouwens ook niet beklonken op enkele uren, maar duurt dágen. Vermoeiend, maar tegelijk zo mooi, want de liefde kun je niet genoeg vieren. Intussen heb ik ook het mooiste bewijs van hun liefde mogen zien: hun zoon, mijn kleinzoon. In oktober werd hij een jaar, wie weet zegt hij zijn eerste woordjes dus wel als ik hen in januari opnieuw ga bezoeken.

Misschien wordt dat wel ‘oma’, want ondanks het feit dat Stefaan al twintig jaar in Cambodja woont, gaan ze hem in drie talen grootbrengen: in het Khmer, het Engels en het Nederlands. Nu maar hopen dat mijn lichaam het niet laat afweten. Ik word er natuurlijk niet jonger op, dus er zal een dag komen dat ik het vliegtuig niet meer op mag. Maar daar wil ik nu nog niet aan denken, daarvoor is het leven veel te kort.”

Nog meer openhartige verhalen lezen?

“Het leven zelf voelde voor mij nog als een opgave, maar voor de kinderen was ik blij dat mijn poging was mislukt…”
Mijn verhaal: Ingelise leeft met een hersenletsel na een mislukte zelfmoordpoging
“De ochtend van zijn afscheid koester ik. Hij zei dat hij me graag zag en we dronken nog een tripel samen”
Mijn verhaal: Carines grote liefde koos voor euthanasie

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."